Voor rede vatbaar
(1995)–R.J.G. de Bonth, G.R.W. Dibbets– Auteursrechtelijk beschermdTien voorredes uit het grammaticale werk van Van Hoogstraten, Nylöe, Moonen, Sewel, Ten Kate, Huydecoper (1700-1730)
[pagina 113]
| |
Ga naar margenoot+Aen den lezer.Ik hebbe in dezen derden druk van dit kleen werkje by de Berichten voordezenGa naar voetnoot1 aan u gegeven, niets te voegen.Ga naar voetnoot2 Dat het aengegroeit is, zult gy zelf by het behandelenGa naar voetnoot3 vernemen.Ga naar voetnoot4 Welke vermeerderingGa naar voetnoot5 door my van tydt tot tydt gedaen met veele byvoegselenGa naar voetnoot6 gesterktGa naar voetnoot7 is uit de Aentekeningen my toegezonden door den EerwaerdigenGa naar voetnoot8 en geleerden heer Peter Poeraet, dienaer des Goddelyken woorts te Nederhorst, een keurigGa naar voetnoot9 kenner onzer taele, in het doorgronden van welker aert en eigenschap hy vander jeugt af aen zich geoeffent heeft. Tot gereeder lichtGa naar voetnoot10 hebben wy hier ook aengehecht een bladtwyzerGa naar voetnoot11 van alle de woorden, hier verhandelt,Ga naar voetnoot12 en daer nevens by elk het geslacht uitgedrukt.Ga naar voetnoot13 Ook gaet hier agter het antwoort des ongenoemdenGa naar voetnoot14 schryvers op den brief des heeren Arnold Moonen, waer van wy [*****3r] gesproken hebben in onze AenspraekGa naar voetnoot15 aen u, gestelt voor den tweeden druk.Ga naar voetnoot16 Dat nu deze uitgave zoo laet opkomt,Ga naar voetnoot17 daer van zyn oir- | |
[pagina 114]
| |
zaek geweest onze gestadigeGa naar voetnoot18 en aen een geschakelde bezigheden; waer van wy eene onverwachte verpozingGa naar voetnoot19 gekregen hebbende met Tityr by den Mantuaenschen dichterGa naar voetnoot20 mogen uitroepen:
Een Godt verleende ons deze rust.Ga naar voetnoot21
Dus hebben wy uw gedult niet langer rekkende ons ook bevrydt van de gestadige aenmaningenGa naar voetnoot22 der genen, die gewilt hebben dat wy hunne verwachtingGa naar voetnoot23 voldeden. |
|