daarmee uit. Merg, merg, het was er niet meer. De heeren gingen onder, het viel niet te betwijfelen, en haar rijk met hen. Ze wilde het zich niet bekennen. Ze was op volle kracht, ze wou het nog jaren blijven - veel later eerst een rustige oude dag in het zuiden.... De zwarte luxe van dit bedrijf werd geschiedenis....
Zij had een gesprek in Bussum, zoo luid dat Hulbert alle deuren sloot en de portières ervoor. De stem was zwaar, heesch en slordig. Het welsprekendst was de vuist op het blad. Hulbert na veel tegenwerping schoot voor, zuchtend, toch met oogtinteling naar een belofterijk verschiet. Hij telde en zij teekende. Het was niet veel, het kon er mee door.
Toen zij vertrokken was, vroeg hij zich beklemd af of het wel een succes zou blijken. Voelden de mannen van tegenwoordig zich nog aangetrokken tot een zwarte huid? Hij wel, ja, hij zeker, hij was van een vroeger geslacht, dat nog een verfijnden smaak bezat. Maar zij?
De benauwenis deed hem opnieuw zuchten. Het was altijd uitgekomen dat zijn blik zoo vèrziend was.
In elk geval kreeg hij weer iets te keuren. Toen werden door zijn harde oogjes schichtjes afgeschoten, heel sluw.