Brunclair, Victor J.
Ps. Geert Bardemeyer, J. Fikkens en Lirio, Vlaams
dichter, criticus, essayist en romanschrijver (Antwerpen
18.10.1899-concentratiekamp Lagelund, Sleeswijk-Holstein, 21.11.1944).
Debuteerde in 1915 met lyriek in het tijdschrift De Goedendag, waarin
hij in 1917, naast P. van Ostaijen en G. Burssens tot het humanitair
expressionisme kwam, vooral in navolging van F. Werfel. Aanvankelijk trad hij
vooral op als vinnig essayist, o.m. in het tijdschrift Opstanding, het
orgaan van de Vlaamse Clarté-groepen. Onder invloed van de geestesliga
van H. Barbusse en de Duitse Aktionsgruppe (K. Hiller, Rubiner) ontvouwde hij
zijn humanitaire en activistische denkbeelden. In september 1919 werd hij
medeoprichter van het tijdschrift Ruimte en na de verdwijning daarvan
vaste medewerker aan Vlaamsche Arbeid. Vooral in dit laatste tijdschrift
verdedigde hij in scherpe en soms uitdagende kritieken het modernisme en de
theorie van het organisch en experimenteel dichterschap.
In 1926 verscheen De dwaze rondschouw, die samen
met Het sienjaal van P. van Ostaijen en zeker sterk daardoor
beïnvloed, de enige bundel unanimistische poëzie is die het Vlaamse
expressionisme heeft opgeleverd. Hoewel merkwaardig van thematiek en opzet,
blijft deze poëzie zwak van vormgeving.
In 1929 verscheen de chaotische roman De monnik in het
westen, die probeert op visionaire wijze uitdrukking te geven aan de droom
van de wereldrevolutie en de wil tot vergeestelijking van het leven, waaruit
het humanitarisme was gegroeid. Na 1930 was Brunclair vooral werkzaam als
schrijver van toneel- en hoorspelen, die niet zijn uitgegeven. In 1936 richtte
hij het links georiënteerd humanistische blad Getuigenis op, waarin
hij vooral het fascisme en nazisme aanviel. In 1937 verscheen, in diezelfde
geest van strijd om de vrijheid van de menselijke geest, het essay Het
heilig handvest. Zijn nieuwe dichtbundels w.o. Camera lucida (1937)
brachten een traditionelere maar gelouterde vorm van poëzie. Hij vertaalde
Brechts Dreigroschenoper (1934).
In december 1942 werd Brunclair, in zijn functie van
perssecretaris van de kvo te Antwerpen door de Gestapo aangehouden en vanwege
zijn Heilig handvest niet meer vrijgelaten.