Tweede Delfs Cupidoos schighje
(1656)–Arnold Bon– Auteursrechtvrij
[pagina 115]
| |
[pagina 116]
| |
[pagina 117]
| |
2.
K'spring onbeschroomt int Schuyment nat
En gaap naar Heros baken
Om swemment te naken daar zy mijn om vat.
K'denk noch omde kusjes,
K'denck noch omde vreugt,
Ick denck noch omde lusjes,
Toen wy tsaam ons jeucht,
Offerden met geneucht.
3.
De wint verheft haar toors is uyt,
Het Water drenckt mijn leden,
K'smoor, k'daal naar beneden,
K'worde vis tot beuyt,
K'eyndigh mijne rampen,
K'lef mijn heete brant,
Met Neptuns zilte dampen,
| |
[pagina 118]
| |
Wagt mijn Rif aent Lant,
En Graftme in het Zant.
G.B. |
|