Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rood paleis (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rood paleis
Afbeelding van Rood paleisToon afbeelding van titelpagina van Rood paleis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rood paleis

(1936)–F. Bordewijk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 143]
[p. 143]

De rook ziet grauw

- Het is beroerd, zei Tijs, ik kan niks vinden dat me aanstaat, en ik verdraai het, ik trouw niet voordat ik een baan heb.

Ze zaten als vanouds bij elkaar, in de zaak, in Henri zijn kamer, en rookten. Het was nog te vroeg voor een borrel. Henri kwam juist van de beurs. Tijs moest zelfs even wachten. Maar ze zaten als vanouds, Henri lui achter zijn bureau weggezakt, Tijs in den clubfauteuil. De kamer vulde zich met rook. Maar er was toch eenig verschil, de houding van Tijs was rechter en gespierder, zijn gebaar nerveuzer. Hij was allang uitgerust, hij wou wat omhanden hebben, hij werd ongedurig.

- Ik kan een groote wasscherij in Gelderland overnemen, voor zoover ik kan nagaan een solide bedrijf, en misschien wel iets voor mijn aanstaande vrouw. Maar nee, ik zie mezelf toch niet als waschbaas.

- Ik zie je als een voorzichtig speculant.

- Hoe was de beurs?

- Dat weet ik niet.

- Je komt er net vandaan.

- Ik zeg je dat ik het niet weet. Ik weet geen enkele koers. Zal ik Helmstrijd laten komen?

[pagina 144]
[p. 144]

Zijn hand ging reeds naar den hoorn. Tijs voelde iets van wrevel. Er was pose, onbetwistbaar, in zijn makker. Voor hij iets kon zeggen ging de huistelefoon.

- Nee, papa, ik ben nu in conferentie, ik kom straks...

- Ach God, zei hij, we zijn zoover, we hebben geen vader, maar een papa.

Met een kleine voldoening streek hij zijn snor, hij had wat aardigs gezegd. Tijs kon het waardeeren, zijn ergernis verdween. Wat een vent, dacht hij, waarom doet hij niets? wat een mislukking.

De gedachte dat hijzelf bezig was te mislukken bracht zijn vuist toch nog op het bureau.

- Verdomd, jij moet wat weten als je een man van zaken bent. Daar zit ik nou met mijn geld en weet er geen raad mee.

- Anderen wel.

- Dat begrijp ik. Haaien genoeg op de kust. Maar iets degelijks dat tegelijk toekomst heeft vind je blijkbaar niet gauw. Het eenige is waarachtig nog die wasscherij. Maar daar bedank ik voor. Ik ben niet geboren voor bleeker. Borstrokken uitwringen.

- Daar heb je je menschen voor.

- Je moet ze toch naloopen. Nee, dan ga ik net zoo lief naar Indië terug.

[pagina 145]
[p. 145]

- Indië is je dood, man. Je lever is aangedaan. Straks krijg je geen borrel. Wat zegt je dokter?

- Dokter? Ik ga naar geen dokter. Ik ben zoo frisch als een hoen. Maar dat geluier maakt me ziek. Wel allemachtig, ik ben toch niet al die jaren in Indië geweest om hier ziek te worden? Dat kan de gewone gang van zaken zijn, maar niet de mijne.

Hij was weer heel boos, op zichzelf en in het algemeen. Het galgeel kwam sterker in zijn oog. Hij beet op zijn sigaar.

- Ga reizen.

- Reizen is geen werken. En ik heb van de wereld al genoeg gezien.

- Word dan vennoot van mevrouw Doom. Een bloeiende affaire, als ik goed zie, met wat je noemt een cosmopolitische positie.

De deur ging open zonder kloppen. Een oude heer, kaal en welgedaan, maar niet lijvig. Een net en blozend man, niet over-intelligent, even groot als Henri, maar kleiner lijkend door minder breedte van bouw. Aan de oogen zag men het kleurloos karakter. Henri stelde voor.

- Pardon, zei de oude Leroy, ik stoor maar een seconde, ik moet mijn zoon iets vragen.

- Ik ga wel even weg.

- Volstrekt niet. Een oogenblik.

