Roothaert, Antonius Martinus Henricus
Nederlands romanschrijver (Vught 9.6.1896-Antwerpen
29.3.1967). Studeerde rechten te Utrecht; oefende tot 1935 te Antwerpen de
advocatuur uit en wijdde zich sindsdien aan letterkundige arbeid. Debuteerde
met detectiveromans als Spionnage in het veldleger (1933), Chinesche
hand-wassching (1934), e.a.
Zijn bekendheid dankt hij aan zijn eerste roman,
Doctor Vlimmen (1936), die in vele talen vertaald en ook verfilmd werd.
Deze Tilburgse sleutelroman houdt een aanval in op de echtscheidingsprocedures
en een veroordeling van de huwelijksrechtspraak van de rooms-katholieke kerk.
Hij schreef er twee vervolgen op: Vlimmen contra Vlimmen (1953) en
Vlimmens tweede jeugd (1957). Grote opgang maakte ook de historische
roman Die verkeerde weereldt (1939), die als zijn beste werk geldt. Het
verhaal speelt zich af in de 2de helft van de 17de eeuw en beschrijft de strijd
van de rooms-katholieke bevolking met het Hollandse gezag in de
generaliteitslanden. De stof is grotendeels ontleend aan de Geschiedenis der
dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden (1933) van H.N.
Ouwerling, aan wiens nagedachtenis het boek is opgedragen.
In de roman De vlam in de pan (1943), een
beschrijving van gebeurtenissen in de meidagen van 1940 en de voorgeschiedenis
daarvan, wordt de houding van de legerleiding, die op het kritieke moment in
alle opzichten te kort zou zijn geschoten, op scherpe wijze gehekeld. In De
wenteltrap (1949) wordt het bedrijf der zwarte handelaars getekend; ook dit
boek is in versch. talen veraald. Samen met J. Romijn schreef Roothaert een
detectiveroman in briefvorm: Een avondje in Muscadin (1952).