De Nederlandse en Vlaamse auteurs
(1985)–G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 237]
| |
ald. 20.8.1384). Werd magister artium te Parijs, legde een brede interesse aan de dag voor recht, geneeskunde, astrologie en magie, en leidde het mondaine leven van een hooggeplaatst patriciër. Een ernstige ziekte bracht een spectaculaire ommekeer in religieuze zin teweeg: hij gaat een leven leiden van gebed en studie en zet zich in voor de hervorming van de kerk, waarvan hij de uitwassen en de corruptie heftig bestrijdt in zijn geschriften tegen de verkoop van kerkelijke ambten, tegen het priesterconcubinaat enz. Hij sticht de Broeders en Zusters des Gemenen Levens, evenals de reguliere kanunniken van Windesheim, die zijn idealen zullen uitdragen. Hij maakt zich voorts verdienstelijk als vertaler uit en naar het Latijn, o.m. van Ruusbroecs Gheestelike Brulocht, en wordt soms zelfs aangezien als de auteur van een eerste redactie van de Imitatio Christi. Ook wordt hij wel genoemd als vertaler van De twaelfdogheden. | |
Uitgaven:R.R. Post, G.G.'s Tractaat `Contra turrim Traiectensem' teruggevonden (1967); I. Tolomio (ed.), G.G. Il trattato `De quattuor generibus meditabilium' (1975). | |
Literatuur:G.J.G. Tiecke, De werken van G.G. (1941), met bibl.; Th. van Zijl, G.G., Ascetic and Reformer (1340-1384) (1963); A. Ampe, `G.G. als vertaler van de "Twaelf dogheden" gehandhaafd', in Hand. Kon. Zuidnederl. Mij, 21 (1967); R.R. Post, The Modern Devotion (1968); G. Epiney-Burgard, G.G. (1340-1384) et les débuts de la Dévotion Moderne (1970); H.N. Janowski, G.G. Thomas van Kempen und die Devotio Moderna (1978).
[G. Tournoy] |
|