| |
| |
| |
II De Europese Unie
| |
| |
De Europese Unie en haar toekomst
Het is vandaag 9 november. Dat is een fatale datum in de geschiedenis van Duitsland, dus van Europa. In 1918 werd op die dag de Duitse monarchie afgeschaft. In 1923 werd Hitlers eerste putsch de kop ingedrukt. In 1925 werd de ss opgericht. In 1938 had de Reichskristallnacht plaats, de opmaat voor de Holocaust. En in 1989 viel de Muur, zodat het einde van het communisme nakende leek.
Wat is Europa? Natuurlijk: een aardrijkskundige uitdrukking. Maar wat nog meer? Er is geen Europees volk, geen Europese taal en geen Europese openbare mening. Zeker, er is een Europese Unie. Laat ik daarmee beginnen, om de Europese landen die niet tot de eu behoren te bewaren tot later.
| |
Europese cultuur
In 1987 schreef de Europese Commissie dat de eenheid van de Europese cultuur de noodzakelijke basis voor de Europese Unie was. Maar wat was dan deze Europese cultuur? De Commissie antwoordde dat onze cultuur op ‘democratie, gerechtigheid en vrijheid’ was gebaseerd. Maar is deze karakterisering houdbaar? Laat ons veronderstellen dat de Japanse samenleving eveneens wordt gekenmerkt door democratie, gerechtigheid en vrijheid. Betekent dit dat de Japanse cultuur Europees is? Natuurlijk niet. Meer inhoudelijke criteria zijn nodig.
Men spreekt tegenwoordig niet zozeer over cultuur als wel over normen en waarden. Normen zijn gedragsregels. Zij ko- | |
| |
men voort uit waarden. Waarden bepalen onze identiteit. Wat zijn de Europese waarden? Een drietal onderzoekers van de Universiteit van Tilburg heeft dat trachten na te gaan. Hun onderzoek begon in 1980 en beslaat dus ruim een kwart eeuw. In drie golven - in 1981, 1990 en 1999 - werden uitvoerige internationale enquêtes gehouden. 44 Europese landen werden daarin betrokken, dus met inbegrip van Rusland, Turkije en de drie Kaukasische republieken. De enquêtes betroffen zeven gebieden: gevoelens ten aanzien van Europa, de familie, werk, godsdienst, de politiek, de samenleving en het geluk. De studie bevat een groot scala aan gegevens en is dan ook fascinerend.
Maar zij is ook ontnuchterend want de verschillen in waarden zijn groot. Van de Letten vindt 90 procent dat mannen en vrouwen kinderen nodig hebben voor hun levensvervulling. Van de Nederlanders is minder dan 8 procent het daarmee eens. Het geloof in God is heel belangrijk voor de Turken maar nagenoeg niet voor de Tsjechen. In het noorden van Europa wordt meer respect voor autoriteit beschouwd als een slechte zaak, in de rest van Europa niet. Meer dan tweederde van de Turken en de Roemenen verlangen naar een krachtige leider die niet wordt gehinderd door verkiezingen en een parlement. Bijna alle Zweden zeggen geen bezwaar te hebben tegen buitenlandse buren. Van de Turken is dat weinig meer dan de helft. En zo gaat het door. De studie concludeert dan ook: ‘Er bestaat niet zoiets als een duidelijke verzameling Europese waarden.’
Deze conclusie wordt ondersteund door een ‘Groupe de Réflection’ die is ingesteld door de vorige voorzitter van de Europese Commissie, Romano Prodi, en die bestond uit twaalf eminente persoonlijkheden, onder wie Kurt Biedenkopf, Bronislaw Geremek, Michel Rocard en Simone Veil. De Groep werd voorgezeten door Krzystof Michalski, Pools filosoof en rector van het Institut für die Wissenschaften vom Menschen in Wenen.
De Groep moest zich bezighouden met de ‘Geestelijke en
| |
| |
Culturele Dimensie van Europa’. Een van zijn conclusies luidt: ‘Elke poging “Europese Waarden” vast te stellen, wordt onvermijdelijk geconfronteerd met een veelheid van uiteenlopende nationale, regionale, etnische, sectoriële en sociale geaardheden.’
| |
Europese identiteit?
