gratiepolitiek zou leiden tot etnische getto's: gebieden die gekenmerkt worden door hoge werkloosheid, hoge criminaliteit, slechte kennis van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving, waar vrouwenrechten niets voorstellen.
Ik gaf aan dat het percentage immigranten van niet-westerse afkomst in de vier grootste steden snel steeg: in Amsterdam met 1 procent per jaar. Ik was bang dat het gedrag van de moslims zou veranderen zodra ze een absolute meerderheid hadden, wat in Amsterdam in ieder geval binnen een beperkt aantal jaren het geval zou zijn. En ik maakte me zorgen over botsingen tussen de culturen van immigranten en van Nederlanders.
Maar ik wilde me vooral verzetten tegen de politieke correctheid van het kartel van zelfbenoemde deskundigen die bepaalden welke gedachtegang geoorloofd was en welke niet. Kortom, ik wilde aandacht vragen voor de donkere kanten van multiculturalisme.
Wat is er gebeurd in de vijftien jaar nadat ik dat artikel schreef? Ik wil graag stilstaan bij drie aspecten: 1) politieke correctheid; 2) de mate van integratie; en 3) het zelfvertrouwen van West-Europeanen.
Politieke correctheid is zo goed als verdwenen, hoofdzakelijk vanwege de werkelijkheid.
Vooral in Rotterdam kon de realiteit niet langer worden ontlopen. Daar begon het publieke debat over de spreiding van immigranten, een onderwerp dat in 1995 nog taboe was. Het was niet langer mogelijk de problemen van een multiculturele samenleving te negeren. En toen was er de moord op Theo van Gogh in 2004.
De moordenaar was een moslim die zich had bekeerd tot het fundamentalisme. Van Gogh had de film Submission geproduceerd, geschreven door Ayaan Hirsi Ali. De film duurt maar negen minuten, vertelt vier verhalen van onderdrukte islamitische vrouwen en laat antifeministische koranteksten zien, geprojecteerd op het halfnaakte lichaam van een vrouw.
Sinds de moord op Theo van Gogh is de discussie over immigratie en integratie open en duidelijk; alle taboes zijn ver-