Heremans, Jacob Frans Johan
Vlaams filoloog, criticus en politicus (Antwerpen
27.1.1825-Gent 13.3.1884). Belangrijk voor de vernederlandsing van het
middelbaar en hoger onderwijs. Was sedert 1845 als leraar Nederlands verbonden
aan het Atheneum te Gent en wist er de oprichting van de Vlaams-vrijzinnige
studentenvereniging `'t Zal wel gaan' te bewerken. Sedert 1854 belast met het
moderne Nederlandse taal- en literatuuronderwijs aan de universiteit aldaar;
publiceerde er studies over spraakkunst, spelling en metriek, handboeken,
tekstuitgaven en bloemlezingen die veel herdrukken beleefden. Het bekendst
bleef de Nederlandsche dichterhalle, een bloemlezing in 2 dln.
(1858-1864). Werd wel de pionier van de Germaanse filologie in Vlaanderen
genoemd.
Zat in de redactie van versch. tijdschriften, o.a. van
het Nederlandsch Museum (vanaf 1874) en was actief als liberaal
politicus in provincie- en gemeenteraad, waar hij Nederlands sprak, het peil
van het volksonderwijs probeerde op te voeren en de taalsituatie te
verbeteren.
Als criticus geniet hij nog alleen bekendheid door zijn
afwijzende houding ten aanzien van het werk van Gezelle. Hij is niet vrij te
pleiten van een zekere vooringenomenheid tegenover de taalparticularisten.