Geschiedkundige gedenkstukken en aanmerkingen over het bestuur van Holland. Deel 1
(1820)–Lodewijk Napoleon Bonaparte– Auteursrechtvrij
[pagina 284]
| |
Eerste afdeeling.
| |
[pagina 285]
| |
de wetten, de publicatien, de bevelen, de vonnissen en alle akten zonder onderscheid, blijven gebruikt worden. 5o. Er zal geenerlei verandering in den naam of de waarde der muntspecien gemaakt worden, uitgezonderd wanneer daaromtrent door eene bijzondere wet nader mogt worden bepaald. 6o. De oude vlag van den Staat zal behouden worden. 7o. De Staatsraad zal uit dertien leden bestaan. De Ministers zullen rang, zitting en eene raadplegende stem in den Staatsraad hebben. | |
Tweede afdeeling.
| |
[pagina 286]
| |
Derde afdeeling.
| |
[pagina 287]
| |
3o. De Regent zal eenen Raad van inboorlingen bij zich hebben, welkers zamenstelling en werkzaamheden door eene bijzondere wet zal bepaald worden. De Regent zal in zijnen persoon niet verantwoordelijk zijn voor de daden van zijn Gouvernement. 4o. Het Bestuur der Kolonien en alles wat tot derzelver inwendige administratie betrekking heeft, zal bij uitzondering aan den Koning verblijven. 5o. De algemeene administratie des Koningrijks is aan de onmiddellijke directie toevertrouwd van vier Ministers, door den Koning benoemd, te weten, een van Binnenlandsche Zaken, een van Oorlog en Marine, een van Finantien en een van Binnenlandsche Zaken. | |
Vierde afdeeling.
| |
[pagina 288]
| |
Leden; voor Gelderland vier; voor Braband vier; voor Friesland drie; voor Zeeland twee; voor Groningen twee; voor Utrecht twee; voor Drenthe een; voor Overijssel drie. Het getal der Leden van Hunne Hoog Mogende kan, in geval van uitbreiding van grondgebied, door de Wet worden vermeerderd. 1. Voor dit maal, ten einde tot de benoeming der negentien Leden van Hunne H.H.M.M. over te gaan, door welken het in het voorgaand artikel bepaald getal zal worden voltallig gemaakt, zal de vergadering van H.H.M.M. den Koning eene lijst van twee Kandidaten voor ieder der openstaande plaatsen aanbieden. De Departementale vergadering van ieder Departement zal tevens eene dubbelde lijst van kandidaten aanbieden. De Koning zal dan uit de voorgestelde kandidaten eene keuze doen. 3o. De tegenwoordige Raadpensionaris zal den titel van President van Hunne H.H.M.M. aannemen, en in deze hoedanigheid, gedurende zijn geheele leven, blijven. De keuze zijner opvolgers zal plaats hebben op de wijze, bij de constitutie van 1805 voorgeschreven. 4o. Het Wetgevend Ligchaam zal, buiten zijne leden, en met meerderheid van stemmen, eenen Sekretaris verkiezen. 5o. Het Wetgevend Ligchaam zal gewoonlijk twee malen 's jaars bijeenkomen, te weten, van den 15den April tot den 1sten Junij, en van den 15den November tot den 15den Januarij. Hetzelve kan | |
[pagina 289]
| |
ook buitengewoon door den Koning worden bijeengeroepen. Op den 15den November zal het oudste vijfde gedeelte der Leden, het Wetgevend Ligchaam uitmakende, aftreden. De eerste aftreding zal plaats hebben op den 15den November 1807, en voor ditmaal zal het lot de eerste aftreding beslissen. De aftredende leden zullen altoos weder verkiesbaar zijn. | |
Vijfde afdeeling.
|
|