Waarden bepalen onze identiteit. Als er geen duidelijke Europese waarden zijn, heeft het weinig zin te spreken over een Europese identiteit.
De stelling dat er geen identiteit is die exclusief is voor Europa, is belangrijk. Het belang van een identiteit voor de stabiliteit van een staat of welke politieke eenheid dan ook is het best aangetoond waar zij afwezig is. De Oostenrijk-Hongaarse Dubbelmonarchie ontbeerde een identiteit want miste een bezielend verband. Zij kon de golven van nationalisme binnen haar grenzen dan ook niet weerstaan.
De Sovjet-Unie was een dwangverband dat vele volkeren en tradities kunstmatig bijeenhield. Toen de dwingelandij van het communisme verdween, was zij gedoemd uit elkaar te vallen.
Maar als er geen duidelijke Europese identiteit is die haar onderscheidt van andere gebieden, wat is dan het cement, het bezielend verband dat de Europese Unie bijeenhoudt? Dat is de vraag die ik moet beantwoorden.
Toch heeft deze redenering iets onbevredigends. Wij voelen ons veel meer thuis in Frankrijk en Zweden dan in Bulgarije en Rusland. Het grote Europa moge dan een identiteit ontberen - is er dan niet een kleiner Europa waar de mensen een min of meer overeenkomstige Weltanschauung hebben? Ja, dat is er.
| |
| |
| |
Geschiedenis
Willen we de omtrekken van dat kleinere, homogenere Europa bepalen, dan moeten wij onze gezamenlijke geschiedenis bestuderen. Welke zijn de grote gebeurtenissen die ons hebben gemaakt tot wie wij zijn?
Mij dunkt de volgende. De Latijnse vorm van het Christendom. Het feodalisme, dat niet alleen aan de heer rechten verleende maar ook aan de Vazal. De Renaissance. De Verlichting, wat de Fransen ‘La République des Lettres’ noemen. De Industriële Revolutie. De Democratie.
Waar hadden deze gebeurtenissen en ontwikkelingen plaats? Of liever, waar niet? Niet in Rusland, noch in de Balkan of Turkije. Dus als wij hadden vastgehouden aan wat de Europese Commissie in 1987 zei, namelijk dat de eenheid van de Europese cultuur - wij zouden nu zeggen: waarden - de noodzakelijke basis voor de Europese Unie is, dan zouden we die gebieden hebben moeten uitsluiten. Dan zouden we hebben moeten stoppen bij een lijn die ruwweg van Sint-Petersburg naar Triëst loopt.
Om het anders te zeggen: dan zou de grens van de Europese Unie samenvallen met de zuidoostelijke grens van het vroegere Oostenrijk-Hongaarse Rijk. Kroatië ligt daarbinnen, Servië niet.
Maar dit alles is theorie. In de eerste plaats zegt de Preambule tot het Verdrag van Rome dat elk democratisch Europees land lid van de Europese Unie mag worden. De Preambule zegt niets over geschiedenis of cultuur. Ten tweede werd Griekenland een lidstaat. Hoe zou men Griekenland hebben kunnen uitsluiten, dat samen met Jeruzalem en Rome de westerse beschaving heeft doen ontstaan? Ten derde zijn Bulgarije en Roemenië in 2007 lid geworden. En dan is er Turkije.
Wanneer Turkije wordt toegelaten, hoe kunnen dan Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië, die zeker Europeser zijn dan Turkije, worden geweigerd? Tezamen met de opvolgerstaten van Joegoslavië zou de Europese Unie dan bijna veertig lidstaten omvatten. Wat voor Unie zou dat zijn?
| |
| |
| |
Drie modellen
Tijdens de eerste Nexus-conferentie in Den Haag, in september 2004, zei de voormalige president van Frankrijk Valéry Giscard d'Estaing dat de politieke leiders van Europa nooit hebben kunnen kiezen uit drie modellen:
1 | Een grote markt zonder grenzen |
2 | Een grote markt met een zekere mate van politieke coördinatie |
3 | Een Europese Unie met haar eigen bevoegdheden en invloed in de wereld. |
Welnu, ze hebben misschien niet bewust kunnen kiezen, maar door de Europese Unie open te stellen voor de Balkan, Turkije en, onvermijdelijk, de Oost-Europese staten die ik heb genoemd, hebben zij stilzwijgend gekozen voor een Unie die uit niet veel meer dan een grote interne markt kan bestaan.
