Werken:
Horsa en Iliandi (1855); Willibrordus (1855);
Bonifacius (1857); Hemeltelg en wereldling (1858), r.; Blijf
bij ons (1859), r.; Pius VII en zijn tijd (1861-1862);
Waarom?, 2 dln. (1863), onder ps. Quos Ego; Geschiedkundige werken,
novellen en gedichten, 4 dln. (1863-1864); Het handschrift, schetsen der
VIe eeuw (1866), onder ps. Hendrik Smits; Oom Adriaan (1866), r.,
onder ps. Hendrik Smits; Najaarsbladeren (1867), p.; Ontgroening van
een modern oud-student (1869), brochure, onder ps. Quos Ego; De
godsdienst uit een staat- en rechtskundig oogpunt beschouwd (1871);
Dante, De hel, Het vagevuur, Het paradijs, in terzinen vertaald met
verklaringen en geschiedkundige aanteekeningen nopens den dichter (resp.
1876, 1886 en 1884)); De Raad der advocaten te Abdera (1893),
brochure.
[G.H. 's-Gravesande en red.]