Gedichten(1861)–Pieter Joost de Borchgrave– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 322] [p. 322] Aan eenen openbaaren Ambtenaar met het ridderkruis vereerd. Puntdicht. Adder uit een poel gesprooten, Pest voor Neerland's koopvaardy, Wangedrocht der maatschappy, Plaag voor kleinen en voor grooten! Satan aan de Hel verpand, Ja, gy deed onz' handel kwynen: Gy wist welvaart te ondermynen In ons dierbaar Vaderland. Aan den koning. Zoo schonk uw' Vorstelyke hand Tot loon van 't schandlykst logenspreeken, [pagina 323] [p. 323] Het grootste Kruis van 't Leeuwenteeken Aan 't grootste kruis van 't Nederland. O! moog thans Amstel's burgery Den gunstling zyn' verdiensten loonen! Zy schonk hem, om haar gunst te toonen, Drie kruissen op zyn' rug daarby. Of, liever roept het volk met algemeene stem: - o Vorst! hangt hem aan 't kruis, maar niet het Kruis aan hem!... 1817. Vorige Volgende