honderden, dus dan wordt er geloot, en dan is er zo goed als geen kans. Maar wie die prijs krijgt heeft vlees in huis voor een week.’
‘Nou,’ zei Kram, ‘ik hoef die ham niet te hebben. Je weet toch van mijn zoon, met ieder jaar dat kerstpakket?’
‘Ja, ja, dat weet ik. En je hebt wèl geluk.’
‘Man, vanmorgen al bij me thuisbezorgd: een Gelderse worst waar jij en ik samen met gemak ons hoofd door kunnen steken, twee blikken gecondenseerde melk, een blik ham - óók ham -, een blik leverpastei, een blik sardines, een blik dit, een blik dat, een pak thee, een fles likeur, weet ik veel. Maar nou ga ik. Even mijn rapport opmaken, en dan naar huis.’
‘Neem dan de Hoogstraat. De verlichting blijft tot twaalf uur aan. Het is er nog tjokvol.’
‘Dat was ik al van plan. En stoor me nou verder niet.’
Inderdaad, het kerstfeest van Kram onderscheidde zich in geen enkel opzicht van een normaal kerstfeest. Het zou zelfs volmaakt zijn geweest met sneeuw op straten en daken. Maar de kerstsneeuw was sinds vele jaren nog slechts te vinden op de kaarten die men omtrent deze tijd aan familie en vrienden zond, die ook de Krams verzonden hadden en ontvangen. Het blik sardines ging open voor de boterham, de worst kwam op beide dagen op tafel bij de boerenkool, de thee werd zuinig voor later bewaard, de likeur werd geschonken, het boompje toonde de eerste avond onder zijn kaarsen de kleine wederzijdse geschenken in roze vloeipapier en rood lint, de ‘zoon’, die duizendkunstenaar, bespeelde het harmonium, en de meisjes zongen er tweestemmig iets toepasselijks bij, de kerkgangen werden op beide ochtenden volbracht, de tweede avond was niet meer het hoogtepunt, maar toch genoeglijk, vooral in het vooruitzicht van naderend Oudjaar, - kortom, het hele gezin Kram wist niets en kon niets weten van de slag die het wachtte.
Want die slag kwam eerst aan toen het nieuwe jaar al een paar weken was gevorderd. Kram werd die ochtend, terwijl hij vrij had en thuis was, door een agent van het grote bureau in allerijl ontboden op de politiepost tegen het stadhuis aan, en daar, naast