kop tee, en evenmin was er sprake van bekoorlijk wimperen, want Leo begon onmiddellijk over het voorgevallene, niet aarzelend en aanhalig, maar hard, koud, brutaal, vinnig.
Toen ze van het eerste deel van haar lastercampagne verslag had gegeven kon hij zich niet meer inhouden en sprong op.
- Maar schepsel, wat heeft je bezield? Zie je dan niet in... ik laat nu nog daar hoe vulgair en abject zoiets is... maar is het dan geen ogenblik bij je opgekomen dat je met vuur hebt gespeeld, dat zoiets ontzettend gevaarlijk is, juist voor jezelf?
- Gevaarlijk? Waarom zou het gevaarlijk zijn? Mag ik niet aan mijn vriendinnen vertellen dat die dochter van haar te vroeg is gekomen? Maar begin alsjeblieft met te gaan zitten.
- Ik zal staan als ik daar zin in heb. Maar weet je wel dat wat jij gedaan hebt, dat dat lasteren is, en dat daar straf op staat?
- Jawel, jawel, dat heb ik al meer moeten horen. Maar ik geloof er niets van. Ik hoef toch niet iemand die ik niet kan uitstaan tegen iedereen op te hemelen? Ja, als ik het tegen haarzelf gezegd had, dàn was het wat anders geweest. Maar zo... geen sterveling kan me wat maken.
Hij kon vloeken over zulk een geraaskal. Hij hield zich in en vroeg:
- Verder, verder. Hoe is het afgelopen? Is het nu uit? Heb je je excuus gemaakt?
- Dan zal je eerst weer gaan zitten. En anders zwijg ik.
Hij wist wel, hij had dadelijk gemerkt dat ze in een ruzieënde stemming was. Ze vergaf hem niet, nooit, zijn omgang met Aurora, en ze had behoefte hem weer eens te sarren. In Godsnaam, hij moest de rest weten. Hij zette zich, hij zat gebogen, de armen slap steunend op zijn knieën, nors kijkend naar de kachel. Hij kreeg het vervolg te horen. Hij voelde dat Leo niets verzweeg, en voor het ogenblik was hij meer verbaasd dan vertoornd. Want hij had gedacht dat het vervolg de ontknoping