Roggeman, Willem M(aurits)
Vlaams dichter en (toneel)schrijver (Brussel 9.7.1935).
Journalist, in welke functie hij belangwekkende interviews met Noord- en
Zuidnederlandse auteurs publiceerde (Beroepsgeheim, 1975;
Beroepsgeheim 2, 1977; Beroepsgeheim 3, 1980; Beroepsgeheim
4, 1983).
Hij debuteerde in de geest van de postexperimentelen of
Vijfenvijftigers, waarbij het besef van het eigen existentieel tekort in een
roes van beelden en van woordexploraties en -explosies wordt uitgesproken
(Rhapsody in blue, 1958). In De revolte der standbeelden (1960)
wordt deze intuïtieve, op associaties en metaforen berustende poëzie
ten top gedreven. Daarop volgde een periode van bezinning en van versobering.
In `de school van het plotseling ontwaken' moet het contact met het andere of
de anderen de destructieve oerkrachten vernietigen en de eigen persoonlijkheid
bevestigen. Tegelijk wordt het vers eenvoudiger, vaak aforistisch en wars van
holle retoriek. In de plaats van een onbewust, irrationeel woordgebruik komt nu
het onderzoek naar het wegen van de poëzie: het woord. Vanaf de bundel
Baudelaire verliefd (1963) voltrekt zich een ontwikkeling waarin de
persoonlijke problematiek (emoties, communicatie) naar een algemenere
probleemstelling toegroeit (communicatie), zodat zich langzamerhand een
geslaagde synthese voltrekt tussen het individuele en het universele. Jazz en
schilderkunst zijn daarbij belangrijke inspiratiebronnen.
Het eigentijdse karakter van Roggemans poëzie is ook
terug te vinden in zijn prozawerk, vooral in de romans De centauren
(1963) en De verbeelding (1966), die door thematiek en schrijftrant in
de Europese avant-garde thuishoren.
Roggeman verzorgde een aantal bloemlezingen van Vlaamse
dichters (A Quarter Century of Poetry in Belgium, samen met P. Snoek,
1970; La poésie actuelle en Flandre, 1972; Vijftig na 50,
samen met H. van de Waarsenburg, 1973; Modern Poets from Flanders,
1975).