Zangen van hoop(1919)–S. Bonn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Heeft je moeder opgespeeld? Heeft je moeder opgespeeld? heeft ze met de tang geslagen? mag je geen nekvlokjes dragen? 't halsje niet naar Evaas beeld. Knipte zij het lokje af? lei ze om het rose halsje met 'n boozen grijns en ‘als je!’ 't zijden doekje strak en straf. Och laat oude moeder gieren, morgen is het zonnedag, morgen gaan wij Zondag vieren. In het koren zal ik plooien 't zijden doekje naar omlaag en je lokjes als 'n kraag zal ik om je nekje gooien. In het koren zal ik kussen al de traantjes uit je oogen, zal het wangetje wel drogen bij het in mijn armen sussen. Laat de oude moeder gieren, morgen is het zonnedag, morgen gaan wij Zondag vieren. En de leeuwrik om zijn eitjes zal wel zingen voor ons twee, korenbloem en zonnezee zal dan blinken voor ons beidjes. En 'n krekel en 'n sprinkhaan en 'n worm of roode mier klikken mensch noch kind 'n zier wat wij doen, of wat wij gaan. [pagina 90] [p. 90] Laat de oude moeder gieren, morgen is het zonnedag, morgen gaan wij Zondag vieren. En begint ze Maandag weer, dan mijn lief 'n handtal dagen heb je het maar te verdragen dan is het weer onze keer. Dan gaan wij weer langs de paadjes waar 'n Moer noch mensch ons ziet, in de halmen in het riet in de nauwe stammenstraatjes. Laat de oude moeder gieren, morgen is het zonnedag, morgen gaan wij Zondag vieren. Vorige Volgende