Maar de Europese Unie pretendeert veel meer. De Preambule van het Verdrag van Rome bevat daarover klare taal. Daar lezen wij over de volgende doelstellingen: de grondslagen leggen voor een steeds hechter verband tussen de Europese volkeren; de economische en sociale vooruitgang van hun landen verzekeren; de omstandigheden waaronder zij leven en werken verbeteren; de eerlijkheid in de mededinging verzekeren; en de waarborgen voor vrede en veiligheid versterken. Dergelijke zaken kan men niet door middel van een interne markt verwerkelijken.
De conclusie kan niet anders zijn dan dat de ambities van het Verdrag van Rome door de recente en nabije uitbreiding zullen worden gefrustreerd. Hier is onvoldoende over nagedacht. Ofwel de Unie is slachtoffer geworden van een opportunistische ad-hocpolitiek. Inderdaad lijkt het wel alsof de Europese leiders niet meer ‘neen’ kunnen zeggen: alsof hun buitenlandse politiek bestaat uit ‘aardig zijn voor anderen’.
Om die reden ben ik ook sceptisch over de idee van een kern- | |
| |
Europa, dat sommigen voorstaan. Laten wij eens aannemen dat zo'n kern-Europa zou bestaan uit de oude zes lidstaten, aangevuld met Spanje en Polen. Dat zou het Verenigd Koninkrijk - toch altijd een vreemde eend in de bijt - uitsluiten. Dat kern-Europa zou zich dus niet met de buitenlandse politiek kunnen bezighouden want zo'n politiek zonder het Verenigd Koninkrijk heeft geen zin. Verder zou het befaamde Europese sociale model, dat voor zo veel werkloosheid verantwoordelijk is, overheersen. Maar afgezien daarvan, wat zou de houding zijn van Ierland, Tsjechië en Roemenië tegenover dat kern-Europa? Ligt het niet voor de hand te veronderstellen dat de leiders van die landen zullen zeggen: ‘Waarom zij wel en wij niet? Wij zijn er ook nog!’ De theoretici van het kern-Europa antwoorden dat de leiders van de kern dan ‘Neen’ moeten zeggen. Maar zij hebben nu juist aangetoond daar niet toe in staat te zijn.
Dat kern-Europa is een fata morgana en wij zouden moeten ophouden erover te filosoferen.
| |
Rationalisme, humanisme en christendom
Terug naar de cultuur. Jacques Delors, roemrucht voorzitter van de Europese Commissie in de jaren tachtig, noemde de Europese cultuur een combinatie van rationalisme, humanisme en Christendom. Tot op zeker hoogte is er een spanning tussen humanisme en Christendom. Maar laat dat gaan.
In Turkije heeft de definitie van Delors tot woedende reacties geleid omdat de Turken, terecht, voelden dat zij werden uitgesloten. Inderdaad: ‘Omnis definitio est exclusio.’
Neen, het punt dat ik ter sprake wil brengen is: hoe Europa zich onderscheidt van de andere twee grote takken van de westerse beschaving, namelijk de Verenigde Staten en Latijns-Amerika.
Ik veronderstel namelijk dat, als iemand de inwoners van het Noorden en het Zuiden van dat grote werelddeel zou vragen of
| |
| |
hun cultuur werd gekenmerkt door rationalisme, humanisme en Christendom, zij daarmee zouden instemmen. Ook andere essentiële waarden, zoals de scheiding van kerk en staat, de Democratie, het respect voor de fundamentele rechten van de mens en de georiënteerdheid op de markt, hebben wij met hen gemeen. Wat maakt dan onze cultuur verschillend van de hunne?
| |
Verschillen met de VS
Laat ons eerst de rol van de godsdienst bekijken. Naar mijn mening speelt het Christendom een veel kleinere rol in Europa dan op het Westelijk Halfrond en is Europa voor een groot deel zelfs een ongodsdienstig werelddeel geworden. Ik weet dat er uitzonderingen zijn. Eén daarvan is Polen. Een ander zou Spanje kunnen zijn. Maar het debat over het vermelden van God in de Europese Grondwet is nooit echt op gang gekomen. Dit is dus een eerste punt van verschil.
