Bekker, Balthasar
Noordnederlands prozaschrijver (Metslawier
20.3.1634-Amsterdam 11.6.1698).
Studeerde theologie te Groningen en te Franeker en
promoveerde aldaar in 1665. Na predikant te zijn geweest in Oosterlittens,
Franeker, Loenen en Weesp werd hij in 1679 beroepen naar Amsterdam.
Van buitengewoon belang werden zijn boeken Onderzoek
van de betekeninge der kometen (1683) en De betoverde wereld, zynde een
grondig onderzoek van 't gemeen gevoelen aangaande de geesten, derselver aart
en vermogen, bewind en bedryf: als ook 't gene de menschen door derselver
kraght en gemeenschap doen. In vier boeken ondernomen (i en ii: 1691; iii
en iv: 1693), fel gericht tegen allerlei vormen van bijgeloof, speciaal de alom
tierende heksenwaan. Van dit laatste werk, meermalen herdrukt, verscheen reeds
in 1693 een Duitse, later ook een Franse vertaling. Zijn zedelijke moed en
onafhankelijk oordeel bezorgden Bekker, behalve een Westeuropese naam, ook
talrijke vijanden. Op 7.8.1692 zette de provinciale Synode hem af als
predikant, maar de stad Amsterdam handhaafde niettemin zijn traktement.