Brune, Joan de (de Oude)
Noordnederlands prozaschrijver en dichter (Middelburg
29.5.1588-7.11.1658). Studeerde rechten te Leiden (1606) en wijdde zich
vervolgens aan de letteren in Middelburg. In 1617 werd hij daar advocaat, 1634
lid van het stadsbestuur, 1638 griffier van de rekenkamer, 1644 secretaris van
de Staten en in 1649 tot zijn dood pensionaris van Zeeland. Zijn zinspreuk was
Spe et Metu (= met hoop en vreze).
De Brune's humanistische en piëtistische overtuiging
komt tot uiting in al zijn werk, zowel in zijn wat stroeve, want al te
letterlijke, bijbelvertalingen uit het Hebreeuws (Spreuken, Psalmen,
Hooglied), als in zijn oorspronkelijk werk. In zijn kernachtige proza is
hij goed op dreef als moralist en hekelaar van ijdelheid en onwaarachtigheid in
navolging van Cats en Huygens.
Zijn voornaamste werk, het Bancket-werck, dat ten
dele postuum verscheen, is daarvan een duidelijk voorbeeld. Zijn stre-