| |
| |
| |
Israël, de Europese Commissie, Europa en Nederland
Interview met Manfred Gerstenfeld
Tijdens mijn lidmaatschap van de Commissie werden alle zaken betreffende buitenlandse politiek afgehandeld door de Italiaanse voorzitter Romano Prodi en de Britse commissaris voor Internationale Betrekkingen Chris Patten. Over Israël werd in de Commissie niet veel gesproken. Af en toe werd het door Patten op de agenda gezet.
‘De positie van de eu wat betreft het Midden-Oosten werd vooral bepaald door de staatshoofden van de grote lidstaten. Die zeiden min of meer tegen de Commissie: “Bemoei je niet met dit onderwerp, wij handelen het wel af.”’
| |
De Palestijnen helpen
‘Af en toe werd er in de Commissie gesproken over hulp aan de Palestijnen door de eu. Eén zaak die ik mij herinner was die van de haven in Gaza die moest worden gebouwd, maar waar Israël op tegen was. Ik herinner me dit vooral omdat Nederlanders altijd geïnteresseerd zijn in waterwerken.
Iets anders wat ik me herinner is dat Chris Patten in een plenaire vergadering eens zei dat men het met bepaalde aspecten van de buitenlandse politiek van Israël oneens kon zijn zonder een antisemiet te zijn. Ik antwoordde: “Dat is waar, maar het is ook waar dat antisemieten zich soms voordoen als anti-Israëlieten.”’
Bolkestein zegt dat dit een korte woordenwisseling was zonder persoonlijke ondertoon.
‘In een ander geval, als mijn geheugen me niet in de steek
| |
| |
laat, antwoordde Patten, toen er vragen werden gesteld over de zaak van het Palestijnse misbruik van eu-fondsen: “We zijn er zeker van dat al het geld goed besteed is.”’
Bolkestein legt de houding van veel Britten ten opzichte van het Midden-Oosten uit vanuit zijn eigen ervaring: ‘Toen ik jong was heb ik vier jaar in Oost-Afrika gewoond en gewerkt, voornamelijk in Tanganyika, wat toen een Trust Territorium was. De strategie van de Britse koloniale macht was de zwarten te verdedigen tegen de blanken.
Ik vind de redenering aannemelijk dat tijdens hun mandaat in Palestina de Britten de joden zagen als de blanken en de Palestijnen als de kleurlingen. Hun sympathie met de Arabieren heeft diepe wortels, zoals alles in Europa. De Britten gebruikten Lawrence of Arabia en beheersten het Arabische legioen, aangevoerd door Glubb Pasha.’ Hij suggereert dat deze houding in bepaalde kringen nog steeds voortbestaat.
| |
Het Israëli-dossier
Bolkestein benadrukt dat commissarissen zich met hun volledige inzet moeten richten op het terrein waarvoor ze verantwoordelijk zijn. ‘Op mijn eigen terrein was er slechts één problematische zaak wat betreft Israël: invoerrechten voor producten die waren voortgebracht in bezette gebieden. Ik was door mijn vriend, hoogleraar in het recht Amnon Rubinstein, uitgenodigd naar een conferentie in Israël te komen, en tijdens die gelegenheid heb ik de minister voor Handel en Industrie, Ehud Olmert, ontmoet. We bereikten een akkoord dat producten die daar waren vervaardigd, geen voordeel zouden hebben van het vrijhandelsverdrag met Israël.’
Bolkestein stelt vast: ‘Het Israëli-“dossier” is moeilijk omdat er zo veel factoren een rol spelen. In de afgelopen jaren heeft Israël ongetwijfeld een publieksstrijd verloren. Dit is te wijten aan de intifada en beeldvorming wat betreft het hek. Israël wordt door velen, zowel binnen als buiten Israël, gezien
| |
| |
als de onderdrukker van de Palestijnen. In Nederland wordt dit gezichtspunt verdedigd door de voormalige christendemocratische minister-president Dries van Agt.
Dit is echter maar één factor die hier een rol speelt. Een andere is de macht van het aantal. Er zijn honderden miljoenen Arabieren en zeven miljoen Israëli's. Het is als het overschatten van de macht van China. Het aantal van anderhalf miljard Chinezen is veel indrukwekkender dan de werkelijke grootte van hun handel en het niveau van hun technologie.’
| |
Arabische olie en Europese moslimstemmen
‘In de derde plaats is daar de olie. Over oliecontracten wordt op bilaterale basis onderhandeld, waardoor het een politieke aangelegenheid wordt. De Arabieren hebben veel olie en zouden ooit opnieuw een embargo kunnen opleggen. Nederland heeft dit meegemaakt toen het in 1973 een embargo opgelegd kreeg. Gelukkig hielpen de grote oliemaatschappijen door voorraden vanuit andere landen naar ons toe te sturen.
Een vierde factor is de invloed van zo veel Europese moslims op de buitenlandse politiek door hun stemrecht. Ik ontmoette de vorige Franse minister-president Dominique de Villepin tijdens een Bilderberg-conferentie toen hij nog minister van Buitenlandse Zaken was. Ik vroeg hem in welke mate de aanwezigheid van vijf tot zes miljoen moslims in Frankrijk invloed had op de Franse buitenlandse politiek. Hij antwoordde: “Volstrekt niet.” Dit was niet erg overtuigend.
