Onverwerkt verleden
(1998)–Frits Bolkestein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
Hier | |
[pagina 19]
| |
2
| |
[pagina 20]
| |
hem aan Lenin voor, in 1915 in Bern. Lenin zag veel in de jonge vuurbal en bracht hem in contact met de intellectuele Pool Karl Radek, meester van de propaganda, en graaf Felix Dzerzjinski, de Savonarola van de revolutie, die later de Tsjeka zou stichten, voorloper van de gpu en de nkvd. Willi Münzenberg was geen intellectueel. Maar hij was een geniale manipulator, de eerste en grootste organisator van de Komintern. Zijn doel was ideologisch. Hij wilde niet-communistische progressieve kringen in het Westen doordringen van één gedachte: sovjetpolitiek bekritiseren was het teken van een slechte en bekrompen geest; steun voor die politiek wees op vooruitstrevendheid en menselijkheid. Dit betekende dat hij intellectuelen moest organiseren: romanschrijvers, acteurs, journalisten, humanisten; de idealisten die de meeloper Romain Rolland Les hommes de bonne volonté noemde. Hoezeer echte communisten de liberale sympathisanten ook minachtten, ze moesten worden gemobiliseerd. Münzenbergs middelen waren de media van de intelligentsia: uitgeverijen, boekenclubs, kranten, weekbladen en pamfletten. In 1926 was hij eigenaar van twee grote Duitse dagbladen, plus het weekblad Arbeiter Illustrierte Zeitung (oplage één miljoen) en een aantal gespecialiseerde bladen, alle met een indirecte communistische inslag. Willi Münzenberg was de spin in het web. Hij kende iedereen in dat raderwerk. T.S. Eliot citerend noemde iemand het a wilderness of mirrors. Hoe dit alles in zijn werk ging en wie er in Parijs, Cambridge of Hollywood in verwikkeld raakte, wordt door Stephen Koch beschreven in zijn Stalin, Willi Münzenberg and the Seduction of the Intellectuals uit 1994. Het is een rommelig boek, geschreven in een onverzorgde stijl. Volgens de achterflap is Koch ‘chairman of the Writing Division of the School of Arts of Columbia University, New York’. Voor zijn studenten doet dat het ergste vrezen. Hier en daar overschreeuwt hij zichzelf. Maar het boek is een fascinerende weergave van de intellectuele manipulaties in de jaren twintig en dertig. Koch heeft zich uitvoerig gedocumenteerd. Voor zover mogelijk heeft hij het centrale partijarchief in Moskou geraadpleegd. Hij heeft met een aantal mensen gesproken die toen een rol hebben gespeeld, onder wie Münzenbergs weduwe, Babette Gross, | |
[pagina 21]
| |
die een zuster was van Margarete Buber-Neumann.Ga naar eind2 De zusters Babette en Margarete zijn er beter van afgekomen dan Willi zelf. De belangrijkste stelling in het boek van Koch is dat Stalin, nog voordat Hitler aan de macht kwam, met hem wilde samenwerken: dat hij al vanaf 1932 welbewust aanstuurde op het Molotov-Ribbentroppact van 23 augustus 1939. Als dit waar is, is het een stelling van grote historische betekenis. Een cruciaal jaar voor de bewijsvoering ervan is 1932. Hitlers greep naar de macht is bekend. Zijn ss en sa terroriseerden de straten van Duitsland. In Potempa (Oberschlesien) sloegen vijf geüniformeerde leden van de sa de communistische arbeider Pietzruch dood. Op 22 augustus 1932 werden de moordenaars ter dood veroordeeld, wat tot Hitlers woedende protest in de Völkische Beobachter leidde. Op 2 september gaf Von Papen aan de druk toe en veranderde hij het vonnis in levenslang. Maar bij de verkiezingen van 6 november verloren de nationaal-socialisten twee miljoen stemmen (van 13,7 miljoen stemmen naar 11,7 miljoen). De nationalisten wonnen 900.000 stemmen, de communisten 700.000. De fractie