Voor rede vatbaar
(1995)–R.J.G. de Bonth, G.R.W. Dibbets– Auteursrechtelijk beschermdTien voorredes uit het grammaticale werk van Van Hoogstraten, Nylöe, Moonen, Sewel, Ten Kate, Huydecoper (1700-1730)
[pagina 47]
| |
Ga naar margenoot+Voorrede aan den lezer.'t Is een gemeen spreekwoort, dat de ene dag den anderen leert.Ga naar voetnoot1 De waarheit hiervan ondervint niemant beter, dan die zich in kunsten en wetenschappen, en inzonderheit in de kennis der talen, oefent;Ga naar voetnoot2 een werk, dat op enenGa naar voetnoot3 dag niet te beginnen en te volenden is, maar daar jaren aan vast zyn,Ga naar voetnoot4 eischende lust en vlytGa naar voetnoot5 om alles naukeurig aan te merken,Ga naar voetnoot6 begane misslagenGa naar voetnoot7 te verbeteren, en zoveel mogelyk is, naar de volkomenheitGa naar voetnoot8 te streven. [A2v] Dien dit verdriet,Ga naar voetnoot9 of die het zich schaamtGa naar voetnoot10 te leren dat hy tevoren niet wist, zal nooit wys worden, noch tot grondige kennis van enige wetenschap komen. Het is weinige jaren geleden,Ga naar voetnoot11 dat ik deze Aanleiding tot de Nederduitsche taal voor de eerste maal aan het licht gaf; en zy is den Liefhebberen onzer schone moedersprake ook niet onaangenaam geweest, en gunstig vanGa naar voetnoot12 hun ontfangen. Nu komtze andermaal te voorschyn, doch wat meer beschaaft,Ga naar voetnoot13 en hier en daar met enige veranderingen, naardienGa naar voetnoot14 ik zedert dien tyt verscheide dingen, zo door eige oefening,Ga naar voetnoot15 als onderrechting van braveGa naar voetnoot16 mannen, opbouwerenGa naar voetnoot17 der Nederlant[A3r]sche tale, hebbe aangemerkt,Ga naar voetnoot18 die ik tevoren voorby zag. By het oordeel van andere Taalkundigen | |
[pagina 48]
| |
te horen, en hunne aanmerkingen met de myne te vergelyken, vont ik altyt baat; want, gelyk Vondel eldersGa naar voetnoot19 schryft, verscheide oordelen schieten verscheide stralenGa naar voetnoot20 uit, en zienGa naar voetnoot21 de dingen van alle kanten door en weder door, terwyl een enigGa naar voetnoot22 oordeel maar een enigen straal uitschiet, en arm by den rykdom van velen is.Ga naar voetnoot23 Ook heb ik dit werkje met enige nieuwe hooftstukken vermeerdert, dienende inzonderheit voor die zich willen oefenen om enen goeden styl te schryven zo in historien, redevoeringen, als andere stoffen.Ga naar voetnoot24 Nu de Heer A. [A3v] Monen zyne Nederduitsche Spraakkunst heeft uitgegeven, zou het voor my onnodig werk schynen meer regels der Spraakkunst hier by te voegen; hoewel ik met zyn Eerw. juistGa naar voetnoot25 in alles niet overeenstemme, vooral niet in de spellinge: Ga naar voetnoot26 doch het lust my niet hierover veel te twisten; ik hebbe myne mening met redenen gesterkt, en late het oordeel aan den Taalkundigen Lezer, die die Spraakkunst en deze Aanleiding beide kan gebruiken, kiezen wat hem bestGa naar voetnoot27 behage, en uit beide zyn nut trekken. Vaar wel.
J. Nylöe. |
|