Een tweede verschil situeert zich in de demografie, deze vaak genegeerde maar belangrijkste openbaring van een cultuur.
Van alle Europese landen is er niet één dat een vervangingsratio van 2,1 kinderen per vrouw kan tonen. Een aantal Europese landen heeft een ratio van ongeveer 1,5. Dit betekent dat de bevolking van deze landen binnenkort zal beginnen te krimpen, zo dit niet al gebeurt. De Europese bevolking neemt af en wordt ouder, die van de Verenigde Staten groeit en wordt jonger.
Deze ontwikkeling kan vele gevolgen hebben. Het is niet enkel dat onze schatkist onder druk zal komen te staan door de eisen van de ‘grijze panters’; noch het risico dat de jongeren van de toekomst bezwaar zullen maken tegen het feit dat zij zoveel meer zullen moeten betalen dan de jongeren van vandaag, om de ouderen die dan leven dezelfde welvaart te geven als die van nu. Neen, ik denk hier aan het feit dat jongeren over het al- | |
| |
gemeen gemakkelijker risico's nemen en inventiever zijn dan ouderen. De demografische crisis waarmee Europa nu wordt geconfronteerd, zal onbetwistbare economische gevolgen hebben. Zij zal de economische groei van ons werelddeel merkbaar verlagen.
Dit brengt mij tot een derde verschil tussen de culturen van Europa en de Verenigde Staten. Iedereen weet dat Amerikanen meer bereid zijn risico's te nemen dan de Europeanen. Dit weerspiegelt zich in de grotere mate van innovaties daar. Wij proberen dit na te streven, voornamelijk door meer geld beschikbaar te stellen. Een ‘Actieplan Risicokapitaal’ werd opgesteld en er kwam daadwerkelijk meer risicogeld voorhanden. Maar er moeten ook risiconemers zijn en zij zijn jammer genoeg niet zo talrijk als in de Verenigde Staten.
| |
Solidariteit en mensenrechten
Tijdens de Nexus-conferentie in Den Haag van begin september 2004 noemde premier Balkenende ‘solidariteit’ een van de Europese waarden. Hij zei niet met wie. Maar hij moet ten minste bedoeld hebben ‘solidariteit met de minder welvarende inwoners van Europa’.
Hij benadrukte eveneens het respect voor de rechten van de mens. Wij hebben de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Zij werd opgesteld toen de vn in het leven werd geroepen. Op dat moment waren Duitsland, Italië en Japan verslagen en speelden zij geen rol. Afrika was nog gekoloniseerd en Azië voor een groot deel ook.
Zo was er de eerste wereld - de Verenigde Staten van Amerika, Frankrijk, Groot-Brittannië - en de tweede wereld: de Sovjet-Unie en haar satellieten. Het Comité dat de Universele Verklaring moest opstellen werd voorgezeten door Eleanor Roosevelt. Toen het tot een stemming kwam, onthield het sovjetblok zich. De Universele Verklaring is bijgevolg van westerse oorsprong.
| |
| |
De Verklaring wordt Universeel genoemd, maar is zij dat ook? Zij wordt geïnspireerd door individualisme en veel regeringen in Afrika en Azië hebben gezegd dat zij het collectivistische element missen. Dat element zou natuurlijk in hun belang zijn want zij heersen over het collectief. Maar het Tienanmen-incident en vele andere over de hele wereld hebben mij ervan overtuigd dat alle gewone mensen naar die Universele Rechten van de Mens verlangen. In zekere zin zijn zij het grootste product van de westerse beschaving en een bewijs van Francis Fukuyama's ‘einde van de geschiedenis’. Als zodanig vormen zij een enorm compliment voor Europa, maar zijn zij niet langer exclusief voor ons werelddeel.
| |
Samenvatting
Ik heb heel wat overhoop gehaald.
