Geschiedkundige gedenkstukken en aanmerkingen over het bestuur van Holland. Deel 3
(1820)–Lodewijk Napoleon Bonaparte– Auteursrechtvrij
[pagina 212]
| |
weder en storm vernietigde bijna al de werken, die men had gemaakt. Deze orcaan deed vier Engelsche schepen van 74 stukken op de kusten vergaan. De Engelschen landden bij Tarifa en maakten zich meester van deze stad. In Cadix lag toen veen garnizoen van twee en twintig duizend man, waaronder vijf duizend Engelschen, twee Portugesche regementen en de Spaansche divisie, die het eiland Leon bezettede. De Generaal graham voerde het bevel en de Admiraal vilaviciosa was aan het hoofd der Spaansche vloot. Het Fransche hoofdkwartier bevond zich op het einde van de maand Maart te Chiclana in de nabijheid van Cadix. Op den 23sten Maart nam Keizer napoleon het volgende besluit tegen den Amerikaanschen koophandel: ‘Overwegende, dat het Gouvernement der Vereenigde Staten, bij eene acte van den eersten Maart 1809, waarbij aan de schepen het binnenloopen van de zeehavens, havens en rivieren van gezegde Staten verboden wordt, heeft bevolen: 1o. dat, te rekenen van den 20sten Mei aanstaande, de schepen, onder Fransche vlag, die de havens van de vereenigde Staten aandoen, zullen aangehouden en geconfiskeerd worden, zoo wel als derzelver ladingen. 2o. ‘Dat na datzelfde tijdstip geene goederen of voortbrengsels, van den grond of uit de fabrieken van Frankrijk of deszelfs kolonien komende, in gemelde Vereenigde Staten zullen mogen worden ingevoerd, en zulks uit geen eene eenige | |
[pagina 213]
| |
haven of oord, op straf van aanhaling, confiskatie en eene boete van driemaal de waarde dezer goederen.’ 3o. ‘Dat de Amerikaansche schepen in geene eenige haven van Frankrijk of deszelfs kolonien zullen mogen binnenloopen.’ ‘Hebben wij besloten en besluiten: Art. 1. ‘Alle schepen, die onder Amerikaansche vlag varen, of geheel of gedeeltelijk toebehoorende aan eenig burger van die Mogendheid, die van den 20sten Mei in de havens van ons keizerrijk, onze kolonien of de landen, die door onze troepen bezet zijn, zullen binnenloopen, zullen worden aangehouden. Terwijl de opbrengst van derzelver verkoop in de Amortisatie-kas gedeponeerd zal worden.’ Art. 2. ‘Van dezen maatregel zijn uitgezonderd zoodanige schepen, die overbrengers zijn van dépêches of commissien van het Goevernement van gezegde Staten, en die noch lading noch koopmanschappen aan boord hebben.’ |
|