van de nazi's bleef de grootste, maar hun opmars leek niet langer onstuitbaar. In deze Sternstunde der Menschheit werd het ‘Wereld-strijd-congres tegen den Oorlog’ van 27 tot 29 augustus 1932 in Amsterdam gehouden. Waarover ging dat congres? Over het imperialisme, de oorlog die werd voorbereid tegen de Sovjet-Unie, de Japanse agressie tegen Mantsjoerije, de strijd van de arbeiders tegen de kapitalisten, over de vrede. Niet over de dreiging van het nationaal-socialisme naast de deur. Hier waren meer dan tweeduizend afgevaardigden. Ze vertegenwoordigden iedere progressieve nuance. Het congres werd gemanipuleerd en gefinancierd door de Komintern. Maar de afgevaardigden waren voor het overgrote deel les hommes de bonne volonté die niets liever dan vrede en vriendschap wilden, mir i droezjba. Een objectieve waarnemer zou achteraf hebben kunnen concluderen dat het Amsterdams congres bedoeld was de aandacht van het bruine gevaar af te leiden. Aldus Koch. De kranten van die dagen staven die indruk. De Tribune, dagblad der Communistische Partij Holland, geeft uitvoerige weergaven van de toen gehouden toespraken. Henri Barbusse bekritiseerde de Volkenbond. De leider van de Franse revolutionaire | |
[pagina 22]
| |
arbeiders, Marcel Cachin, fulmineerde tegen het Japanse imperialisme. Een arbeider van Krupp (‘Het Congres zingt hem spontaan de Internationale toe’) vertelt van de Duitse wapenindustrie. Was er dan niemand die luid en duidelijk over de toestand in Duitsland sprak? Zeker, er was Jacques de Kadt: ‘De gebeurtenissen in Duitsland hebben tegelijkertijd ook het falen der communisten bewezen. De kpd is in geen enkel opzicht in staat gebleken de Duitsche arbeidersklasse tot een massabeweging tegen het fascisme op te stuwen.’ Maar De Kadt sprak op een bijeenkomst van de Onafhankelijke Socialistische Partij in het gebouw De Werkende Stand. Volgens De Tribune van 27 augustus 1932 ‘maakte hij zich hier belachelijk mee’. Koch noemt dit a deep and poignant political tragedy. Hier waren mensen bijeen die een internationale coalitie hadden kunnen vormen om moed en ruggengraat te geven aan een verenigde oppositie tegen Hitler. Het was het juiste moment. Alle bien pensants waren aanwezig. Maar de organisatie van Willi Münzenberg zorgde ervoor dat iedereen werd bekritiseerd behalve Hitler. Ter verdediging van zijn stelling voert Koch voorts het proces over de brand van de Rijksdag aan. Dat proces opende in Leipzig op 20 september 1933. Aangeklaagd werden onze ongelukkige landgenoot Marinus van der Lubbe, een tamelijk populaire Duitse communist Ernst Torgler en verder drie Bulgaren: Georgi Dimitrov - destijds hoofd van de afdeling West-Europa van de Komintern - plus diens twee handlangers Popov en Tanev. Van der Lubbe werd ter dood veroordeeld. Torgler verdween in een concentratiekamp. Waarom werden Dimitrov, Popov en Tanev vrijgesproken, zodat ze in februari 1934 in triomf naar de Sovjet-Unie konden terugkeren? Was dit werkelijk een bewijs van de autonomie van de Duitse rechtspraak onder Hitler? Of was het afgesproken met Stalin, zoals Koch meent? De diepere reden voor deze doorgestoken kaart was volgens Koch de wens van Hitler zich van Röhm en zijn sa te ontdoen. In de machtsstrijd tussen Reichswehr en sa had Hitler de kant van de eersten gekozen. Hij kon de sa zelf bezwaarlijk aanvallen: hij was nog te zeer van haar afhankelijk. Maar de aanval op de sa kon zonder bezwaar door de communisten worden opgenomen. En inderdaad had Münzenbergs antinazi-campagne het | |
[pagina 23]
| |
