Laet, Johan Alfried de
Eig. Jan Jacob Alfried de Laet, Vlaams dichter en
prozaschrijver (Antwerpen 13.12.1815-ald. 22.4.1891). Begon als chirurgijn,
maar werd later journalist en volksvertegenwoordiger. Begunstigde o.m. de wet
op het gebruik van het Nederlands in bestuurszaken in België. Was
medeoprichter van het eerste Nederlandstalige dagblad in België:
Vlaemsch België (1844). Van 1847-1848 zat hij met L. Vleeschhouwer
en Conscience in de redactie van De Roskam.
De Laet schreef romantische gedichten, evenals zijn
vriend Hendrik Conscience aanvankelijk in het Frans. Na de uitgave in 1848 van
zijn Gedichten, hield hij zich nog slechts met politiek bezig. Op
prozagebied schreef hij vnl. griezelverhalen, o.a. De vloek (1840),
Het huis van Wesenbeke (1842) en Het lot (1845), een dorpsverhaal
uit de Kempen.
De Laet was de meest ontwikkelde van de Antwerpse
kunstenaars gegroepeerd in de rederijkerskamer De olijftak. Van zijn geestdrift
ging echter meer invloed uit dan van zijn werk.