Overmoed en onverstand. Beschouwingen over politiek
(2008)–Frits Bolkestein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |
IV Debatten | |
[pagina 141]
| |
Debat met professor John GrayAls ik tijdens het Britse koloniale bewind in de negentiende eeuw districtscommissaris was geweest in Bengalen en er was mij verteld dat er in mijn district binnenkort een weduwe levend zou worden verbrand - een gebruik bekend als sati - dan zou ik hebben ingegrepen. Ik zou deze afgrijselijke daad van zelfopoffering hebben verhinderd ondanks de bezwering dat er voor de vrouw die erin had toegestemd een grote verdienste (merit) was weggelegd, net als voor al haar getuigen. Waarop zou ik mijn beslissing hebben gebaseerd om een traditionele religieuze handeling niet toe te staan? Ten eerste: empathie, want ik zou zelf ook niet levend willen worden verbrand. Ten tweede: verzet tegen een van de vele manieren die mannen hebben verzonnen om vrouwen te onderdrukken. Ik geloof in de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Net als de leiders van de Chinese Revolutie van 1911 die het breken en inbinden van vrouwenvoeten verboden. Deze denkbeeldige episode in Bengalen is een gedachte-experiment. De praktijk van de sati heeft opgehouden te bestaan. Helaas geldt dit nog niet voor de gewoonte in sommige Afrikaanse landen om jonge meisjes seksueel te verminken. En daar waar immigranten uit deze landen zich in West-Europa vestigen, gebeurt het in feite onder onze neus. Deze schaamteloze daad van seksuele onderdrukking wordt zeer terecht bestreden. Maar in het geheim gebeurt het nog steeds. En weer gaat het om de gelijkwaardigheid van de seksen.
Alle beschaafde landen erkennen bepaalde grondbeginselen waaraan iedereen die binnen hun grenzen leeft zich moet hou- | |
[pagina 142]
| |
den, en die, indien noodzakelijk, moeten worden afgedwongen. Professor John Gray is het hiermee eens. In een interview met een Nederlandse krantGa naar eind1 heeft hij gezegd: ‘Er zijn gewoontes en morele praktijken die niet bespreekbaar zijn. Het gaat om tolerantie, vrijheid van meningsuiting en beschaafd leven.’ Dit is dus het eerste punt waar we het over eens zijn. Hij heeft vaak de term ‘verlichtingsfundamentalisme’ gebruikt, als hij de term al niet zelf heeft bedacht. Het heeft hem in dit land een zekere faam bezorgd. Professor Gray en ik vinden beiden dat beperking van de vrijheid van meningsuiting niet bespreekbaar is. Nu zou er in Birmingham een toneelstuk van Gurpreet Kaur Bhatti worden opgevoerd met de titel Behtzi. Maar ordeverstorende sikhs hebben de afgelasting afgedwongen. Mag ik ervan uitgaan dat professor Gray deze, in feite misdadige handeling veroordeelt? Klaarblijkelijk is in de wetboeken van het Verenigd Koninkrijk een wet opgenomen met de titel ‘wet op het aanzetten tot religieuze haat’. Volgens Salman Rushdie is hij opgesteld om de moslims tegemoet te komen. Maar welke moslims, vraagt hij terecht. En hij voegt eraan toe: ‘Het lijkt me een liberaal bewijs van onvermogen om te zeggen dat, ook al begrijpen we niet waarom iemand zich beledigd voelt, we hem niet tot andere gedachten zouden moeten brengen.’Ga naar eind2 Natuurlijk kent de vrijheid van meningsuiting grenzen. In concrete gevallen zijn er rechters die moeten beslissen of iemand zich schuldig heeft gemaakt aan laster. Hebben we daarnaast dan een algemeen verbod nodig? Rushdie maakte zijn opmerkingen in een artikel dat getiteld was: ‘Moeten we de strijd van de Verlichting opnieuw gaan voeren?’ Professor Gray en ik zijn het oneens over de Verlichting en wat eruit is voortgevloeid. Maar voordat ik de wapens opneem ter verdediging van wat ik beschouw als Europa's grootste intellectuele beweging, wil ik nog even teruggaan naar het punt waarover we het wel eens waren, namelijk de niet bespreekbare gewoontes en morele praktijken. | |
