Brusselschen Blom-hof van Cupido(1641)–Willem van der Borcht– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Klink-Dicht. Den Minnaer seydt sijn ghesteltenisse. Ick staen ghelijck een kindt schier stemme-loos en sien, Mijn wijsheydt is voor-hen', ick kies d'onnooselheden, En my dient voor mijn ampt op eenen stock ghereden, Te spelen met den top, en vol van vreesen vliên, Voor eenigh mommie-tuygh, en met de poppe-liên Te pickelen, oft wel met kinderen te koten, Die zwieren voor mijn deur', oft met een spel te loten, Ick wil my met den hoop aen dese kudden biên, En loopen de handt-uyt, oft voor mijn wijse boecken Vervullen dese handt met kleyne oortjens-koecken, Oft met een molenken gaen drillen teghen windt, Oft rollen desen reep, en zwieren achter straten Met den papieren draeck, en hier dees les uyt-vaten: Dat wie in liefden tredt wordt ander-mael een kindt. Vorige Volgende