vooral op de sa gemunt en werd voor een sa-coup tegen de Reichswehr gewaarschuwd. Arthur Koestler vermeldt in zijn autobiografie dat volgens Ruth Fischer en Frans Borkenau, beiden historici van de Komintern, ‘er een geheime afspraak tussen de gpu en de Gestapo bestond, die erop neerkwam dat Dimitrov Moskou veilig zou bereiken, wat ook de uitkomst van het proces zou zijn’. Ook André Malraux, die toen goed op de hoogte was van Münzenbergs handelen, heeft gesuggereerd dat de geheime samenwerking tussen Hitler en Stalin destijds begon. Hiertegenover staat het oordeel van de Duitse historicus Sebastian Haffner, dat de verhouding tussen Hitler en Stalin in de loop van 1933 en 1934 langzaam verslechterde, om in 1935 een toestand van ‘totale, ijzige vijandschap’ te bereiken.Ga naar eind3 Hij citeert overigens ook volkscommissaris Litvinov, die tegen de Duitsers zei: ‘Wat gaat het ons aan, als u uw communisten doodschiet?’ We hoeven hierover dus geen illusies te hebben. Hitlers coup tegen de sa had op 30 juni 1934 plaats. Dat was de nacht van de lange messen. Precies vijf maanden later, op 1 december 1934, werd Kirov vermoord, de partijleider van Leningrad. Dat was de opmaat voor de terreur, die niet lang daarna op gang zou komen en in 1937 zijn hoogtepunt zou kennen. Maar in juni 1935 had het beroemde congres voor de verdediging van de cultuur plaats in het gebouw van de Mutualité in Parijs. De eerste zitting werd voorgezeten door Gide en Malraux. Volgens L'Humanité hadden zich de grootste schrijvers van veertien landen verzameld, hoewel Boris Pasternak ertegen had gewaarschuwd: ‘Organiseer u niet! Organisatie is de dood van de kunst. Het enige wat telt is persoonlijke onafhankelijkheid!’ Maar weer liet een aantal toonaangevende intellectuelen zich zand in de ogen strooien. Alleen de surrealisten protesteerden tegen de ‘systematische verstikking’ van het congres.Ga naar eind4 Op het zevende congres van de Komintern, een paar maanden later, riep Dimitrov de nieuwe strategie uit, die van het Volksfront. In ideologische zin moest het een schijn van democratisch pluralisme aan het communisme verlenen. De strategie had succes. Op 3 mei 1936 kwam het Volksfront in Frankrijk tot stand, nadat het op 16 februari 1936 in Spanje aan de macht was gekomen. | |
[pagina 24]
| |
De geschiedenis van de Spaanse burgeroorlog is bekend. Largo Caballero werd premier op 4 september 1936, zeven weken na de pronunciamiento van Franco. Op 17 september 1937 werd hij vervangen door zijn eigen minister van Financiën Juan Negrín, die onder de duim van de communisten zat. Daarmee begon de Spaanse terreur, parallel dus aan de Russische. Volgens Stephen Koch was het Volksfront bestemd om de internationale aandacht van de sovjetterreur af te leiden. Inderdaad was het communisme nooit zo populair als toen de terreur zijn hoogtepunt kende. Die stelling is dus plausibel (hetzelfde was het geval met Mao, wiens populariteit - vooral in Frankrijk - met de terreur van de culturele revolutie het grootst werd). Maar Koch gaat een stap verder. Het is duidelijk dat de communistische terreur in Spanje - die burgeroorlog binnen een burgeroorlog - de oorlogsinspanning van de Republiek verzwakte. Koch houdt staande dat Stalin die terreur met opzet gebood, omdat hij niet zou willen dat de republikeinse regering te sterk werd. Een Hitler die zich door een fascistische deconfiture in Spanje bedreigd voelde, zou een te ongemakkelijke buur voor de Sovjet-Unie vormen. Maar dit is niet geloofwaardig. Zou Stalin de nazi-tijger van zich af hebben willen houden door het beest een paella valenciana op te dienen? Het lijkt toch waarschijnlijker