[pagina 143]
| |
Ik schreef in september 1991 een artikel over dit onderwerp en daaraan verwante zaken, waardoor toen nogal wat commotie ontstond, hoewel vandaag de dag niemand zich er nog druk over zou maken. Ik haalde vier principes aan: scheiding van kerk en staat, vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting en gelijkheid van man en vrouw. Ik had er meer kunnen noemen, maar aangezien ik schreef over de verschillen tussen de islamitische en westerse cultuur heb ik me hiertoe beperkt. Mijn vraag aan professor Gray is deze: is hij het ermee eens dat deze gewoontes of principes niet bespreekbaar zijn? Zo niet, wat zou dan zijn lijst met principes zijn? Ze zijn toepasbaar op nationaal niveau. Ze hebben betrekking op wat professor Gray noemt ‘beschaafd leven’. Ook op internationaal niveau is er een lijst met principes. Deze heet ‘de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’. Naar mijn idee is de Verklaring een van de grootste prestaties van de westerse beschaving. Ondanks haar westerse herkomst wordt ze universeel gezien als voorbeeld, ook al wordt ze niet overal gerespecteerd. Vindt professor Gray de Verklaring ook een universeel voorbeeld? Zo niet, voor welke landen zou deze moeten gelden? Zou er een ander voorbeeld zijn voor de overige landen? Professor Gray schrijft: ‘We moeten het idee loslaten dat één soort regime voor iedereen het beste is.’Ga naar eind3 Laten we eens kijken naar de democratie. Een dergelijk regime heeft zeker bepaalde voordelen. Bijna alle democratieën hebben een redelijke mate van welvarendheid bereikt. Ook zijn er nog geen twee democratieën met elkaar in oorlog geweest. Daarnaast lijkt er universeel naar te worden gestreefd: van het Tienanmenplein tot het Cinco de Mayoplein, van Kiev tot Caïro. Waarom moeten we er dan zo terughoudend over doen? Waarom niet zeggen dat het een voorbeeld is dat navolging verdient? Waarom niet toegeven dat mensen het recht hebben hun eigen toekomst te bepalen en dat hun daarom moet worden toegestaan hun regering te veranderen als een meerderheid dat wil? | |
[pagina 144]
| |
Misschien zal professor Gray zeggen: ‘ok, maar democratie moet niet van buitenaf worden opgelegd.’ Hierin moet ik hem gelijk geven. Daarom ben ik ook altijd tegen de oorlog in Irak geweest. Dit is het tweede punt waarover professor Gray en ik het eens zijn.
Zoals ik eerder zei, zijn professor Gray en ik het niet eens over de betekenis en de gevolgen van de Verlichting. Laat me eerst zeggen wat ik denk dat de Verlichting betekent. De kern kan worden samengevat in twee woorden: sapere aude, die samen betekenen: ‘durf te denken’. Ze werden in 1784 neergeschreven door Immanuel Kant in zijn beroemde artikel ‘Wat is Verlichting?’ Voor mij betekent dit dat het denken geen enkel ander gezag boven zich duldt. De gevolgen van deze ommekeer in denken zijn voor Europa en zelfs de hele wereld enorm geweest. Laat me iets aanhalen uit de inleiding van Jonathan Israels Radicale Verlichting: ‘De Verlichting (...) wierp elke legitimiteit omver van monarchie, aristocratie, vrouwelijke onderdanigheid aan de man, kerkelijke autoriteit, en slavernij en verving die door principes van universaliteit, gelijkheid en democratie.’Ga naar eind4 De Nederlandse filosoof Herman Philipse voegt hieraan toe dat de mentale houding van kritisch en onafhankelijk denken normaal werd voor de culturele elite van Europa als resultaat van de Verlichting, waardoor er steun ontstond voor de verbazingwekkende wetenschappelijke, industriële en economische revolutie van de daaropvolgende decennia. Aangezien volgens de Verlichting het denken geen enkel ander gezag boven zich zou moeten dulden, volgt hier uit dat het geen dogma's kan aanvaarden. En aangezien elke vorm van fundamentalisme berust op een dogma, volgt hieruit dat spreken over een verlichtingsfundamentalisme betekent dat men vervalt in een contradictio in terminis.Ga naar eind5 | |
[pagina 145]
| |
Dit is zoals ik over de Verlichting denk. Wat is het standpunt van professor Gray? ‘Het voornaamste grondbeginsel van de Verlichting,’ schrijft hij, ‘is dat de toename van kennis de sleutel is tot de emancipatie van de mens. Geen enkele navolger van de Verlichting zou ooit dit geloofsartikel betwijfelen.’Ga naar eind6 Voor hem is de Verlichting een geloof. Hierin wordt hij helaas gesteund door de huidige Nederlandse minister van Sociale Zaken Donner, die toen hij nog minister van Justitie was, zei: ‘De Verlichting, het concept dat er niet meer bestaat dan wat je kunt zien of begrijpen met je verstand, is ook een geloof.’Ga naar eind7
Als we luisteren naar professor Gray, krijgen we de indruk dat de Verlichting verantwoordelijk is voor ongeveer alle onheil van de laatste twee eeuwen. Bijvoorbeeld het kolonialisme. Maar is dat waar? Latijns-Amerika werd gekoloniseerd toen Spanje en Portugal werden geregeerd door de contrareformatie en het mercantilisme - twee zeer onverlichte denkstromingen. Begonnen de Nederlandse koopvaarders die op zoek waren naar kruiden, begonnen de Engelse koopvaarders die op zoek waren naar indigo, koloniale imperia om de waarden van de Verlichting te verspreiden? Is professor Gray het slachtoffer geworden van de mythe van de mission civilisatrice? Of is hij blijven hangen in de logische fout genaamd post ergo propter, ofwel wat heeft plaatsgehad na een bepaalde gebeurtenis, moet zijn veroorzaakt door die gebeurtenis. En dan het communisme. Dat volgens hem ‘direct voortkomt uit de Verlichting’.Ga naar eind8 Het is waar dat elk idee ergens uit voortkomt. Het communisme is misschien de ultieme vorm van wat theologen noemen de de-eschatologisering van het Christendom, het proces dat begon met Augustinus en bestond uit het gestaag naar voren halen van de Laatste Dag - en dus redding - totdat het een plaats kreeg binnen onze levensduur. Het is zeker ook beïnvloed door de optimistische kijk van de Verlichting. Maar om nou te zeggen dat het communisme direct voortkomt uit de Verlichting is een grove overdrij- | |
[pagina 146]
| |
ving, net zoals het is om te zeggen dat ‘de wortels van het sovjetsysteem in de meest utopische dromen van de Verlichting liggen’.Ga naar eind9 Professor Gray reduceert het nationaalsocialisme tot een cocktail van ‘Christendom, radicaal nationalisme en belangrijke elementen uit de Verlichting, zoals het vertrouwen in de wetenschap’. Wat, geen racisme, geen angst voor modernisering? Ik ben bang dat professor Gray zich hier schuldig maakt aan reductionisme, waarbij hij als het ware grote stenen gooit naar belangrijke gebeurtenissen zonder ze te verklaren, en ons zo op een dwaalspoor brengt. Als de Verlichting leidde tot Hitler, dan bracht Jezus Christus de Grote Inquisiteur voort.
