Onverwerkt verleden
(1998)–Frits Bolkestein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 254]
| |
16
| |
[pagina 255]
| |
tische structuren. Vooral de Hongaarse minderheid werd daar het slachtoffer van. We protesteerden en toen begonnen de pesterijen. De geheime politie en de collaborerende bisschop van de gereformeerde kerk probeerden, samen met de communistische partij, me over te plaatsen. Maar mijn kerkoudste en ik weigerden toe te geven aan de intimidatie. Dit verzet vormde de basis van de gebeurtenissen die zich in Timişoara voor mijn kerk afspeelden. Toen de autoriteiten me met geweld uit mijn kerk en pastorie probeerden te halen, verzamelden de mensen zich rond de kerk, die samen met mijn huis één gebouw vormt. De autoriteiten probeerden ze te verspreiden, maar ze verzetten zich en begonnen een spontane opstand. Het ging om een paar honderd gereformeerde Hongaren, gesteund door duizenden mensen uit Timişoara. Op 15 en 16 december was hun aantal gegroeid tot tienduizend en daarna nam het aantal opstandelingen en demonstranten in de stad nog verder toe. Zo groeide het verzet tegen de pogingen om mij en mijn familie te verjagen, uit tot een grote anticommunistische demonstratie, in een geest van een multiconfessionele en multi-etnische eenheid.
Bolkestein: Ook onder de Roemenen?
Tőkés: Ook onder de Roemenen. Zonder hun steun hadden we geen schijn van kans gehad. Binnen een paar uur voegden zich een groot aantal Roemenen bij ons en die vormden de beslissende macht.
Bolkestein: Hoe is Ceauşescu precies ten val gekomen?
Tőkés: Na een paar dagen verspreidde de beweging zich door alle Roemeense steden. Voor alle duidelijkheid: het ging om een spontane, anticommunistische beweging in de steden. Het platteland deed niet actief mee, dat kwam pas later. Het begon allemaal in Timişoara, waar tien etnische en veel religieuze groepen samenleven. In de negentiende eeuw was Timişoara een van de belangrijkste steden van het Oostenrijks-Hongaarse rijk. Meer dan tachtig procent van de bevolking van Timişoara bestaat uit Roemenen. | |
[pagina 256]
| |
De revolutie was alleen mogelijk omdat de meerderheid, de Roemenen, naar mijn pastorie kwam om hun oppositie tegen de regering duidelijk te maken. Het was echt een wonder. Ik was in die weken erg optimistisch. Het was een wonder om te zien hoe groot de eenheid was. Roemenen en Hongaren vochten samen, zonder te letten op etnische of religieuze achtergrond. De waarheid moest worden gezegd, want de essentie van de communistische onderdrukking, vooral in Roemenië, was: liegen, altijd maar liegen! Ons eerste principe was: de waarheid spreken. Het andere wonder was de macht van de publiciteit. Ik geloof daar sterk in. De geheime politie was vastbesloten de mensen stil te houden. Maar wij beseften dat we alleen maar uit die val konden komen als we openbaar maakten wat er gebeurde. Dat was de sleutel tot de hele situatie. In die tijd lukte het me een interview te geven aan twee Canadese verslaggevers die op bezoek waren. Mijn broer, die in Canada woont, had twee televisieverslaggevers naar me toe gestuurd. Het was een heel professioneel interview, dat openbaar zou worden gemaakt. Maar de Canadese tv was zo bang dat ze het werk van hun verslaggevers niet durfden uit te zenden. Tot ieders verbazing zond de Hongaarse tv, die al geliberaliseerd was, het interview wel uit, in het programma Panorama. Zo wist de hele regio binnen een uur precies wat er aan de hand was met mij en de hele situatie. Die publiciteit was onze kracht. Elke zondag vertelde ik vanaf de kansel in mijn kerk precies wat er die week was gebeurd. Timişoara is een universiteitsstad, waar veel mensen uit heel Roemenië studeren, dus de berichten werden ook via informele kanalen verspreid.
