Onverwerkt verleden
(1998)–Frits Bolkestein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
4
| |
[pagina 47]
| |
het socialistische blad Republica door een bezetting voorgoed monddood te maken.Ga naar eind3 Van der Louw staat niet alleen. Sonja van der Gaast, hoofdbestuurslid van de Partij van de Arbeid, schreef in Socialisme en Democratie: ‘Eens moet het mogelijk zijn om ook met de cpn tot werkafspraken te komen’ om zo een ‘werkelijk progressieve meerderheid’ tot stand te brengen.Ga naar eind4 En onlangs nog verklaarde de voorzitster van diezelfde partij, Ien van den Heuvel, in een vraaggesprek met deze krant: ‘Ooit genoodzaakt te kiezen zal ze voor een linkse dictatuur kiezen.’Ga naar eind5 Zoals burgemeester Van der Louw het uitdrukte: ‘Het vereist nogal wat genuanceerd denkwerk.’ Daarvan gaf Jan Pronk weinig blijk toen hij in de Jaap Edenhal op 3 juni tijdens een manifestatie tegen het wk voetbal uitriep: ‘Wie handel drijft met Argentinië collaboreert met dat regime.’ Pronk heeft als argument voor ontwikkelingshulp aan Cuba genoemd dat op die manier dat land enigszins uit zijn politieke isolement wordt gehaald. Een klein jaar geleden konden we op de televisie horen hoe Castro tegenover een Amerikaanse journaliste toegaf dat er ‘enige duizenden’ politieke gevangenen in Cuba waren. Amnesty International schat dit aantal nu op vijfduizend. In 1976 meende deze organisatie dat Cuba na Argentinië en Uruguay het hoogste aantal politieke gevangenen per hoofd van de bevolking van Latijns-Amerika had. Noch Amnesty International noch het Rode Kruis, noch ook de Organisatie van Amerikaanse Staten wordt toegelaten tot de gevangenissen van Cuba. Bernard Levin, de bekende columnist van Times, heeft op 14 en 15 maart 1978 deze en andere beschuldigingen geuit zonder dat de Cubaanse ambassadeur in Groot-Brittannië bij machte was op de feiten in te gaan. Betekent ontwikkelingshulp aan Cuba geen collaboratie met dat regime? Het hoofdartikel van de Volkskrant van 18 februari 1978 over deze hulp rept met geen woord van wantoestanden, maar zegt dat Cuba ‘veel nieuwe vooruitgangsmodellen heeft ontwikkeld’. Bij de communistische machtsovername van Vietnam sprak de toenmalige minister Pronk over de ‘bevrijding’ van dat land. Nguyĕn Cong Hoan was eens tegenstander van het Thieu-bewind. Hij was eens parlementslid van het verenigde Vietnam te Hanoi. Hij is nu vluchteling van het regime waarin hij eens al | |
[pagina 48]
| |
zijn hoop had gesteld. Vorige week vertelde hij in Den Haag van de nieuwe klasse van uitbuiters in Vietnam: ‘arrogant, bekrompen en corrupt’. Het arme Vietnamese volk werd gegeseld met zwepen. Het wordt nu gegeseld met schorpioenen. Waar zijn de protesten van Pronk? Anders dan Ien van den Heuvel zie ik de volgende twee verschillen tussen linkse en rechtse dictaturen. Allereerst dit. In de meeste ondemocratische landen worden tegenstanders van het regime van de dag achtervolgd. Maar communistische dictaturen hebben de onmenselijkheid met een dimensie verdiept door vooral medestrijders en koplopers uit de weg te ruimen. Dat de revolutie haar kinderen verslindt, is een stelling die nog niets van zijn actualiteit heeft verloren. De lotgevallen van de Tsjechische leider Rudolf Slánský en de Praagse processen van 1952 herhalen zich in die van Lin Piao en de Bende van Vier. Huber Matos was een van Castro's medestrijders van het eerste uur, die de stad Santiago de Cuba tot overgave heeft gedwongen. Alleen verzette hij zich tegen de dictatuur van Castro en zit hij nu in de gevangenis - sinds oktober 1959 - waar hij lichamelijk zo niet geestelijk wordt gebroken. Waarom schreef de Volkskrant hierover niet? Het tweede verschil is dit. Linkse dictaturen