dienste van jullie zelf of van jullie voorouders.
- Ja, dat begrijp ik, jij ziet de dingen anders, jij hebt een heldenvereering voor de daad. Maar geloof me, Tastenbreker en Lorrewa is onbestaanbaar.
- Geloof mij dan dat ik haast het mooiste van mijn heele leven vind dat mijn vader een meesterknecht was.
Henri glimlachte. Tijs zei:
- Wil je nog zitten met de zoon van een meesterknecht?
Henri bleef glimlachen.
- Ik zit met wat ik taxeer op minstens een ton.
- Dat is ronduit parvenu-achtig.
- Nee, dat is het niet. Het kan natuurlijk van een ander zoo wezen, maar niet van mij. Daarvoor moet je me nu toch wel kennen. Het gaat alleen in tegen de gedegen moraal. Het is mijn eigen moraal. Voor mij bestaan geen andere mannen dan heeren of heeren in wording. Al ben ik een schaduw, ik wil de schaduw zijn van een heer, een schaduw met een behoorlijke naam, niet een bastaard van een schaduw.
- Dat wordt me langzamerhand te grijs.
Toen dwaalde Henri weer af naar de firma, naar den ouden Tastenbreker, diens zelfver-