Koster, Edward Bernard
Nederlands dichter en essayist (Londen
14.9.1861-'s-Gravenhage 3.7.1937). Opgevoed in Nederland. Studeerde in Leiden
klassieke talen en promoveerde op het proefschrift Studia
tragico-homerica. Was leraar, o.a. vanaf 1897 te 's-Gravenhage.
Naar eigen verklaring (Gedichten, 1888) had De
Nieuwe Gids invloed op hem uitgeoefend. Zijn tweede bundel, Liefde's
dageraad en andere gedichten (1888-1889) verscheen in 1890. De door Van
Deyssel in De Nieuwe Gids (febr. 1891, herdrukt in De
scheldkritieken, 1979) hierop geuite kritiek heeft Koster hem nooit kunnen
vergeven (vgl. de brochure Literatuurtoestanden, 1904).
Hoewel Koster vooral natuurlyriek schreef, was zijn epiek
sterker. Zijn belangrijkste gedicht is Niobe (1893, 19113).
Ook Odusseus' dood (1908) en het kortere Adrastos (1909), beide
rijmloze gedichten, bevatten waardevolle gedeelten.
Koster schreef ook studies over Shakespeare (Uren met
Shakespeare, 1913, en William Shakespeare gedenkboek 1616-1916,
1916) en vertaalde een groot aantal van zijn werken, bijv. Antonius en
Cleopatra (1904), Macbeth (1908) en Julius Caesar (1910).
Daarnaast vertaalde hij uit het Duits, o.a. van Lessing Nathan de wijze
(1915), Italiaans, Grieks en Latijn. Van zijn essays kunnen worden vermeld:
Over navolging en overeenkomst in de literatuur (1904) en
Studiën in kunst en kritiek (1905).