1 | Er bestaat geen duidelijke verzameling Europese waarden die exclusief is voor Europa dus het heeft geen zin te spreken van een Europese identiteit die ons werelddeel zou onderscheiden van Noord- en Zuid-Amerika. |
2 | Een kleinere Europese Unie, zonder de Balkan, Turkije en Oekraïne, zou misschien meer identiteit vertonen maar dat is een gepasseerd station. |
3 | Een kern-Europa is een fata morgana want men zal de buitenstaanders niet willen of kunnen tegenhouden. |
4 | De grote Europese Unie waar wij op af stevenen, zal niet veel meer kunnen zijn dan een interne markt. |
5 | De ambities van de Preambule van het Verdrag van Rome worden door de uitbreiding met de Balkan, Turkije en Oekraïne gefrustreerd. |
6 | De Europese waarden - of cultuur - verschillen van de Amerikaanse ter zake van de godsdienst, de demografie en de bereidheid risico's te nemen. |
| |
| |
Al dat gepraat over identiteit wijst op bezorgdheid. Een succesvolle samenleving die met vertrouwen de toekomst tegemoet ziet, denkt niet na over haar identiteit. Die is er gewoon. Wij hebben dat zelfvertrouwen niet - of niet meer. Welnu: waarover maken wij ons zorgen? Mij dunkt over twee zaken. Ten eerste over de aanwezigheid van grote groepen minderheden in ons midden, van wie de meesten islamiet zijn. Ten tweede over de geringe economische groei en dus de werkloosheid. Ik kan mij niet aan de indruk ontrekken dat indien er slechts kleine groepen niet-islamitische minderheden in Europa zouden zijn en indien de economische groei niet 1 maar 3 of 4 procent per jaar was, er ook minder nervositeit over onze identiteit zou bestaan.
| |
Zelfvertrouwen
Het is een belangrijke vraag waarom en wanneer de West-Europeanen in het algemeen en Nederlanders in het bijzonder hun zelfvertrouwen zijn kwijtgeraakt. In mijn visie gaat dit terug op de Eerste Wereldoorlog, de verwarring van het Interbellum, de Tweede Wereldoorlog en de moord op de joden; en is dat alles versterkt door de culturele revolutie van 1968 en de jaren daarna. Dit is mijn opvatting maar ik geef toe dat men heel wel met mij hierover van mening kan verschillen.
Om te beginnen zijn er velen die ontkennen dat West-Europa het geloof in de eigen cultuur heeft verloren - die integendeel menen dat het Westen lijdt aan ‘triomfantalisme’ en aan een pijnlijk gebrek aan waardering voor andere culturen. Toch geloof ik dat mijn waarneming juist is. Ik geef drie voorbeelden.
Het eerste is het complex dat de Fransen ‘le tiersmondisme’ noemen, waarvan de vermoorde Zweedse premier Olof Palme zo'n duidelijk exponent was. ‘Wat wij doen is onderdrukken, wat zij doen is hun cultuur.’
Het tweede is het multiculturalisme dat daarmee samen- | |
| |
hangt. De immigrant was de Goede Vreemdeling, wie geen verplichtingen mochten worden opgelegd en die oorspronkelijk zelfs geen Nederlands hoefde te leren. ‘Integratie met behoud van identiteit’ heette dat toen. De situatie is nu gelukkig anders. Ik denk overigens dat het multiculturalisme is terug te voeren op de Tweede Wereldoorlog en onze schuldgevoelens daarover.
Het derde voorbeeld is de furore die Edward Said ten deel is gevallen wegens zijn boek Orientalism. Dat is een slecht boek - slecht naar de inhoud en slecht naar de vorm - en het verdient geen enkele faam, maar past perfect in de cultuur van Selbstverneinung die ik in West-Europa meen waar te nemen.
