Hulthemse handschrift
Ook Handschrift-Van Hulthem, Middelnederlands
verzamelhs., door C.P. Serrure (1805-1872) zo genoemd naar een voormalige
bezitter, de Gentse bibliofiel Karel van Hulthem (1764-1832). Het behoorde toe
aan de Brusselse notaris Jan Baptist Nuewens (gest. 1763), daarna aan diens
zoon Antoon Jozef Nuewens (1736-1813).
In 1811 werd het door Van Hulthem op de veiling-Nuewens
verworven. In 1838 kwam het met diens bibliotheek, die een jaar tevoren door de
Belgische staat was aangekocht, in het bezit van de Koninklijke Bibliotheek te
Brussel.
Het papieren hs., wsch. van Brabantse oorsprong, werd ca
1410 door een kopiïst in twee kolommen geschreven. Enkele bladen
ontbreken. Thans telt het hs. nog 241 bladen, waarvan er drie met tekstverlies
zijn geschonden. Oorspr. bevatte het 214 stukken, samen ca 40 000 regels; thans
nog 209 stukken, waarvan enkele onvolledig, samen nog 37 386 regels. Het bevat
voorbeelden van epische, lyrische, dramatische en didactische dichtkunst en
geeft een indruk van de rijkdom van de Nederlandse letterkunde in de 13de en
14de eeuw. Het bevat o.a. Van sente Brandaen, Dboec vanden houte,
Tpaerlement van Troyen, De borchgravinne van Vergi,
Theophilus, de abele spelen Esmoreit, Gloriant,
Lanseloet van Denemarken, Vanden winter ende vanden somer, de
sotternieën Lippijn, De buskenblaser, Drie daghe
here, Truwanten en Rubben. Tal van stukken o.a.
Theophilus, de abele spelen en de sotternieën zijn alleen in dit
hs. overgeleverd.