Rotgans, Lucas
Noordnederlands dichter (Amsterdam, gedoopt
26.11.1653-Maarssen 3 of 4.11.1710). Uit aanzienlijke Amsterdamse familie;
bezocht de Latijnse school te Utrecht; in krijgsdienst (1672-1674); woonde
daarna te Utrecht of op zijn buiten Kromwijk aan de Vecht, waar hij stierf;
begraven te Breukelen.
Debuteerde in 1684 met Op de vervolginge tegen de
belyders van den hervormden godsdienst door Lodewijk den XIV. Hij schreef
een groot aantal `mengeldichten over gewijde en ongewijde stoffen'. Een groot
heldendicht in acht zangen, ca. 9000 verzen, is Wilhelm de Derde
(1698-1700), het eerste eigenlijke epos in de Nederlandse literatuur. In 1705
verscheen Eneas en Turnus, een op Frans-classicistische leest geschoeid
treurspel, evenals het in dramatisch opzicht hogerstaande Scilla (1709).
Een boertig epos is het realistische dichtwerk in alexandrijnen
Boerekermis (1708). Vlak voor zijn dood voltooide hij Zedelessen uit
de oude verdichtzelen.
De beide drama's werden met veel bijval ontvangen en tot
het einde van de 18de eeuw gespeeld. Van Effen prees al zijn werk in Le
journal littéraire en stelde in De Hollandsche Spectator
(jaargang 1, pagina 213) tragedies van de auteur `die wel verdienen andere
dichters tot een voorbeeld en aansporing te strekken' boven die van Vondel.
Beschouwde N.G. van Kampen (Beknopte geschiedenis, dl. 1, 1821) hem nog
als `een verdienstelijk dichter, die de zeventiende eeuw met luister eindigde,
en der regering van Willem iii tot sieraad verstrekte', in de tijd der
romantiek rekende men met de mythologiserende en onkies geachte dichter af.
Dank zij de diepergaande bestudering van de 18de eeuw is ook Rotgans weer
erkend als een belangrijk vertegenwoordiger van het Franse classicisme in
Nederland.