Bolkestein: Kreeg u enige steun van de Wereldraad van Kerken in Genève?Ga naar eind1
Tőkés: Dat is een delicate kwestie. De oecumenische organisaties zijn pas op het laatste moment tussenbeide gekomen. Dat is een heel treurig hoofdstuk in de internationale kerkgeschiedenis en de gevolgen zijn nog steeds voelbaar. Al die grote organisaties hadden geen idee van onze problemen. De Wereldraad van Kerken, geleid door Emilio Castro, de Wereldbond van Gereformeerde Kerken en de Conferentie van Europese Kerken waren | |
[pagina 257]
| |
heel voorzichtig, op een paar uitzonderingen na. Misschien niet eens uit onwil, maar omdat ze niet wisten hoe ze zich moesten opstellen. Ze hielden hun mond omdat ze dachten dat dat beter voor ons was. Tien jaar lang hebben we brieven en memoranda gestuurd. We hebben ze gevraagd tussenbeide te komen, maar dat gebeurde niet.
Bolkestein: Ceauşescu is in 1989 verjaagd en nu, in 1996, zijn de communisten in Roemenië opnieuw aan de macht.
Tőkés: Roemenië is het enige land waar de continuïteit van het communisme bewaard is gebleven. In de meeste voormalige communistische staten is er tenminste een onderbreking van vier jaar geweest, maar in Roemenië niet. In 1989 is de revolutie gestolen. De spontane nationale opstand is gebruikt als dekmantel voor een putsch. Iliescu stond aan het hoofd van een groep die het communisme heeft omgevormd tot een nieuw soort communisme. Het was een kliek, met het uiterlijk en de geloofwaardigheid van een democratische omwenteling. Door die vermomming heeft het regime-Iliescu de continuïteit van het communisme, de nomenklatoera en de macht van de geheime politie gered. Natuurlijk is Iliescu een zogenaamde verlichte communist. Hij weet dat het communisme als zodanig reddeloos verloren is, dus hij probeert de communisten te redden en de posities die ze onder het communisme hadden. Ze hebben geprobeerd hun economische macht te redden en die om te zetten in politieke macht. Een klassiek geval van communistische restauratie. Het is heel treurig dat Roemenië zo is achtergebleven in zijn maatschappelijke ontwikkeling. De Roemeense oppositie was zo zwak en ze zijn zo opgejaagd dat er geen alternatief was. Iliescu heeft het relatief gemakkelijk gehad. De enige democratische krachten in Roemenië zijn geconcentreerd in Transsylvanië en in Boekarest. Er loopt een kloof langs de Karpaten tussen het oostelijke deel van Europa, dat geen democratische traditie kent, en het westelijke, waartoe Transsylvanië behoort.
Bolkestein: Is er veel bloed gevloeid in Timişoara? | |
[pagina 258]
| |
Tőkés: Op de zeventiende, zondagochtend vroeg, drong de Securitate, de Roemeense geheime politie, samen met een aantal gewapende mensen de pastorie binnen. Mijn vrouw, ikzelf en zeven vrienden zijn door de politie meegenomen en geslagen. Onze vrienden zijn verhoord en gemarteld, mijn vrouw en ik niet. We werden naar een afgelegen dorp gebracht en zwaar bewaakt. We mochten het huis niet uit en mijn vrouw en ik zijn vijf dagen lang door de Securitate verhoord, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Er werd druk op ons uitgeoefend om voor de tv in het openbaar te verklaren dat we agenten van de cia en de Hongaarse geheime politie waren en dat we streefden naar de afscheiding van Transsylvanië van Roemenië. Dat was het scenario dat ze voor ons hadden bedacht. Maar de ene dag was anders dan de andere. We voelden dat de wereld en de hele situatie aan het veranderen waren. We werden niet gemarteld of geslagen, omdat ze ons op de tv wilden laten optreden. We beseften dat we gedood zouden kunnen worden als de situatie zich in communistische richting zou blijven ontwikkelen. Ondertussen werden in Timişoara meer dan honderd mensen gedood - Roemenen, Hongaren, Duitsers, joden, Serviërs, zigeuners, enzovoort. Geen enkel geval is onderzocht. Er werden massamoorden gepleegd. In die tijd zijn in het hele land ongeveer vijftienhonderd mensen gedood en geen van de moordenaars is gestraft! We kennen de moordenaars en het ergste wat ze kon overkomen was dat ze de gevangenis in gingen, maar velen hebben later een hogere rang gekregen en zijn beloond voor hun rol. Dat is het schokkendste. Etnische Hongaren werden hard gestraft maar Roemenen die iets op hun geweten hadden niet.