worden instandgehouden met een efficiëntie waaraan geen Pinochet kan tippen. Ter toelichting het volgende. In de Atacama-woestijn, in het noorden van Chili, ligt een verlaten salpeterontginning, die nu als concentratiekamp dienstdoet. Twee Oost-Duitse journalisten zijn erin geslaagd toestemming te krijgen dat kamp te bezoeken om er een film van te maken, die in september 1975 in Parijs is vertoond. Voor dat doel heeft de Chileense regering hun zelfs een helikopter ter beschikking gesteld. Een communistisch regime is minder behulpzaam. Op 11 december 1975 is voor de Franse televisie een film van een concentratiekamp vertoond. Wachttorens, prikkeldraad, politiehonden - niets ontbrak. De uniformen en de tekens op de vrachtauto's met kooien voor de gevangenen waren onmiskenbaar Russisch.Ga naar eind6 Het was een clandestiene film van een kamp in Riga, die via een organisatie van baptisten in handen was geraakt van de bbc. Maar volgens Pravda betrof het een grove vervalsing zoals er zovele waren gemaakt in de tijd van de Koude Oorlog. ‘Zonder dat | |
[pagina 49]
| |
evenwel bij de brede massa's van de westerse bevolking vijandige gevoelens jegens het land van Lenin worden opgewekt.’Ga naar eind7 Blijft de vraag waarom zovelen linkse dictaturen verkiezen boven rechtse: waarom ze protesteren tegen de activiteiten van de Stevin-groep in Chili, maar niet tegen die van Fokker in Roemenië - toch ook een politiestaat die er zijn mag. Me dunkt er zijn vier redenen voor deze selectieve verontwaardiging, voor dit meten met twee maten. De eerste reden stamt uit de Tweede Wereldoorlog. We - althans velen van ons - hebben de nazi-dictatuur aan den lijve ondervonden, niet de communistische. We kennen de betekenis van de woorden ‘op transport gesteld’; over de goelagarchipel hebben we alleen gelezen. De tweede reden hangt samen met ons ingebakken antimilitarisme. De woorden ‘kolonelsregime’ zijn al voldoende om afweerreacties op te roepen. Weinig regimes zijn zo gemilitariseerd als dat van Castro, maar vóór diens excursies in Afrika bleek dat niet zo duidelijk. En achter het IJzeren Gordijn houdt men de uniformen wat op de achtergrond. De derde reden is deze. Zuid-Afrika en Rhodesië, Chili en Argentinië zijn verre landen met weinig macht, waartegen het veilig ageren is. Maar Rusland en zijn satellieten - dat is wat anders! Vandaar de woedende reactie die het hoofd van de Britse defensiestaf sir Neil Cameron thuis oogstte toen hij in Peking durfde opmerken dat China en het Verenigd Koninkrijk in Rusland een gemeenschappelijke vijand hadden. Ian Mikardo en andere linkse socialisten eisten dat sir Neil zou worden ontslagen. Zoals The Economist opmerkte: het was droevig maar duidelijk dat ze niet om zijn hoofd zouden hebben gevraagd als hij een regime had geïrriteerd dat hun minder heilig was geweest dan dat van Rusland. En nu de laatste en belangrijkste reden: de macht van de idee over de mens blijkt zo sterk te zijn dat elke misdaad wordt vergoelijkt, mits die wordt gepleegd uit naam van de juiste theorie - of liever, uit naam van de juiste mythe! Dat is de mythe van de revolutie, van de grote verandering, van wat de Fransen noemen le grand soir. Deze mythe is half heilsleer, half ongeduld met administratieve maatregelen die nooit meer dan deeloplossingen geven. Het is de mythe dat alles op zijn kop moet worden gezet | |
[pagina 50]
| |
voordat men kan beginnen aan de Nieuwe Wereld. Het is de mythe die het communisme in de ogen van velen nog steeds een zekere aantrekkingskracht verleent, hoewel het toch de grootste confidence trick is uit de geschiedenis van de mensheid. De mythe is machtig maar wijkt voor de ervaring: de enige marxisten wonen nu in het Westen. |