Professor Gray noemt de vrije markt een cultus, dat is weer een ander geloofsartikel. Hij geeft toe dat ‘de vrije markt zeer productief is’, maar voegt eraan toe: ‘dat betekent niet dat het ook menselijk gezien voldoening geeft’.Ga naar eind10 Nou, misschien niet - misschien is het ook niet zo gemakkelijk om te zeggen wat menselijk gezien voldoening geeft. Maar ik hoop dat professor Gray het met me eens is dat het beter is een markt te hebben die productief is dan een die niet productief is. Natuurlijk geeft hij ook de voorkeur aan lage inflatie, lage rentestanden, vrije handel, geen monopolies als keerzijde van de medaille. Als ik hierin gelijk heb, dan moet hij een voorstander zijn van een vrije markt, niet als geloofsartikel, maar omdat deze zich heeft bewezen. Het is beter een goed functionerende economie te hebben zoals in het Verenigd Koninkrijk, dan een slecht functionerende zoals in Argentinië. Ik gebruik het voorbeeld van Argentinië omdat professor Gray het gebruikt om de nadelen van het imf te demonstreren. En zeker, Argentinië is een interessant geval, hoewel niet om de redenen die professor Gray aanvoert. Aan het begin van de vorige eeuw bevonden Australië en Argentinië zich in een vergelijkbare positie: beide ver van het centrum van de wereld; beide exportlanden van basisgrondstoffen: wol, vlees en huiden. Vandaag is Australië een van de | |
[pagina 147]
| |
meest ontwikkelde landen ter wereld terwijl Argentinië aan de bedelstaf is geraakt. Hoe kan dat? Het antwoord op die vraag is simpel: corrupte en incompetente opportunistische politici. In de jaren dertig was de sterke man Hipólito Yrigoyen. Hij stond aan het begin van dit opportunisme, niet Perón. Perón en zijn decamisados kwamen daarna. Samen hielden ze toezicht op het faillissement van de Argentijnse economie en de inflatie die zijn bourgeoisie vernietigde. Samen legden ze de basis voor de guerra sucia, de smerige oorlog die zulke onuitsprekelijke ellende bracht. Het zijn de corrupte en incompetente politici die Argentinië te gronde hebben gericht, niet het imf. Ik heb niet de behoefte om het imf te verdedigen. Een aantal van hun adviezen zal best verkeerd zijn geweest, bijvoorbeeld die betreffende de convertibiliteit van valuta's tijdens de Aziatische crisis. Maar om de Argentijnse ellende op het hoofd van het imf te laten neerkomen, is bespottelijk.
Ik wil mijn treurige taak snel beëindigen. Ik zal dit doen door iets te zeggen over het idee van vooruitgang. Dat professor Gray sceptisch is over vooruitgang is prima. Maar is vooruitgang echt een mythe, zoals de titel van een van zijn artikelen (in het Nederlands) beweert? Is er sinds de Verlichting geen vooruitgang geweest? Misschien verandert de menselijke natuur niet fundamenteel. Maar het menselijke gedrag en menselijke instellingen kunnen wel veranderen. Er was een tijd waarin ophanging een publiek spektakel was en verstandelijk gehandicapten belachelijk werden gemaakt. Nu niet meer. Dat is vooruitgang. We zijn vriendelijker en meelevender geworden. Natuurlijk vallen we af en toe terug in barbarisme, maar als ik de Nederlandse samenleving vergelijk met die van twee eeuwen geleden, dan zie ik vooruitgang. Op microniveau. Op macroniveau zou ik drie dingen willen aanhalen. Ten eerste: slavernij. Die is in bijna heel de wereld afgeschaft. Ja, er bestaan nog lijfeigenen in India en echte slavernij in Mauretanië, maar de vooruitgang is enorm. | |
[pagina 148]
| |
Ten tweede: de gelijkheid tussen de seksen, het punt waar ik mee begon. Het is nog nergens perfect maar er is al veel gewonnen. Dat geldt ook voor de emancipatie van de vrouw. Het is nu mogelijk een legale abortus te laten doen. Willen we terug naar de breinaald? Ten derde: oorlog. Oorlog is ondenkbaar geworden in Europa, en de tweede helft van de vorige eeuw was een enorme verbetering vergeleken met de eerste. Is vooruitgang dus werkelijk een mythe, zoals professor Gray beweert? Professor Gray beweert: ‘Kennis kan een zonde zijn.’ Let wel, niet het gebruik van kennis, maar kennis zelf.Ga naar eind11 In een lezing over Thomas More zegt hij dat het concept van erfzonde de machtigste remedie was tegen de ideologie van de Verlichting dat er redding mogelijk was op aarde.Ga naar eind12 En in zijn artikel ‘Vooruitgang is een mythe’ denkt hij dat het niet mogelijk is een ramp te voorkomen. Het beste, zegt hij, is ons denken te hervormen. Deze termen - zonde, erfzonde, ramp, hervorming van ons denken - laten me afvragen: is professor Gray soms een wedergeboren christen geworden? |
|