Ondertussen zit ik met een dilemma. Beschikten wij over een zeker nationalisme, genaturaliseerde Nederlanders zouden die kunnen omarmen. Maar dat hebben wij niet. Het nationalisme doet ons denken aan een bruin verleden; het riekt naar triomfantalisme; het doet de Europese integratie stokken. Misschien kan het patriottisme uitkomst bieden, dat wil zeggen de wens het beste in de eigen cultuur hoog te houden en te beschermen. De hernieuwde belangstelling voor de eigen geschiedenis wijst op een gematigd patriottisme en dat is een goede zaak.
| |
Economische groei
De tweede reden tot zorg is de tegenvallende economische groei en de daarmee samenhangende werkloosheid. Ook hier moet ik selectief zijn. Ik ga het niet hebben over de hervorming van de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt. Het debat daarover is noodzakelijk maar oorverdovend. Ik wil het hebben over slechts één aspect en dat is het belang van de intellectuele eigendom. Het is van groot belang dat Europa producten vervaardigt met een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde, die met een patent tegen concurrenten kunnen worden verdedigd. Daaraan hapert het.
| |
| |
Ik heb vijf jaar gewerkt aan de totstandkoming van een Gemeenschapspatent, dat met één klap voor alle 25 lidstaten zou gelden. Mijn pogingen zijn gestrand op de onherbergzame kust der nationale belangen. Maar het blijft een feit dat een patent in Europa vijf tot acht keer zo duur is als in Amerika of Japan. Het blijft een feit dat Chinese universiteiten nu evenveel patenten in China laten registreren als Amerikaanse universiteiten in de vs. Het blijft een feit dat 350.000 Europese wetenschappers in Amerika werken, velen voorgoed. En het blijft een feit dat de voorsprong die de Europese farmaceutische industrie eens had, is verspeeld.
| |
Universiteiten
Europese universiteiten steken pover af bij Amerikaanse. De Sjanghai-index die is opgesteld door de Jiaotong Universiteit laat zien dat van de 20 beste universiteiten ter wereld er 17 in Amerika liggen. De ontbrekende drie zijn Cambridge (3), Oxford (8) en de Universiteit van Tokio (14). De hoogstgeplaatste Nederlandse universiteit is die van Utrecht op plaats 40. Leiden staat op plaats 78.
Ik weet het: er bestaan andere ranglijsten, in het bijzonder die van het Times Higher Education Supplement. Maar ik betwijfel of die soelaas biedt. Hoogstgeplaatste universiteit is die van Delft op plaats 53. De Universiteit van Leiden staat op plaats 138.
Denk niet dat Nederland uniek is voor Europa. Duitsland is niet beter. De hoogstgeplaatste Duitse universiteit is de Technische Universität van München op plaats 45. De eens zo beroemde Humboldt Universiteit staat op plaats 95.
Wat kunnen universiteiten hieraan doen? Twee zaken: geld en vrijheid. Universiteiten hebben meer geld nodig en zij verdienen dat ook. Amerika geeft meer dan twee keer het oeso-gemiddelde per student per jaar uit: $22.000 tegen $10.000 (in 2001). Dat geld is afkomstig van overheden, van donaties
| |
| |
en van studenten. Europa besteedt 1,1 procent van haar bbp aan hoger onderwijs tegen 2,7 procent in de vs.
Het tweede element is vrijheid. Universiteiten moeten hun eigen boontjes doppen en dat in vrijheid kunnen doen.
Universiteiten moeten hun eigen zaken regelen, maar liefst zonder onnodige bureaucratie. De bureaucratische last die op velen rust is hoog. Is zij werkelijk onontbeerlijk? Ik betwijfel het.
Meer geld en meer vrijheid: bijna iedereen zal het daarmee eens zijn. Hoe staat het met de inspanning? Een van de meest verderfelijke aspecten van de culturele revolutie van 1968 en de jaren daarna was de geringschatting voor de prestatie-moraal. Dat is gelukkig verleden tijd.
Toch blijft de vraag: werken wij wel hard genoeg? Lang, geduldig, accuraat en met ambitie? Laat ieder dat voor zichzelf uitmaken maar ik ben zo vrij het te betwijfelen.
