Kenis, Paul
Vlaams dichter, romanschrijver en criticus (Bocholt
11.7.1885-Brussel 28.7.1934). Studeerde te Turnhout en Gent. leidde daar een
nogal bewogen leven, evenals in Parijs, waar hij op 20-jarige leeftijd naar toe
ging en om den brode historisch onderzoek verrichtte in bibliotheken. Hij
keerde ontgoocheld terug, sloot zich bij de tijdschriften Nieuw Leven en
De Boomgaard aan en werd in 1913 rijksambtenaar. Van nature idealist,
kwam hij na wo i onder de indruk van de door H. Barbusse in het leven geroepen
linksgerichte `Clarté'-beweging en van de socialistische denkbeelden.
Werkte zonder onderbrekingen tot zijn dood aan romans en kritiek.
Uit zijn gehele werk spreekt een melancholische sfeer,
waarvan zijn stilistisch vrij onbeholpen De roman van een jeugd (met
ondertitel: Een ondergang in Parijs, 1914) de eerste getuigenis bracht.
De vlucht uit de Vlaamse kleinburgerlijkheid naar de zelfkant van het Franse
kosmopolitisme bleek een te verre sprong, zoals ook de overgang van de
streekliteratuur naar de stadsroman te moeilijk was vanwege het ontbreken van
dit genre in de Vlaamse literatuur. Kenis is evenwel een van de eersten die in
Zuid-Nederland een open oog hadden voor erotiek (De kleine Mademoiselle
Cérisette, 1921), de grote stad (De lokkende wereld, 1927) en
het socialistische idealisme. Het laatste behandelt hij in De apostels van
het nieuwe rijk (1930), dat de ondergang van een anarchistenkolonie in de
Ardennen behandelt - waarvan hem echter de existentiële diepgang ontging.
Ook in zijn historische romans valt de tweespalt op tussen idealisme en
romance. Zijn werk, dat vnl. Frans georiënteerd en autobiografisch van
aard is, wordt meer gedragen door sfeer dan door stijl. Kenis vertaalde De
Lautréamont (1909) en Novalis. Zijn beste werk is Fétes
galantes (1924).