Pinkelman. Het is de mening van een huisvader. Zij komt in het kort hierop neer, dat Pa Pinkelman evenals Don Quichotte de held is van een verhaal, hetwelk ontstond uit de behoefte om ons te vermaken met een beetje spot over andere verhalen van dezelfde aard. Don Quichotte is de dolende ridder, die zijn tijdgenoten wilde laten zien, hoe absurd de verhalen over dolende ridders zijn. Pa Pinkelman is de stripheld, die ons wil tonen, hoe onmogelijk striphelden zijn. Doch daar blijft het niet bij. Het verhaal over Don Quichotte is onzin, maar geen gewone onzin. Het is de heerlijke onzin van iemand, die het leven heel goed kent en heel vurig bemint. Het is de grandioze onzin van een kunstenaar, die vol speels vernuft zit, doch ook vol diep gevoel en vol verlangen naar rechtvaardigheid en goedheid. Dit soort onzin ontlokt de lezer aanvankelijk een glimlach, vervolgens doet het hem schaterlachen, gieren van het lachen, schuddebuiken van het lachen en eindelijk, als de tranen van het lachen over zijn kaken rollen, krijgt hij het besef, dat de dingen waarom hij zo hartelijk en welgemeend lacht, nu juist de dingen zijn, die stemmen tot waarachtige levensernst.
De avonturen van Pa Pinkelman hebben een hoog zedelijk gehalte. Dit maakt ze juist zo leuk. Veruit de meeste avonturen hebben helemaal geen zedelijk gehalte. Er is niets zedelijks aan, paardje te rijden op een leeuw, in een kanonneerboot uit het Merwedekanaal weg te stomen en te belanden bij de bewoners van de planeet Mars of te midden van vulkaan-uitbarstingen toevallig het sleuteltje op te rapen, dat toegang geeft tot het geheime cabinet van doctor Chi Lang Wang. Van deze dingen kan men in het gunstigste geval zeggen, dat zij de zedelijke kern van het menselijke leven niet raken.