[pagina 146]
[p. 146]

Ze spraken gedempt bij het raam. Tijs keek onopvallend toe. Een vader, een zoon. Opeens dacht Tijs het uit. Het bespiegelen van Henri maakte ook in hem iets wakker, een moment slechts. De oude wierp twee schaduwen, Tastenbreker, dien hij zich niet anders kon voorstellen dan als een flauwe vlek, een zweem, en Henri, die een zware schaduw was, een machtige. Maar de schaduw overtreft vaak haar oorsprong.

Een man tusschen twee schaduwen, deze het wezenlijke, echte, levende, gedegene. Misschien niet goed en niet slecht, maar levend. Hij, Tijs, scheen nu ook al een schaduw te zullen worden. Het ging er aardig op lijken, als hij niet oppaste. De oude alleen, van een vroegeren tijd, maalde om geen fin-de-siècle.

Toch zei de oude als persoon hem weinig. Daarentegen had hij voor den zoon een stille bewondering, die hij zich eerst thans bewust werd, nu vergelijking zich opdrong. Er was iets bizonders in den zoon zooals hij aan het venster stond, met de oogen onuitsprekelijk helder. Een man van de krachtigste jaren, sober gebleven, en toch zoo futloos, en toch met zulke mogelijkheden. Tijs zag niet het haar en de snor, vooral niet de laatste, naar zijn idee vaag weerzinwekkend. Hij zag de

[pagina 147]
[p. 147]

oogen. Hadden ze iets van hem gewild, hij zou het blindelings hebben gedaan. Ze gaven geen advies over geldbelegging. Hij werd korzeliger nog.

- Ik zou wat luchten, zei de oude. Je kunt de rook hier snijden.

Hij gaf Tijs een oude koele hand, de vluchtige hand van een zakenman met veel zaken.

- Het had niets te beduiden, zei Henri glimlachend, in elk geval had het best kunnen wachten tot je weg was. Ik verdenk er mijn ouwe heer van dat hij eens wou zien of ik werkelijk in conferentie was. Dat is in geen jaren gebeurd.

Tijs had zijn besluit genomen. Beter nog maar wat geld wagen op de beurs dan niets doen.

- Best, zei Henri, dan ziet de ouwe heer meteen dat het een echte conferentie was.

Tijs stak een nieuwe sigaar op. Henri luchtte niet. Helmstrijd kwam, maar was aan het rookhol gewend. De ticker gaf zijn koersen af, Tijs wikte en woog, deed zijn aankoopen verspreid, nooit veel op eenzelfde kaart.

Onderwijl was Henri er weer tusschen geraakt met zijn beschouwingen.

- Weet je wat het achtenswaardige is van deze zaak? Dat is de stof waarmee hij werkt. Dat is het papier. Want het papier is de

[pagina 148]
[p. 148]

edelste grondstof. Zeker, de fabrieksdirecteur werkt met papier, maar zijn fabrieksarbeider niet. Hier werkt àlles met papier, tot de jongste bediende die het alleen maar brengt van de eene afdeeling naar de andere. Ben je het niet met me eens, Helmstrijd?

De procuratiehouder had met één oor gehoord.

- U vergeet een papierfabriek. Daar gaat dat alles nog veel meer in het groot.

- Dat is een echt mopje voor een ticker, zei Henri goedig. Nee, daar werken ze ook met cellulose en vodden en machines. Daar máken ze de grondstoffen voor de intellectueele beroepen, dat is verre van edel. En wij verbruiken de edele stof, wij, dat wil zeggen de advocaat in zijn stukken, de notaris in zijn acten, de bankier in zijn nota's. Het papierverbruik is het kenmerk van het intellectueele beroep. De adeldom van zijn beroep straalt zelfs af op het geld dat hij ermee verdient, want ook dat is weer papier. Of, zei Henri, het is een opperpapier, dat zijn stoffelijkheid heeft achtergelaten, dat een ziel van papier is geworden, - het is rekening-courant.

Weer streek hij even langs zijn snor, terwijl de anderen al niet meer luisterden.

Wat later zaten ze inderdaad met hun borrel.

[pagina 149]
[p. 149]

En de rook was dicht en grauw in het warme, niet geluchte privé-kantoor.

Tijs rookte zijn eigen sigaren. De zoetige sigaretten van Henri met hun tikkeltje opium en rozenolie smaakten hem niet meer. Door het zoet parfum lag in strengen het hartiger, eenvoudiger van zuivere tabak.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken