Nederlands dichter en godsdiensthistoricus (Utrecht
13.5.1912). Debuteerde met Gedichten (1939) en publiceerde illegaal in
1944 Versteend zeewier. Behoorde tot de zgn. Criterium-groep die
zich afzette tegen het rationalisme van het tijdschrift Forum. Werd
aanvankelijk aangetrokken door het surrealisme. Debuteerde opnieuw in 1976 met
Hoe korter hoe liever en kwam in 1978 met Op het water
geschreven, geserreerde poëzie, zoekend naar de methode van het zich
zo beknopt mogelijk uitdrukken.
Werken:
Het offer: inleiding tot een complex religieus verschijnsel
(1979); De leegte tussen twee lampen (1979); In de lussen van de
taal (1980); Doolhof der goden (met L. Leertouwer, 1980); Een
wereld van as (1981); De steen vergat te bloeden (1983), p.
Literatuur:
Ed. Hoornik, in Kritisch proza (1978); H. van de
Waarsenburg, `De poëzie van Th.v.B.', in Bzzlletin, 7 (1979); J.
Vangansbeke, `Hoe een vis een visser vangt', in Yang, 16 (1980).