| |
| |
| |
I.K. Bonset
Het andere gezicht
Dadaïsme Wanneer achter ‘onzin’ een diepere zin schuilt dan die van de norm, is ‘onzin’ niet slechts geoorloofd maar zelfs noodzakelijk. Zo zal het dadaïsme nieuwe overzinnelijke normen scheppen. |
Portretschilders (typische voorbeelden: van Haverman tot Veth) Notariszielen. Het opmaken van een nauwkeurig protocol met verf van een gelaat heeft niet meer kunstwaarde dan een notariële akte literaire waarde. |
De kritiek De waarheid betreffende enig inzicht is altijd door de consequentie aan het licht gekomen, maar de dagbladredacteuren zijn altijd inconsequent. Wanneer ze consequent waren, dan stuurden zij een bok naar de schilderijententoonstellingen. |
De waarde der onwaarden Wat is een huis zonder riolering? Niets. Wat een opkomende cultuur zonder telaatgeborenen? Niets. |
Realiteit Alles is waan. Alleen de sterkste waan wordt tot sublieme realiteit. |
Begrijpen en niet begrijpen Dogmatische tijden zijn die, waarin de mensen elkaar begrijpen. Dat wil zeggen de grootst gemene deler hunner mentaliteit heeft zich in ‘normen’ vastgezet. Men verstaat elkander en er is orde binnen de kom der normen: onware orde. In scheppende tijden
|
| |
| |
daarentegen begrijpt niemand iemand: er is geen orde. Er is ware wanorde. Dat is het zekerste teken, dat we vooruitgaan naar de ware orde. |
Waarheid en godsdienst Sluiten elkander uit. Het een is levensuitbloei, het ander onderdrukking van leven, oorzaak van ziekten en normaliteitsdwang. Hebt gij de waarheid lief? Spuw gif. U zelf? Pleeg vormgodsdienst. |
De waarde van het abnormale Wat is abnormaal? Wat afwijkt van de tot dogma geroeste vorm. De ontkenning van deze norm maakt nieuwe waarde mogelijk. Het abnormale is voorwaarde voor nieuwe waarden. |
De aap in de mens De imitatiekunst van voorheen is wel het beste bewijs voor Darwins theorie betreffende de afstamming van de mens. Wanneer men de musea in Europa slechts bezoekt behoeft men niet meer naar de fossielen der overgangsvormen te zoeken.
Evenwel... het is de meeste ‘kunstenaars’ nog niet gelukt de aap in zich te overwinnen. |
Massatoestand Het is niet prettig, muis te zijn tussen twee katers. |
1600-1920 ‘Rijp zijn is alles,’ zei Shakespeare, maar rot zijn is nog veel meer. |
Der vetten kwaal Geestelijke ondervoeding is de kwaal der vetten. |
Verf des tijds Al heeft men met zwarte verf het woord ‘proletariër’ op zijn tanden geschilderd... men is daarmee nog geen revolutionair. |
Genie Genie is een systeem van dwingen. |
Levensmathematica Wat wij van de mathematica moeten leren is het systeem der uitbreiding. Willen wij vanuit het punt-ik een overlichamelijk-uitgebreid-ik (R4-ik) construeren, dan moeten wij beginnen ons van punt-ik (een
|
| |
| |
toestand van geheel in zichzelf afgesloten individualisme) tot lijn-ik, van lijn-ik tot vlak-ik, van vlak-ik tot lichaam-ik, van lichaam-ik tot overlichamelijk-uitgebreid-ik te ontwikkelen. Dit gaat niet zonder dat wij ons voorgaand ik gedurig in liquidatie brengen. Deze mathematische evolutie, deze vermenigvuldiging van levensassen is de moderne mens noodzakelijk. |
Schepping der nieuwe wereld Wij kunnen geen wissels meer afgeven op het hiernamaals. Hier en hiernamaals zijn in het nieuwe inzicht één. De christelijke bank is gesprongen. Het hemelingenverkeer stopgezet. Goed en wel - er is dadaïsme en revolutionaire wil. En er is chaos. De wil heeft deze chaos maar te bevruchten en de grondslagen der nieuwe wereld (het hier-hiernamaals) zijn gelegd. |