In een interview eerder in 2006 in L'Express, zei ik nogal wat directe dingen over de Fransen. Ik vroeg mij af wat de Franse politiek ten opzichte van Europa was, aangezien het leek of de Fransen totaal niet wisten wat ze wilden. De Fransen waren heer en meester in Brussel. Tenminste, dat dachten ze. Nu hebben ze echter in Brussel verloren en weten ze niet meer wat hun rol in Europa is.
Mij is ook verteld dat in België de socialisten de officiële er- | |
| |
kenning van de Armeense genocide niet wilden accepteren, omdat ze niet de stemmen wilden verliezen van de Turken die daar wonen.’
| |
Schuld en antisemitisme
‘Een vijfde factor die de zaak nog ingewikkelder maakt is een schuldcomplex tegenover de joden en Israël. Vooral Duitsland heeft hier in sterke mate last van. Maar ook in Nederland speelt het een belangrijke rol, vooral omdat 75 procent van de Nederlandse joden vermoord werd tijdens de Holocaust. Dat gevoel is tegenwoordig wat afgenomen en ik denk niet dat het in andere Europese landen nog echt leeft.
Ten zesde heb je het antisemitisme, dat in Europa ook politieke invloed heeft. Het doet zich vaak voor als anti-Israëlisme. David Pryce-Jones besprak in een artikel in Commentary tot in detail het maar ternauwernood verborgen antisemitisme in de Franse buitenlandse dienst.
Ik heb niet genoeg kennis van zaken om na te gaan of dat waar is. Ik herinner me echter dat De Gaulle in 1967 de joden een bazig en arrogant volk noemde (ce peuple sûr de lui et dominateur). Ik herinner me nog goed de cartoon in Le Monde naar aanleiding van deze gelegenheid, waarin een jood te zien is in concentratiekampkleding die in de provocerende pose van Napoleon staat met een voet op het prikkeldraad.
We kunnen niet zeggen: “De Gaulle was maar een generaal die wel meer domme dingen heeft gezegd.” Hij was nauw betrokken geweest bij de Tweede Wereldoorlog, zij het in het vrije Londen. Men maakt een dergelijke opmerking niet zomaar, daarom hecht ik er waarde aan. Als de Fransen ietwat verhit zeggen: “Wij zijn niet antisemitisch, en zeker onze buitenlandse dienst niet”, neem ik de vrijheid om daar een vraagteken bij te zetten.’
| |
| |
| |
Moslimantisemitisme
Bolkestein herinnert zich de herdenkingsceremonie in Amsterdam voor de 65ste herdenking van de Kristallnacht op 9 november 2003, waar hij een van de sprekers was. Daar zei hij dat de nieuwe uitingen van antisemitisme vaak komen van slecht geïntegreerde islamitische jongeren, en dat hun handelingen vooral worden gebaseerd op het conflict tussen de Palestijnen en Israël. Bolkestein voegde eraan toe dat moslimstaten antisemitisme propageren via de staatsmedia. Veel moslims in Nederland kijken naar televisie-uitzendingen vanuit dergelijke landen.
Tijdens deze gelegenheid herhaalde Bolkestein ook zijn standpunt dat de kern van het conflict in het Midden-Oosten ligt in de onwilligheid van de Arabieren om het bestaan van Israël te accepteren. Hij merkt op: ‘Het moslimterrorisme tegen Europa komt niet voort uit het Israël-Palestina-conflict. Zelfs als dat geschil zou zijn bijgelegd, zou het doorgaan. Dit terrorisme is gericht tegen de westerse cultuur, die door veel moslims als een bedreiging wordt gezien. Aangezien het Westen zijn cultuur niet zal veranderen, moet de Islam zich aanpassen aan de moderne tijden.’
Bolkestein haalt graag Bassam Tibi aan, een in Syrië geboren islamkenner die hoogleraar is aan een universiteit in Duitsland. Tibi stelt dat minderheidsgroeperingen in Duitsland de Duitse dominante cultuur moeten aanvaarden, omdat er anders een parallelle islamitische samenleving zal ontstaan waar belangrijke Europese waarden niet worden erkend. Bolkestein stelt dat volgens het inzicht van Tibi de opkomst van een Euro-Islam kan samengaan met de Europese cultuur en dat dat het beste wapen is tegen moslimfundamentalisme. De belangrijkste vraag is welk type Islam in Europa de overhand zal krijgen: Euro-Islam of sharia-Islam?
| |
| |
| |
Angst, bedreiging en intimidatie
Bolkestein komt terug op de bijeenkomst tijdens de herdenking van de Kristallnacht: ‘Ik kan accepteren dat de Turkse spreker bij deze gelegenheid niet refereerde aan de belangrijke rol van moslims bij antisemitische incidenten. Ik begrijp zelfs dat de Amsterdamse burgemeester Job Cohen, hoewel een jood, ook dit feit omzeilde. Hij stelt dat hij de verschillende groepen samen wil houden. Wat me echter verbaasde is dat zelfs de vertegenwoordigers van de joodse gemeenschap die er als spreker waren, niet de rol van de moslims in het nieuwe antisemitisme in Nederland ter sprake brachten.
