Kollewijn, Roeland Anthonie
Ps. C.P. Brandt van Doorne, Nederlands taalkundige,
roman- en toneelschrijver (Amersfoort 30.3.1857-Helmond 7.2.1942). Nam, na met
toestemming van zijn vader, de kostschoolhouder A.M. Kollewijn Nzn.
(1827-1920), de hbs voortijdig te hebben verlaten, privaatlessen en slaagde
voor de onderwijsakte Duits in 1875 en mo Nederlands in 1878. Daarna zette hij
zijn studie Duits voort in Leipzig en promoveerde in 1880 op een proefschrift,
getiteld Ueber den Einfluss des höllandischen Dramas auf Andreas
Gryphius. Hij werd leraar aan de hbs te Deventer en drie jaar later te
Amsterdam, waar hij in 1892 directeur werd van de 3-jarige hbs, welke functie
hij tot zijn ontslag om gezondheidsredenen in 1916 heeft uitgeoefend.
In 1883 bezorgde Kollewijn een uitgave van de werken van
Samuel Coster en van de Nederlandse gedichten van Joan van Broekhuizen; in 1891
publiceerde hij een tweedelig standaardwerk over Bilderdijk; in hetzelfde jaar
verscheen, eerst in Vragen van den dag, maar weldra ook afzonderlijk
zijn artikel `Onze lastige spelling', dat de stoot gaf tot de oprichting der
Vereniging tot Vereenvoudiging van onze Schrijftaal (1892). Zijn literaire
carrière, waarvoor hij zijn schuilnaam had gereserveerd, begon in 1895
met de roman Huiselik leed.
Zijn beste boek is ongetwijfeld Verweghe en zijn
Vrouw (1901), waarin hij de psychische gevolgen van echtelijke ontrouw van
een jonge vrouw aan haar oudere man schetst. Van zijn toneelstukken was De
Spreektaalveredelingsbond (1900) het meest succesvol. Zowel in zijn
wetenschappelijk als in zijn literair werk hanteerde Kollewijn de door hem zelf
ontworpen spelling.