De waarheid komt aan het licht Was de hemel onzer voorvaderen niet een soort van lommerd? En heeft men er niet zijn laatste hemd heengebracht? Geen wonder dus dat men nu naakt komt te staan. |
Voorstelling en werkelijkheid Alle tijden schiepen zich een voorstelling der levensidee. Dat is nu voorbij. De levensidee schept zich thans in ons een voorstelling. |
Opheffing der contrasten De zwemmers in de poel der gevoelsnormen schelden de nieuwe beelder: Intellectueel. In plaats van onaangenaam moet het hem aangenaam zijn. De verwarring van verstand met geest is noodzakelijk in een tijd van soevereiniteit van het gevoel. Het verstand werd als contrast van het gevoel ondervonden. Het nieuwe inzicht (het overzinnelijk gezicht) heft dit contrast op. Door de soevereiniteit van de geest zal de nieuwe beelder gedwongen zijn, ook elk contact met de gevoelsnormen als menselijkheid, liefde, kunst, religie enzovoort te verbreken. Deze en meerdere sentimentele misvormingen van het gevoel zijn hem geen stof tot beelding meer. Zolang het gevoel zich niet tot inzicht verscherpt, blijven de gevaren der sentimentaliteit voortbestaan. |
| |
| |
Man en vrouw De man erkent het leven als voorstelling, soms zelfs als begrip. De vrouw erkent het leven als werkelijkheid, een erkenning die zich in de omvang van het moederschap projecteert. Daarom komt de vrouw de werkelijkheid nooit te boven. Het leven is haar feit. Vermeerdering, de bevestiging van het feit. Dit schakelt de voorstelling en vanzelf het inzicht uit. Zo manifesteert het ‘vrouwelijke’ zich als natuurlijke activiteit, als vorm.
Voor zover het mannelijke daaraan deel heeft kan de vrouw, per intuïtie, inzicht hebben, maar het is niet (universeel) gegrond. Vandaar dat er geen vrouwelijke denkers, systematici, kunstenaars enzovoort zijn.
De geestelijke activiteit, het-voortdurend-van-zich-afstoten van het leven, maakt de man geschikt zijn abstracte levenservaring te realiseren. Het overzintuiglijke wordt op het zintuiglijke afgestemd. Deze strijd op een hoger plan, deze ontkenning van het leven als feitelijkheid, maakt hem ongeschikt voor het standpunt van de vrouw: hij wordt hier mechanisch. Het is zijn doel niet het levensapparaat, als 'n stuk speelgoed, voortdurend op te winden. Het is zijn ‘moeten’ het levensapparaat stuk te slaan - in welke vorm dan ook: als wetenschap (mechanica, bacteriologie, chemie, mathematica enzovoort) of als kunst of als leven of als wat dan ook - ten einde de delen en elementen van elkaar te scheiden en deze volgens de geestelijke wetten van zijn inzicht in andere verhoudingen met elkaar samen te brengen, te verbinden, tot een nieuw of althans ander geheel. |
Nieuwe levensruimten Elke veroverde ruimteafmeting doet in (voor) een bepaalde tijd dienst als levensas. Zodra deze as is versleten, wordt er een nieuwe ruimteafmeting ontdekt en alle waarheden, levensfeiten en voorstellingen der realiteit die door een voorgaande levensas waren bepaald, storten onverbiddelijk in de afgrond van het niet-zijnde zijn. Door ontwikkeling van het andere gezicht, het x-stralenzintuig, het abstracte oog, wordt de waarde van het negatieve in de simultaneïteit van alle ruimteafmetingen als enig mogelijke realiteit ervaren. Vanuit deze occulte realiteit, die zowel de geest als de materie doordringt, zal het leven zich in tegenovergestelde richting van het verleden ontwikkelen. |
| |
| |
Omzetting en uitwisseling Wat voorheen gedachtenbeeld was, wordt nu realiteit (even de beperking van dit begrip aangehouden). De wetenschap (in al haar vormen) ontwikkelt zich, bewust of niet, reeds meer naar het occulte.