Bolkestein: Is de Hongaarse minderheid op dit moment beter of slechter af dan vlak voor de revolutie van 1989?
Tőkés: Dat is een ingewikkelde vraag. We hebben vrijheid van meningsuiting. We mogen publiceren. We hebben onze eigen pers. We hebben een paspoort. Kortom, allemaal rechten waar we vroeger niet van durfden te dromen, maar het zijn geen specifieke rechten voor Hongaren. Ze gelden voor alle Roemeense burgers. Je kunt het niet vergelijken met de situatie tijdens de | |
[pagina 259]
| |
communistische onderdrukking. Maar tegelijk heeft die vrijheid geen effect, als we onze situatie niet kunnen veranderen.
Bolkestein: Ik begrijp het.
Tőkés: Ook al kun je je uitspreken, zelfs in absolute vrijheid, het helpt niets. Je kunt alleen maar vrij spreken. Ik kan u alles vertellen wat ik wil, maar het heeft geen effect. Roemenië kan niet worden overgehaald zich anders te gedragen. In die zin heeft er een inflatie van politieke vrijheden en uitingsvormen plaatsgehad. Iedereen mag alles zeggen, net als in Hyde Park in Londen. Iedereen mag in de Roemeense media alles zeggen, maar het heeft geen effect. Dat is de nieuwe strategie: ze creëren de indruk van politieke vrijheid omdat iedereen zich mag uitspreken. Dat geldt ook voor Hongaren. Iedereen mag zeggen wat hij wil, ook al is het ver bezijden de waarheid. Tussen al die leugens is de waarheid niet meer te vinden. De Roemeense machthebbers hanteren een bewuste strategie om verschillende kranten en media op te zetten, zodat ze nog beter gehoord worden. Maar de waarheid wordt niet gehoord. Tegelijk wordt de Hongaarse pers niet door de staat gesteund. Een deel van de pers krijgt steun van het regime om informatie te verdraaien. Zo wordt de publieke opinie op een subtiele manier gemanipuleerd. In het verleden had je in elke regio communistische kranten. Nu heb je, in plaats van die communistische kranten, een krant van het regime die naar totale desinformatie streeft. Dat is de officiële methode van Iliescu. De Roemeense ptt, die in staatshanden is, werkt de distributie van oppositionele kranten op allerlei manieren tegen. Een andere indirecte vorm van censuur is de toewijzing van papier. Vanwege de economische crisis is papier moeilijk te krijgen. De prijs is hoog en sommige kopers worden bevoordeeld. Voor bepaalde kranten gelden in boekwinkels speciale prijzen, maar niet voor oppositiekranten. Overal zitten leden van de regeringspartij, allemaal oude communisten. Het hele bestuur wordt gevormd door teruggekeerde communisten: als ze al ontslagen waren, zijn ze weer teruggekeerd. Op het ministerie van Religieuze Zaken, dat over kerkelijke aangelegenheden gaat, is tachtig procent van het personeel nog hetzelfde als tijdens de | |
[pagina 260]
| |
antireligieuze ideologie van de jaren tachtig. Ik heb als bisschop te maken met dezelfde mensen die me vóór 1989 vervolgden. Vroeger waren het atheïstische activisten, nu slaan ze een kruis als religieuze medestanders van de kerk. Maar de enige kerk die ze steunen is de Roemeense orthodoxe kerk.
Bolkestein: Spreken alle Hongaren in Roemenië Roemeens?
Tőkés: De meesten wel. Alleen de oudere generatie, die in Hongarije is geboren, hoefde toen waarschijnlijk geen Roemeens te kennen en die spreken het nog steeds niet. Maar tachtig procent van de Hongaren wel.
Bolkestein: Ze zijn dus in feite tweetalig.
Tőkés: We leren Roemeens omdat dat nuttig is.
Bolkestein: Zijn er scholen waar in het Hongaars les wordt gegeven?