dat de Komintern op een ideologische ganzenpas aandrong, ook al bracht die de werkelijke ganzenpas dichterbij. Koch schrijft verder uitvoerig over de Cambridge-spionnen: Burgess en Maclean, Kim Philby en de grote kunstkenner Anthony Blunt. Zij waren de erfgenamen van Bloomsbury: de kring waarin Virginia Woolf, Clive Bell en vooral Lytton Strachey hadden geschitterd. Het was een subcultuur doorschoten van homoseksualiteit. Isaiah Berlin sprak dan ook over de ‘homintern’ (sommigen hebben een verband gelegd tussen de onderdrukking van de homoseksualiteit op kostscholen en de latere rebellie en aanhankelijkheid jegens de Sovjet-Unie - waar homoseksualiteit overigens taboe was). De geschiedenis van de Engelse Komintern-informanten is bekend.Ga naar eind5 Koch doet die nogmaals - op rommelige wijze - uit de doeken. Maar over het onderliggende spanningsveld is hij duidelijk. Hij wijst op het essentiële feit dat Münzenberg en de Komintern munt wisten te slaan uit de band tussen de intellec- | |
[pagina 25]
| |
tuele elite van de Britse samenleving en wat Lionel Trilling de counterculture noemde. Sommigen van de grootste talenten van die tijd streefden naar een radicale politiek om door de burgerlijke façade heen te breken en af te rekenen met de hypocriete middelmatigheid van de bourgeoisie. Een deel van de West-Europese intellectuele elite van de jaren twintig en dertig gaf uitdrukking aan zijn ideeën en zijn ressentiment in de taal van de revolutie. André Malraux zou later tegen De Gaulle zeggen dat Willi Münzenberg de Voltaire van de jaren dertig was. Als er één politiek cliché was dat Münzenberg en zijn organisatie ingang probeerden te doen vinden, dan was dit de gedachte dat de sociaal-democraten in het bijzonder en de democratieën in het algemeen te zwak en te verdeeld waren om het tegen Hitler te kunnen opnemen. Nee, mensen van goeden wille moesten zich daarvoor verlaten op de harde variant van links, op Stalin. Vandaar de beroemde resolutie die de Oxford Union in haar debat van 1934 heeft aangenomen: om in geen omstandigheden voor koning of vaderland te vechten. Vele malen is over de totalitaire verleiding van intellectuelen geschreven, maar nooit is er een afdoende verklaring voor gevonden. Natuurlijk verschilden de omstandigheden van geval tot geval. Natuurlijk speelden zuiver persoonlijke elementen een rol, zoals de eerder genoemde onderdrukte homoseksualiteit of een generatieconflict. Maar er waren toch ook algemene factoren in het spel: de vooraanstaande positie waarop gefrustreerde intellectuelen recht meenden te hebben en die ze na de revolutie meenden te zullen bekleden; het blauwdrukdenken waartoe een intellectuele opleiding noopt; of de vrees voor de vrijheid die de ware geestelijke onafhankelijkheid vereist.Ga naar eind6 Vooral dit laatste aspect wordt weinig belicht. Het verdient meer aandacht. Emmanuel Le Roy Ladurie geeft er een mooi voorbeeld van in zijn boeiende Paris-Montpellier pc-psu 1945-1963, waarin deze beroemde Franse geschiedschrijver zijn politieke Werdegang beschrijft. Op een van de congressen van de pcf werd over een controverse van byzantijnse ingewikkeldheid gediscussieerd, die evenwel een reële machtsstrijd verhulde. Nadat de discussie enige tijd had geduurd, verhief het lid van het politbureau Raymond Cuyot zich om in doodse stilte uitspraak in het conflict te doen. Daarop barstte het congres in applaus uit | |
[pagina 26]
| |