De psychoanalyse bijvoorbeeld toont dat onze gevoelens en gedachten onder ons verdeeld zijn en wat bij de een abstract is, bij de ander reëel wordt, wat bij de een onbewust is, bij de ander tot bewustzijn komt enzovoort. Alle transcendentie wordt eens steenharde realiteit. En dit is zowel van terugwerkende als van vooruitwerkende kracht. De erkende tijdruimtelijke realiteit wordt reeds begrepen als projectie van de occulte realiteit. |
Duimstokmoraal Het vegetarisme is een kwestie van de duimstok. Er verloopt geen seconde of wij zwelgen in gedierten, worden door gedierten verzwolgen. Ook de microscoop, karikatuur van het groot en klein, is een materieel ‘ander gezicht’. Het levensbeginsel is absoluut amoreel. Aan elke ‘geboorte’ gaat 'n vernietiging vooraf. De moraliteit van de duimstok is 'n blinde zelfverdediging en wanneer bloed een andere kleur had zouden vegetarisme en christendom minder aanhangers hebben gehad. Door ons met onze gehele zwakte op deze moraal van de duimstok te werpen met geen ander doel dan ons buiten de eeuwigdurende verwisseling van levensvormen te houden, ontnemen wij ons zelfs grotendeels de mogelijkheid, scheppend deel te nemen aan het universele levensgebeuren. |
De filosofie van onze tijd De parlementaire filosofie (Kant, Hegel, Fichte enzovoort), systematisch op- en uitgebouwd in vastgestelde afmetingen (denkvormen), is waardeloos in onze tijd, waarin Schopenhauers zelfvernietigingsprinciep in vervulling gaat. Deze vormvernietiging komt tot uitdrukking in de intuïtieve filosofie van Nietzsche, Bergson en dada (Val Serner), het vormloze denken, waarbij het object zich met het subject vereenzelvigt. Het individu of denksubject heeft zich in het universum ingeschakeld. In het vormloze denken is het niet het ‘ik’ (bewustzijn) maar het ‘alles’ (universele onderbewustzijn) dat denkt.
Ik wil dit het gescheiden-ongescheiden denken heten. |
| |
| |
De natuur van de geest In het geestelijk prisma zijn de assen beweeglijk en niet stabiel. Zij worden gedurig in de tijd verlegd en door de tijd vermenigvuldigd. Bij het verspringen der facetten - het wettelijk gevolg der beweeglijkheid (geestelijke activiteit) - verschijnt gedurig een andere kleur door de oneindigheid geprojecteerd. Deze projecties noemden wij voorheen denk-beelden, doch het beeldend denken erkent ze als werkelijkheid, als leven, als onzelfstandige eenheid met de materie. |
Individuele en collectieve bevrijding De massa is de baaierd. De persoonlijkheid de wil. Deze gaf steeds aan de eerste orde eenheid, evenwicht. Slechts een collectieve persoonlijkheid zal door eenheid van wil (geordende wilsconcentratie) een nieuw levensevenwicht scheppen. Wanneer een massa niet tot algemeen bewustzijn komt van ‘zichzelf’ en zich niet als massa, als blok bevrijdt, dat wil zeggen, verindividualiseert is er geen actie vanuit een collectieve wil mogelijk, al wordt deze ook al van buitenaf door de individuele persoonlijkheid gewenst, met het doel door middel van de massa, het blok, de natuurlijke vorm der samenleving te vernietigen. Terwijl de individuele persoonlijkheid de natuurlijke vorm van de samenleving (letterlijk en ideëel) te boven is, is de massa aan de individuele persoonlijkheid nog niet toe. Zij leeft nog in vorm, door vorm, als vorm en is voor een ‘vormloze’ samenleving, voor gezag(dwang)loze orde, vrijwillige orde, nog onrijp. |
Waarde der vernietiging Door vernietiging maakt de geest zich tot voorstelling van de wil. |
Van mansarde tot kelder De geest is een huis met vele etages. De eerste etage is de mansarde, de hoogste etage de kelder. Het leven van elke geestelijke mens (van elke menselijke geest) is van deze waarheid de zeer precieze voorstelling. |
Ruimte, tijd, natuur Ruimte is getal. Tijd vermenigvuldiging. Natuur een repeterende breuk. |
| |
| |
Organisme - Mechanisme - Wil Elk mechanisme is de vergeestelijking van een organisme. De wil is de activiteit, die de kracht van het universele mechanisme overbrengt op het individuele mechanisme.