Waarom hielden zij zich stil en waarom nemen anderen in Europa eenzelfde houding aan ten opzichte van de rol die Europese moslims spelen bij antisemitische incidenten? Het enige antwoord kan zijn: angst. Veel Nederlanders zijn bang voor moslims, die constant in aantal toenemen. Niemand weet wat de toekomst brengt als zij bijvoorbeeld een absolute meerderheid krijgen in Amsterdam. Daarom denken deze mensen dat het beter is hun vingers hier niet aan te branden.’
Bolkestein voegt hieraan toe: ‘Een paar jaar geleden werd er in Amsterdam door Marokkanen gedemonstreerd ten gunste van de Palestijnen. Een jonge jood die een keppel droeg werd achterna gezeten door een groep Marokkaanse jongeren. Hij vluchtte een van Amsterdams grootste hotels in, het Krasnapolsky, dat aan de Dam staat, waar het nationale oorlogsmonument is gesitueerd. Een dergelijk incident zou een aantal jaren eerder ondenkbaar zijn geweest. Ik was witheet en heb dit ook gezegd.
Het is alleen maar erger geworden. Degenen die durven zeggen wat ze van de Islam vinden, zoals parlementslid Ayaan Hirsi Ali, worden uitgestoten. In plaats van hen te steunen, schrikt de maatschappij ervan terug. Ze hebben politiebescherming nodig. Hetzelfde geldt voor mijn collega bij de Universiteit van Leiden Afshin Ellian, die van Iranese afkomst is en ook kritisch is ten opzichte van de Islam.’
| |
| |
Volgens Bolkestein mist de Europese Commissie zelfvertrouwen. ‘Ik zag dat mijn collega's bang waren voor het Europese parlement en voor de eu-lidstaten. Lidstaten waren bang om kritiek te uiten op de Russen voor hun onderdrukking van de Tsjetsjenen en de manier waarop ze de Georgiërs behandelen. Vooral de oude eu-lidstaten gedragen zich zo.
De Polen en de Litouwers doen dit niet. We hadden een conflict met de Russen die compensatie wilden voor problemen in Kaliningrad - het voormalige Koningsberg waar de filosoof Kant zijn hele leven woonde - vanwege de uitbreiding van de eu in 2004. We hadden moeten antwoorden: “Waar is de compensatie voor alle Letten die zijn gedeporteerd tot voorbij de Oeral?” De toenmalige Letse commissaris is geboren in de goelag.
De Commissie is ook bang voor de Arabieren. En ze waren ook timide tegenover de Amerikanen. De laatstgenoemden wilden de passagierslijsten van vliegtuigen die vanuit Europa vertrokken. Omdat mijn mandaat ook de bescherming van gegevens omvat, moest ik me bezighouden met deze zaak. Sommige Europese parlementariërs zeiden dat we ze niet moesten afgeven omdat dit in strijd was met de Europese wet. Ik vond dat de Amerikanen het volste recht hadden om te beslissen wie er hun land in mocht. Verschillenden van mijn collega's zeiden: “We liggen al over zo veel kwesties met de Amerikanen overhoop. Laten we ze hun zin maar geven.”’
| |
De donkere kanten van multiculturisme
‘Bijna de helft van de inwoners van Amsterdam is nu van niet-westerse afkomst. Dit zal leiden tot een groeiende islamisering van de stad, die zal samengaan met een uittocht van de blanke bevolking. Ook is het in de toekomst niet te vermijden dat er een nationale moslimpartij zal komen. In het verleden hadden we een katholieke partij.
Een dergelijke islamitische partij zal macht verwerven via de
| |
| |
kiezers. Voeg daarbij de hoge olieprijzen en het steeds fundamentalistischer Midden-Oosten. Voeg daarbij de moslimradicalen die geweld voorstaan. Er liggen veel problemen in het verschiet, zowel hier als elders. De rellen in de herfst van 2005 in Frankrijk laten zien wat kan gebeuren.’
Bolkestein merkt op: ‘We zouden veel meer naar de Verenigde Staten moeten kijken om te zien wat er in ons land gebeurt. Het is niet dat we een oplossing verder zijn dan de Amerikanen, we lopen een probleem achter. We lopen nog maar net tegen de problemen met betrekking tot minderheden aan, die ze daar al vele jaren hebben.’
| |
Bijna een racist
‘In de Europese Commissie heb ik tweemaal geprobeerd het probleem van de multiculturele samenleving en de risico's van ongelimiteerde moslimimmigratie aan te kaarten. Mijn collega's liepen tien jaar achter bij Nederland en het onderwerp was niet bespreekbaar. Ik zei tegen een commissaris dat ze me bijna als een racist beschouwden. Hij antwoordde: “Laat dat “bijna” maar weg.”’
|
|