Dan heb ik het nog niet eens over plagiaat. Niet alleen komt dat blijkens een onderzoek van de Universiteit van Utrecht op grote schaal voor, in ruim een derde van de gevallen geven de studenten er geen blijk van te beseffen dat zij verkeerd handelen.
Vroeger zei men: ‘Het leven begint bij veertig.’ Nu zeggen velen: ‘Het leven begint om halfzes’, namelijk aan het einde van iedere middag. Hoezo prestatiemoraal?
| |
Doelstellingen
De Europese Unie had oorspronkelijk drie doelstellingen: oorlog tussen Frankrijk en Duitsland voorgoed onmogelijk maken; de oorlogsschade herstellen; en de sovjets buiten de deur houden. Afgemeten aan die doelstellingen is de Europese Unie spectaculair succesvol gebleken, ook al was het de navo die wat betreft de sovjets de grootste rol speelde. Wat zijn de doelstellingen van de Unie nu?
In de eerste plaats het verhogen van de welvaart binnen aan- | |
| |
vaardbare randvoorwaarden. Ik heb al verwezen naar de economische groei. Ik voeg daar nu het energieprobleem aan toe dat nog verre van opgelost is. Is er iemand die zich het hoofd breekt over de samenloop van drie omstandigheden: een fundamentalistisch Midden-Oosten, een hoge olieprijs en grote islamitische minderheden binnen de grenzen van de Unie?
Dit brengt mij tot een tweede doelstelling: een modus vivendi vinden om vreedzaam samen te leven met de islamitische minderheden, die nu 5 of 6 procent van onze bevolking uitmaken maar snel zullen groeien, met alle politieke invloed van hun aantal. Ik beschouw dit als Europa's grootste probleem. Toen ik nog een rol speelde in de Nederlandse politiek, was mijn slagzin: ‘Bestrijd de discriminatie, bevorder de integratie, beperk de immigratie.’ Ik sta daar nog steeds achter.
De derde doelstelling is: een succes van de uitbreiding maken. Dat zal geen eenvoudige zaak zijn, vooral als men denkt aan toekomstige toetreders als Servië, Macedonië en Albanië. Wij zullen onze handen daar vol aan hebben. Maar wij zullen stabiliteit naar die landen exporteren en dat is belangrijk. Wij zullen natuurlijk ook instabiliteit importeren. Wij zullen dus behoedzaam moeten manoeuvreren.
De toetreding van Turkije wijs ik af. Ten eerste is dat land te groot, te arm en te anders. Ten tweede zou het leiden tot de toetreding van de Oost-Europese staten die ik heb genoemd. Dan wordt de Europese Unie onbeheersbaar. Dan vallen wij ten prooi aan wat de Amerikaanse historicus Paul Kennedy ‘imperial overstretch’ noemt.
Ik heb hierboven de vraag gesteld - maar niet beantwoord: als er geen duidelijke Europese identiteit is, die de Europese Unie onderscheidt van andere gebieden, wat is dan het cement dat de Unie bijeenhoudt? De inspiratie van de aartsvaders is verdwenen, de magie van het eerste uur verdampt. Het gesprek tussen de lidstaten in Brussel is een glashard gevecht om geld, macht en invloed. Het cement van de Europese Unie - dat zijn de nationale belangen. Alle lidstaten hebben belang bij het voortbestaan van de Unie.
| |
| |
| |
Conclusie
Tot een Europese federatie zal het nooit komen. Tot een Europese buitenlandse politiek evenmin. Is dat erg? Voor de Britten niet. Die zijn altijd uit op een verwatering van de Unie. Zij willen een interne markt en verder hun eigen gang gaan. Voor de Fransen wel, want die houden ervan op het wereldtoneel heen en weer te marcheren onder ons aller applaus. Zij doen laatdunkend over wat zij ‘een groot Zwitserland’ noemen. Voor de Duitsers is dat ‘Kleinstaterei’. Het is bijna een existentiële vraag. Wat mij betreft, ik heb mijn buik vol van ‘Grossstaterei’. Ik heb genoeg aan ‘Life, liberty and the pursuit of happiness’.
|
|