De libido sexualis is van de wil de drijfriem. De wereld is de voorstelling van de wil. Bij bestendiging van het organisme kan het leven zich niet evolueren tot mechanisme. Het blijft in zichzelf impotent.
Ondanks de verheerlijking der willoosheid (afwezigheid van handeling) en der aseksualiteit der godsdiensten (Brahma - Boeddha - Christus) heeft daartegenin en daartegenover de wereld zich als mechanisme doorgezet - of juister, zet zich als mechanisme door. Geestelijkheid realiseert zich slechts in de mechanische levenshouding, waarin zowel de individualiteit als de sentimentaliteit (consequenties der organische levensopvatting) zijn opgeheven. |
Roem - Roem is schaamteloze dankbaarheid |
Het gevaar van het dogma Christus is de vernaturaliseerde voorstelling van een beperkt begrip der waarheid, gezien vanuit één bepaald punt. Zonder deze tot symbool gestolde vorm der ‘waarheid’ was het christendom nooit tot dogma voor het volk geworden. Dit dogma is thans de roede die men boven het volk houdt. En zo wordt elk dogma een gesel en een belemmering om het leven in zijn ware vorm te veroveren. Laat dit een waarschuwing zijn tegen alle dogmaconserven. |
Ja en neen Neen is de sterkste prikkel tot ja. |
Résurrection anonyme De schilderkunst is de wedergeboorte van onszelf in de Olieverf. |
Zelfmoord en Kleptomanie Het leven te midden van kleptomanen en impotenten, gegeseld door het dogma dat hun als strohalm dient, doet ons het individualisme, het bezitsbesef van zich en van anderen, kennen als een der zekerste vormen van zelf-kleptomanie.
De onmiskenbare attributen zijn: gesloten vensters, bestofte kerkboeken, baai lijfgoed en prullen, prullen, prul- |
| |
| |
len. Deze kleptomaniakken houden de geest in stand door hun natuurlijke traagheid, die zich in alle vormen van kunst, godsdienst en wijsbegeerte gretig openbaart. Zodra het andere gezicht een kwestie werd van getal en niet van anders, dit is waar-zien, zou de massa, als zodanig uit elkaar vallen en het klassieke begrip ‘vorm’ zou waardeloos worden. Er zou een collectief inzicht ontstaan, een dogmatische stabiliteit die de geest zou verlammen enzovoort. |
Onmacht der religie De religie is een compromis tussen geest en natuur, die elkaar vijandig zijn. In deze vijandschap ligt de gezonde mogelijkheid van het leven en ofschoon de religie tevergeefs getracht heeft de twee helften van ons bestaan aaneen te lijmen, stoten ‘geest’ (mechanisme) en natuur (organisme) elkaar voortdurend af. Het leven is geen duimdrop. Slechts bij ontkenning van tijd en ruimte als positieve waarden kan men 2 zien als 1. In dit ‘verkeerd’ zien is de waarheid gelegen. |
De vette lijken Elk tijdperk heeft zijn gieren en jakhalzen, die azen op lijken ener vergane kunst, religie of cultuur. Zij voeden zich daarmede gretig en worden vet. |
|
|