oprecht spijt, dan zou ik haar gewoon mijn hand toesteken en zeggen: alles vergeven en vergeten.
- U hebt karakter, zei hij vol bewondering.
Er viel een moeheid over haar trekken. De laster was zo grof geweest, zo ontstellend grof in het herdenken, dat ze zich haast schaamde er het mikpunt van geweest te zijn.
- Misschien is het karakter, ik weet dat niet. Misschien is het volslagen karakterloos. Misschien is het teveel karakter, en dus ook weer niet het ware... Maar één ding wou ik graag weten. U vertelde me dat de jonge Termunten zo is gepousseerd. Weet u ook of zijn vader daaraan mee heeft gewerkt?
- Zeker. Juist hij moet het geweest zijn die voor de zoon veel bereikt heeft.
Aurora dacht even na. Ze had dit al vermoed; ze had dus nu twee vriendschappen verloren. Ze zei:
- Daarnet sprak ik van vergeven en vergeten. Maar dat lijkt me achteraf niet juist. Ik geloof dat wij, mensen, alleen maar moeten vergeten. Als we vergeven nemen we een plaats in die niet voor ons bestemd is, een troon. Vergeten is voldoende.
Al stond ze boven haar geval, dit nam niet weg dat ze bij het afscheid nemen hem nuchter en glimlachend vroeg of hij zijn declaratie nu maar gauw wilde zenden.
Weer buiten kon hij enkel vaststellen dat zij het stadium had bereikt waarin een raadsman geen taak meer heeft. Hij prees zich gelukkig dat hij niet over hoger beroep had gesproken. Het zou een wanklank zijn geweest, een ruwe verstoring van de sfeer in dat huis.
Aurora wist er niets van dat haar geval toch nog een nasleep had; het was de as geworden waarom drie procedures waren gaan wervelen: van Max Nathans tegen Leo, omdat ze hem het geleende geld niet terugbetaalde, van Fronto tegen Leo, omdat ze hem het saldo van zijn honorarium niet voldeed, en van Judaeae