Zangen van hoop(1919)–S. Bonn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] De Moeder Zou je oude moeder brommen? zou ze aan het deurtje kommen? zou ze om het deurtje kijken of de hemelstrookjes wijken en het spreitje niet meer ligt om het peluw net en dicht? Zou ze om het deurtje hooren? laat ons foppen hare ooren, laat ons stil als muisjes zijn, en geen kaarsje en geen schijn! Donker! donker! laat het wezen, ik kan toch je oogen lezen. Ik kan toch je hartje vinden. Laat ons oude todden winden om de voeten, dat de vloer niet en kraakt 'n luid rumoer. Laat woordjes niet en verder gaan dan de zachte witte waân. Moeders lijken zooveel ouder, hare oude moeder zou d'r zijn gestaan als zij zou doen met 'n tang! en met 'n schoen! Maar ze kan gerust gaan slapen, jij slaapt ook al! hoor ze gapen! Vorige Volgende