Schaepman, Herman Joan Aloysius Marie
Nederlands dichter, prozaschrijver en staatsman
(Tubbergen 2.3.1844-Rome 21.1.1903). Burgemeesterszoon; studeerde aan de
seminaries van Kuilenburg en Rijssenburg. Werd in 1867 priester gewijd.
Verbleef vervolgens enkele jaren te Rome, waar hij in 1869 promoveerde tot
doctor in de theologie. Van 1872 tot 1883 was hij redacteur van het
rooms-katholieke dagblad De Tijd, van 1870 tot 1880 bovendien hoogleraar
in de kerkgeschiedenis aan het groot-seminarie van Rijssenburg. In 1880 werd
hij als eerste rooms-katholieke priester lid van de Tweede Kamer en spoedig
daarop voorzitter van de katholieke fractie, wat hij tot zijn dood zou
blijven.
Al op jeugdige leeftijd begon hij gedichten te
publiceren. De tijdzang De paus (1866), die hij anoniem uitgaf, trok
aanstonds de aandacht, en datzelfde was het geval met zijn volgende tijdzangen,
o.a. Vondel (1867), Parijs (1871) en Napoleon (1873). Van
zijn grote gedichten werd Aya Sofia (1886) het meest bekend, deels om
zijn dichterlijke kwaliteiten, maar ook omdat Kloos (Veertien jaar
literatuur-geschiedenis, ii, 1896) het vernietigend beoordeelde en vooral
de `Zang der zuilen' belachelijk maakte. Zijn voorbeelden als