meer hoog dan breed, met hoge verdiepingen, moest het zo'n tachtig jaar oud zijn, gezet in een tijd zonder oog voor verhoudingen tussen huis en landschap. Zulk soort gebouwen staan altijd beklemmend geïsoleerd.
Mijn verrassing was groot toen ik geen lege gelagkamer vond, maar een gezelschap van acht mensen, vier dames en vier heren; - dames en heren waren het werkelijk. En toen even later de storm tegen de ramen losbrak hoorde ik aan hun uitroepen, dat zij, evenals ik, maar eerder, hier een schuilplaats hadden gezocht.
Zij voerden zonder te schreeuwen een luid gesprek over bloemen en planten. Toen ik een hunner met professor hoorde toespreken begreep ik dat zij een botanisch gezelschap waren op een studietocht. Zij namen van mij in het geheel geen notitie.
Maar toen de waard mijn koffie voor mij neerzette bedacht ik dat er voor vandaag, wat mij althans betrof, geen sprake kon zijn van verder reizen. Het was echt zo'n beestenweer dat de gehele nacht zou doorwoeden. Je mocht blij zijn wanneer het morgen al over was, en ik zegende mijn toevlucht. Ik vroeg daarom aan de waard logies voor die nacht. De waard keek me aan.
- Ja, u kunt er niet door, dat spreekt. Maar alle goede kamers zijn bezet.
Hij wees op het gezelschap dat mij ook hierin vóór was geweest.
- Ik heb vier logeerkamers boven, zei hij, en wat me anders nooit gebeurt, dat is me nu overkomen. Ze zijn allemaal weg... Ik kan u nog wel helpen met een kleinere kamer, maar die gebruik ik eigenlijk niet. Ik heb geen ledikanten over, een veldbed kan ik daar wel voor u maken, en een