Bom, Emmanuel de
Vlaams prozaschrijver (Antwerpen 9.11.1868-Kalmthout
14.4.1953). Ambtenaar, sinds 1891 werkzaam bij de Stadsbibliotheek te
Antwerpen; bibliothecaris 1911-1919 en 1926-1933, in welk laatste jaar Lode
Baekelmans hem opvolgde. Bovendien correspondent van de Nieuwe Rotterdamse
Courant; medeoprichter van Van Nu en Straks, Vlaanderen en het
Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen.
Na reeds vroeg in diverse periodieken te hebben
gepubliceerd, o.a. letterkundige studies en min of meer autobiografische,
pessimistische prozaschetsen, schreef De Bom in 1897 zijn bekendste werk, de
korte roman Wrakken, die wel wordt aangeduid als de eerste Vlaamse
stadsroman. Lange tijd zweeg de auteur als belletrist; wel kwamen er talrijke
journalistieke stukken, kronieken over letterkunde, portretten van kunstenaars
e.d., die goed en subtiel geschreven waren. Het beste hiervan werd herdrukt in
Het levende Vlaanderen (1917), Nieuw Vlaanderen (1925) en
Dagwerk voor Vlaanderen (1928). In latere jaren verschenen nog
prozaschetsen, die over het algemeen blijmoedig van toon waren, doch
oppervlakkiger dan zijn jeugdwerk. Gezellig vertelde herinneringen vindt men in
zijn roman Het land van Hambeloke (1946) verwerkt.
Wrakken is een weemoedig verhaal van
geluksverlangen en besef van het menselijke tekort, met enige autobiografische
elementen; kort, sober en zuiver van compositie, verzorgd van taal. Zowel de
psychologie als de milieutekening komen tot hun recht. Als verhaal uit het
Schipperskwartier heeft het, met het werk van Sleeckx, zeker invloed gehad op
de latere uitgaven van Baekelmans. De herdruk van 1938 bevat een `Inleidende
studie' door Maurice Gilliams. Hoewel `Mane' de Bom dank zij zijn positie en
oude reputatie nog lang een rol in het culturele leven vervulde, overleefde hij
toch zijn eigen roem.