geois tegenwoordig? In de negentiende eeuw behoorde hij tot de adel noch het proletariaat. Hij was de drager van de modernisering, de industrialisatie, het kapitalisme, soms van de mensenrechten en de democratie. Hij kon ook reactionaire trekjes hebben. Aan de ene kant bevrijdde hij ons van kerk en adel, aan de andere kant wilde hij met de democratisering niet verder gaan dan het censuskiesrecht. Tegenwoordig behoren de meeste mensen tot de bourgeoisie, de dragende klasse. Dankzij de gestegen welvaart is een brede middenklasse ontstaan, met mensen die dankzij de tv, het verbeterde onderwijs en de grote mobiliteit ook cultureel naar elkaar zijn toegegroeid. In het kabinet zitten naast iemand als Van Aartsen, wiens vader al bewindsman was, ook ministers uit een heel gewoon milieu als Kok, Zalm en Dijkstal. Die middenklasse is het draagvlak van de samenleving. Het zijn de mensen die in de jaren zeventig, tachtig werden aangeduid als het klootjesvolk. Zij doen het werk, de radicale chic parasiteert op hen.
Wie die radicale chic is? Dat is de tweede generatie naoorlogse communisten, mensen als Ina Brouwer. Voor de eerste generatie kan ik nog waardering opbrengen. Dat waren mensen van gewonen huize die hard werkten en in de oorlog een groot persoonlijk risico namen om te vechten voor een betere wereld. Maar die tweede generatie, die van de opstand, de stencilcultuur, de totaal onwerkelijke hervormingsdrift, het ongeduld met de bestaande orde, die kan ik niet begrijpen.’
De denkwereld van de ‘radicale chic’ met haar hervormingsdrift heeft volgens Bolkestein lange tijd op de Nederlandse politiek een onevenredig grote invloed uitgeoefend, óók op christelijke partijen, de PvdA én de vvd. Hij meent dat een ‘romantische levensvisie’ die in de jaren zestig vat kreeg op de Nederlandse samenleving, in de politiek een voedingsbodem legde voor een vérgaande radicalisering.
Bolkestein: ‘Den Uyls motto Waar de visie ontbreekt, komt het volk om is een soort politieke pendant van de typisch romantische wens om een reactie op de sobere jaren van de wederopbouw. Gek genoeg heb ik die jaren beleefd als een prettige pe-