Tőkés: Ja. Tegen het einde van het regime van Ceauşescu is het hele Hongaarse onderwijsstelsel vernietigd. Er waren nog maar een paar Hongaarse scholen over, één of twee in het hele land. Na 1989 zijn er weer vijftig of zestig Hongaarse middelbare scholen opgericht en ook een groot aantal basisscholen, maar sindsdien is de toestand weer slechter geworden. Vorig jaar is bijvoorbeeld al het beroepsonderwijs in het Hongaars verboden. Je kunt dus niet meer in het Hongaars voor timmerman leren, dat moet in het Roemeens. We zijn op zich niet tegen Roemeens onderwijs, maar de Roemeense scholen hebben altijd in dienst gestaan van de assimilatie van het Hongaarse volk. De relatie tussen Hongaarse en Roemeense studenten is gemanipuleerd zodat de Hongaren hun eigen taal zouden vergeten en zouden opgaan in Roemenië. Het hele systeem was gericht op assimilatie. Maar we zijn niet tegen natuurlijke en onvermijdelijke assimilatie.
Bolkestein: Een persoonlijke keus dus. | |
[pagina 261]
| |
Tőkés: Inderdaad. Maar als de staat die keus gaat manipuleren, komen we in opstand. De Hongaarse scholen, Hongaarse organisaties en de Hongaarse cultuur hebben ervoor gezorgd dat de Hongaarse identiteit bewaard bleef. De gereformeerde kerk had tot 1948 zeshonderd scholen, die vervolgens allemaal door de communisten zijn genationaliseerd. De Hongaarse kerken - rooms-katholiek, gereformeerd of luthers - hadden alles bij elkaar ongeveer dertienhonderd scholen. Die zijn genationaliseerd en omgevormd tot Roemeense of gemengde scholen. Er is geen enkele school teruggegeven. Dat is een van onze klachten.
Bolkestein: Welke taal gebruiken de Hongaarse leden van het Roemeense parlement tijdens vergaderingen?
Tőkés: Roemeens.
Bolkestein: Is Hongaars verboden?
Tőkés: Ze hebben het één of twee keer geprobeerd, maar daar werd tegen opgetreden. Het is een principezaak. We hoeven niet de hele tijd Hongaars te spreken, maar als we het willen, moet het mogelijk zijn. Ik noem u een interessant recent voorbeeld, van een politieke campagne met een Hongaarse kandidaat. De Hongaarse partij had een opname gemaakt waarin deze kandidaat ook iets in het Hongaars zei, met Roemeense ondertitels. De band werd naar de Roemeense tv gestuurd, maar daar besloten ze hem niet uit te zenden omdat Roemenië een Roemeens land is en iedereen Roemeens moet spreken. Dat besluit druist tegen de bestaande wetgeving in.
Bolkestein: Krijgen Hongaarse scholen in Roemenië dezelfde financiële steun als Roemeense scholen?
Tőkés: Het zijn staatsscholen en ze krijgen evenveel geld, maar het Roemeense schoolsysteem is erg gecentraliseerd en wordt geleid door het ministerie van Onderwijs. Het systeem is zo gecentraliseerd dat schoolhoofden door het ministerie worden benoemd. Oorspronkelijk was de centralisatie vooral bedoeld om de communistische ideologie te verspreiden. Tegenwoordig wordt | |
[pagina 262]
| |
er geen communistische, maar een nationalistische ideologie gepropageerd. Dus moeten we, in ruil voor geld van de staat, onze kinderen dingen leren die niet in overeenstemming zijn met de ware rol van de Hongaren in de geschiedenis. De geschiedenis van de Hongaren wordt volkomen verdraaid en genegeerd. Op zijn best wordt erover gezwegen. Mijn kinderen moeten leren dat de Hongaren een barbaarse stam uit Azië zijn die het Roemeense volk al sinds het jaar 1000 onderdrukt. Als ze thuiskomen, vragen ze aan mij hoe het zit. Ze zijn teleurgesteld over de Hongaren, hun eigen volk. In het beste geval word je gedwongen je kinderen dubbel onderwijs te geven, niet alleen op school, maar ook thuis of in de kerk. Daardoor raken de Hongaarse kinderen gefrustreerd. In het slechtste geval, waar Hongaren in de minderheid zijn, worden ze misleid. Ze kunnen hun kennis niet toetsen en komen in een schizofrene situatie terecht. Ze worden ‘verroemeenst’. Hongaarse ouders en de Hongaarse gemeenschap hebben het recht te besluiten op wat voor school, in wat voor geest en op wat voor manier hun kinderen worden opgeleid. Dat is een elementair recht.
