Literatuur:
C. Busken Huet, Litt. Fantasien en Kritieken, dl. ii
(1868); E.J. Potgieter, Kritische Studiën, dl. ii (1876); J. ten
Brink, Gesch. van de Noord-Ned. letterkunde, dl. i (1888); J.J. Prins,
`Levensbericht', in Hand. Mij Nederl. Lett. (1893-1894); J.M. Acket,
Verzamelde opstellen (1920); A. Saalborn, Het ontwaken van het
sociaal besef in de literatuur (1931); E. Jongejan, De Humor-`cultus'
der romantiek in Nederland (1933); C.G.N. de Vooys, `De sociale roman en de
sociale novelle in het midden van de 19e eeuw', in Verzamelde Opstellen.
Nieuwe bundel (1947); A.J. Onstenk, Ik behoor bij mezelf. C.E.v.K.
1807-1893 (1973), diss.; J.W. van Hulst, `De sociaal-(ped)agogische theorie
en praktijk van C.E.v.K.', in Pedagogisch Forum, 7 (1973); F.H. Kuiper,
`Noodig onderricht voor mijne leerlingen 1839', in Op zoek naar beter
bijbels onderwijs (1977); A.J. Onstenk, `C.v.K. (1807-1893):
Réveilman honoris causa', in Aspecten van het Réveil
(1980); J. Meijer, Discriminatie in domineesland: C.E.v.K. 1807-1893
(1981).
[W.J.C. Buitendijk]