De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Riemersma, Trinus

Fries dichter en prozaschrijver (Ferwerd 17.5.1938). Aanvankelijk onderwijzer, later wetenschappelijk medewerker Fries aan de Vrije Universiteit te Amsterdam (doctoraal examen 1979); daarna docent aan de Noordelijke Leergangen te Leeuwarden. Promoveerde in 1984 aan de vu op een proefschrift over `normen en waarden in het grotere Friese proza van 1855-1945': Proza van het platteland.

Belangrijkste prozaïst van zijn generatie die met zijn debuut Fabryk (1964) taboes doorbrak en dat met zijn latere werk is blijven doen, steeds experimenterend met vorm, inhoud en ook spelling. Was redacteur van de literaire tijdschriften De Tsjerne en Trotwaer en richtte in 1983 een eenmanstijdschrift De Kul op. Van zijn veelzijdigheid getuigen ook zijn essayistische, literatuurtheoretische en taalkundige publikaties. Ontving in 1967 de Gysbert Japicxprijs voor Fabryk. Sommige van zijn werken werden in het Nederlands vertaald.

Werken:

By de hannen om 't ôf (= Bij de handen af; 1965), r.; Minskrotten-Rotminsken (= Mensratten-Rotmensen; 1966), r.; De moardner komt werom (= De moordenaar komt terug; 1967), r.; De duvel misbiteard (= De duivel mislukt; 1967), verh.; De hite simmer (= De hete zomer; 1968), r.; Myn folk, myn biminden (= Mijn volk, mijn beminden; 1970), verh.; Riemersma ii: 26-50 (1970), p.; Roazen ferwylje (= Rozen verwelken; 1972), p.; Teksten fwar ien hear (= Teksten voor één heer; 1973), p.; Oant de dea der óp folget (= Tot de dood erop volgt; 1973), verh.; Jest yn de Ardinnen (= Herfst in de Ardennen; 1975), r.; Myksomatoze (1975), r.; Fôi en fredeloas (= Veeg en vredeloos; 1977), verh.; It koarte forhael yn 'e Fryske literatuer fan de tweintichste ieu (= Het korte verhaal in de Friese literatuur van de twintigste eeuw; 1977), essay; De skjintme vurt ferbwôlgwódde (= De schoonheid wordt geveild; 1981), r.

Literatuur:

J. Smit, De Fryske literatuer 1945-1967 (1968); A. van Hijum, in Trotwaer, 3-4 (1970); Ph.H. Breuker, in Tekst en Utliz (1970); T. Mulder, Hwer hast it wei? (1971); K. Dykstra, Lyts hânboek fan de Fryske literatuer (1977); B. van der Hoek, `De goas oan 't keatling', in Trotwaer, 13 (1981); T. Hettinga, `Reimersma en Riemersma en de fertellers fan Riemersma', in Hjir, 12 (1983), speciaal nummer; J. Krol, `De nijste R.', in Trotwaer 3/4 (1985); T. Riemersma e.a., `Proza van het platteland: opposysjes en ferdigening', in Idem.

[F. Dam]