- een applaus waarin de in het ongelijk gestelde partij voorging om haar discipline manifest te maken.Ga naar eind7 In New York en Hollywood speelde het verzet tegen het nationaal-socialisme een geringere rol. Daar ging het de Komintern vooral om het kweken van sympathie voor het communisme. Babette Gross vertelde in 1989 welke tactiek men daarbij gebruikte: ‘Je stelt níet dat je het sovjetregime ondersteunt. Je vraagt anderen ook níet dat te doen. Dat doe je nooit, onder geen enkele omstandigheid. Je zegt dat je een onafhankelijke idealist bent. Je begrijpt de politiek niet echt, maar je vindt dat de mensen met de zwakste schouders onrecht wordt aangedaan. Je gelooft in openheid. (...) Je wordt bang van het racisme en van de onderdrukking van de gewone arbeider. Je gelooft dat de Russen een groot menselijk experiment ondernemen en je hoopt dat het lukt. Je gelooft in vrede en in internationaal begrip. (...) Je vindt het kapitalisme corrupt.’ Zo werden Lenins ‘nuttige idioten’ gerekruteerd. Nuttig voor Moskou was Alger Hiss zeker, een idioot was hij niet. In 1948 werd hij door Whittaker Chambers ervan beschuldigd een sovjetagent te zijn. Een onderbelichte maar belangrijke rol in die affaire werd door een zekere Noel Field gespeeld. Toen Alger Hiss terecht moest staan, is Field naar Boedapest gevlucht. Daar is hij door de nkvd voor de Oost-Europese showprocessen gebruikt, de politieke terreur die eerst in Hongarije tegen László Rajk werd gevoerd en later, in 1952, tegen Rudolf Slánský in Praag. (Zie Costa Gavras' L'aveu met Yves Montand in de rol van Artur London.Ga naar eind8) Zo werd de kring gesloten. Zo werden de bedriegers bedrogen. De kring werd ook gesloten rond Willi Münzenbergs nek. Maar dat was al eerder gebeurd, in 1940, kort na de capitulatie van Frankrijk. Zijn lichaam werd door jagers in de buurt van Grenoble gevonden. Het koord was gebroken en het lichaam zat nog overeind onder de boom. De omstandigheden rond zijn dood zijn nooit opgehelderd. Dat de nkvd van hem af wilde, was al enige jaren duidelijk. Sinds het congres van 1935 in de Mutualité - waarvan de leiding hem niet was gegund - was zijn invloed tanende geweest. Een paar jaar had hij de geheime dienst van de Sovjets van zich af weten te houden door zich voor de Spaanse zaak druk te maken. Na 1939 ging ook die vlieger | |
[pagina 27]
| |
niet meer op. Had hij de moed opgegeven en zelfmoord gepleegd? Gezien zijn sterke persoonlijkheid lijkt dat niet aannemelijk. Hij was verstrikt geraakt in Eliots wilderness of mirrors. De mensen met wie hij op de vlucht was, hebben hem waarschijnlijk gedumpt op de mestvaalt van de geschiedenis. De grote vraag waarmee Stephen Kochs fascinerende boek mij achterlaat, is de volgende. Al deze energie en dit intellect, deze vindingrijkheid en misleiding, deze dubbele en driedubbele bodems, dit verraad en contraverraad, deze cynische harteloosheid en dit oprechte idealisme - wat is het effect op de werkelijkheid geweest? Zeker, in de sovjetterreur is een zeer groot aantal mensen omgekomen. Maar dat was hoe dan ook gebeurd, want zoals Hannah Ahrendt schrijft, heeft de totalitaire dictatuur een onvoorspelbare terreur even hard nodig als een mens zijn bloed. Zeker, de mensen waar het in dit boek om gaat, zijn voor een groot deel op een onaangename wijze aan hun einde gekomen. En degenen die in leven zijn gebleven, zullen er geen plezierige herinnering aan hebben overgehouden. Maar voor de rest was het effect te verwaarlozen. De Tweede Wereldoorlog is er niet door vertraagd of vervroegd. De opmars van het Rode Leger is er niet door gestuit. Stalinisme noch destalinisering is erdoor beïnvloed. De Muur is er niet eerder door gevallen. Deze geschiedenis toont het deficit van de ideologie. |
|