schaarste-argument, dat als een rechtvaardigingsgrond voor overheidsinterventie gold, grotendeels weggenomen.
In de derde plaats verkeren de Hilversumse omroepverenigingen in zodanige problemen, dat een drastische reorganisatie geboden is.
De rol van de overheid moet dus opnieuw worden geformuleerd. Uitgangspunten daarbij zijn: communicatievrijheid, pluriformiteit en het tegengaan van monopolieposities. Nu door de technische vooruitgang schaarste geen argument meer is om omroepen te weren, kan de overheid terugtreden ten gunste van de private omroepsector. De rol van de overheid heeft dan nog, afgezien van ad hoc-interventies, twee dimensies.
Allereerst is regulering nodig in een sector waar nog wel schaarste is (de ether), of om technische storingen te voorkomen. De overheid is hier als het ware verkeersagent.
Vervolgens moet de overheid formuleren welke publieke functies dienen te worden vervuld. Hierboven heb ik er al enige genoemd. Thans wordt nog te veel gedacht in termen van ‘publieke omroepen’ en te weinig in die van ‘publieke functies’.
Te lang hebben wij de omroepen van Hilversum bestempeld als publieke omroepen, terwijl zij toch particuliere omroepen zijn. Te lang ook heeft de staat deze particuliere ondernemingen met overheidssteun overeind gehouden. Waarom zouden amusementsprogramma's die ook op commerciële basis kunnen worden gemaakt, uit openbare middelen moeten worden bekostigd? De overheidskas moet alleen dienen voor programma's die niet in de markt kunnen ontstaan.
Publieke functies horen thuis op één nationaal net waar de kwaliteit centraal staat. Het verdient de voorkeur dat die publieke functies door een onafhankelijke en zelfstandige nos worden vervuld. De andere omroepen maken dan geen deel meer uit van het nos-bestuur. De publieke functies worden gefinancierd uit de omroepbijdrage. Dus geen reclame op dit nationale net. De overige twee netten staan ter beschikking van de huidige zendgemachtigden en van commerciële omroepen, die alle vrijheid krijgen en zich mogen financieren zoals zij willen: uit eigen inkomsten (programmabladen), contributies, reclame of sponsoring.
Een variant op dit model zou kunnen zijn dat niet alle publieke functies door de nos worden vervuld, maar dat een deel ervan