Paddestoelen (onder ps. Ton Ven)(1916)–F. Bordewijk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Buitenleven. Aan Eduard, vriend van Ton. Wat is de zomer goed! - De ranke ranken om 't raam, en voor ons huis de wijde weiden, die naar het hooggeleerde Leiden leiden. O, laat ons God met stomme danke danken. O, laat ons - twee veredeld-blanke blanken - o, laat hier de eeuwigheid ons beiden beiden. Laat ons tezamen onze strijden strijden, maar nooit meer aan de speelhuisbanken banken. [pagina 18] [p. 18] Wat is het leven goed! - De dagen dagen in vreugd. De nachtelijke manen manen tot rust. Hier zal ons nooit een deeren deren. Hier zullen ons geen steedsche plagen plagen. Maar wij, we gaan ons nieuwe banen banen, en tot de godheid vele keeren keeren. Vorige Volgende