Bolkestein: Wat is uw bezwaar tegen het basisverdrag met Hongarije?
Tőkés: Eerst nog één opmerking. Ik had het over assimilatie. Maar er is nog een zeer belangrijke kwestie, namelijk de kunstmatige verandering van de demografische verhoudingen. In 1920 waren er in Transsylvanië 1.663.000 Hongaren. Nu, 75 jaar later, zijn we met 1.603.0000 Hongaren. Een afname van 60.000 in 75 jaar. In 1920 bedroeg het aantal Roemenen 2.800.000. Tegenwoordig zijn het er 5.671.000, een verdubbeling dus. Ons aantal is afgenomen, hun aantal is verdubbeld. Toen vormden we 31,6 procent van de bevolking, tegen 21 procent nu. Zij vormden 53,8 procent, nu 73,5 procent. Ongeveer 700.000 Duitsers en 100.000 joden zijn verdwenen. De verhoudingen zijn dus dramatisch veranderd. En dit zijn de feiten: er is al 75 jaar een proces van uitroeiing aan de gang. Als dat proces doorgaat, is het wel duidelijk waar het zal eindigen. Daarom hebben we het gevoel dat dit onze laatste kans is om het te stoppen. We staan op het punt om te ver- | |
[pagina 263]
| |
dwijnen. Daarom willen we een radicale verandering. Een paar kleine verbeteringen zijn niet genoeg om het probleem op te lossen. Ik doel op verschillende vormen van zelfbestuur en collectieve rechten waardoor we onze situatie kunnen verbeteren. Wat het basisverdrag betreft zijn er twee cruciale punten, namelijk de status-quo tussen Roemenië en Hongarije - het probleem van de grenzen - en het probleem van de rechten van minderheden. Ons standpunt en dat van de oppositiepartijen - en korte tijd ook van de Hongaarse regeringspartijen - was dat deze twee kwesties met elkaar samenhangen. Als Hongarije de grens tussen Roemenië en Hongarije zou erkennen, was onze minimumeis dat de Hongaarse minderheden volledige rechten zouden krijgen op de plaats waar ze geboren zijn. Het gaat niet om nieuwkomers, ze woonden daar al, ze zijn de Roemeense grens niet overgestoken. We hebben dit standpunt zes jaar volgehouden: dat het basisverdrag alleen kon worden getekend als de rechten van de Hongaarse minderheid in Roemenië gegarandeerd zouden worden. En we waren het daarover eens - alle partijen, alle officiële organisaties en partijen van Hongaren buiten Hongarije. Op het laatste moment heeft de Hongaarse regering concessies gedaan. Volgens ons was de regering tevreden met een minimum aan rechten. Zelfs onder het communisme hebben we betere tijden gekend. Het begin van de jaren zeventig was een betrekkelijk goede tijd voor de Hongaren in Roemenië. Wat we nu moeten hebben, zijn geen cosmetische maatregelen of een relatieve verbetering van onze rechten, maar een oplossing waardoor de Hongaarse minderheid kan overleven. Verbeteringen zijn belangrijk, als ze worden gerespecteerd, maar vormen geen radicale en reële oplossing voor de Hongaarse minderheid. Het regime van Kádár heeft de Hongaren in het buitenland volkomen genegeerd, uit naam van het proletarisch internationalisme. Na 1989 hebben alle Hongaarse regeringen beloofd dat ze ons zouden steunen in onze strijd om collectieve rechten. Ze steunden ons in onze strijd tegen assimilatie. De regering-Horn heeft die belofte gebroken, omdat ze het basisverdrag wilden ondertekenen zonder dat ze met ons overeenstemming hadden bereikt over een minimum aan rechten. We hebben het gevoel dat we in de steek zijn gelaten en zijn geofferd op het altaar van | |
[pagina 264]
| |
de Europese integratie. Tussen de twee wereldoorlogen is de Hongaarse minderheid geofferd op het altaar van het revisionisme, nu worden we geofferd op het altaar van de integratie. |
|