Het heft in handen
(1995)–Frits Bolkestein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |
III Het buitenland | |
[pagina 79]
| |
8 Humanitaire interventiesOp maandag 18 oktober 1993 organiseerde het Instituut Clingendael een conferentie over het onderwerp: ‘De Verenigde Naties: een oude opdracht in een nieuwe wereld. Wat kan Nederland bijdragen?’ Hieronder volgt mijn toespraak tot die conferentie, die in Het Parool van dezelfde dag enigszins ingekort werd gepubliceerd. ‘Africa for the Africans’, riep ‘Soapy’ Williams, vice-minister voor Afrikaanse Zaken onder president Kennedy. De buitenlandse politiek van de Verenigde Staten was toen nog anti-koloniaal. Nu, dertig jaar later, staat het Afrikaanse werelddeel er slecht voor. Corruptie, verkeerd economisch beleid, administratieve onmacht, religieus fanatisme en etnisch geweld hebben ervoor gezorgd dat veel Afrikaanse landen er nu slechter aan toe zijn dan toen zij onafhankelijk werden. Sommige staten, zoals Liberia, worden geterroriseerd door het lompenmilitariaat. Andere, zoals Zaïre, zijn veranderd in genadeloze roof-economieën. Het zijn voorbeelden van wat de secretaris-generaal der Verenigde Naties Boutros Ghali ‘failed states’ noemt. Kan het Westen, kan de wereldgemeenschap bijdragen aan het proces van nation building dat daar op gang moet komen? Volgens de klassieke leer der staatssoevereiniteit behoeft elke interventie - ook om humanitaire redenen - de instemming van de betrokken regering, zelfs al onderdrukt die zijn onderdanen op gruwelijke wijze. Volgens die leer gaan collectieve rechten zoals soevereiniteit en zelfbeschikking vóór individuele mensenrechten. Maar de collectiviteit is er voor het individu en niet omgekeerd. Wat baat de onderdrukte boer en de politieke gevangene de soevereiniteit van hun staat? Waar zij op hopen, is inmenging van buitenaf. Langzamerhand breekt een nieuw inzicht door. Dit komt hierop neer, dat geen staat in de veronderstelling mag worden gela- | |
[pagina 80]
| |
ten dat de wijze waarop hij zijn burger behandelt een zuiver binnenlandse aangelegenheid is. Zo zei minister van Buitenlandse Zaken Kooijmans onlangs dat zich in zekere zin een ‘recht op inmenging’ van de internationale gemeenschap aan het ontwikkelen was. Daarbij zou die gemeenschap ‘op plaatsvervangende wijze’ tijdelijk de nationale soevereiniteit uitoefenen. Hij vroeg zich zelfs af of het niet beter was te spreken van een ‘plicht tot inmenging’ dan van een recht.Ga naar eind1 Het risico van avonturisme ligt hier natuurlijk op de loer. De Brezjnev-doctrine, die alle Oostblok-zaken tot Sovjet-aangelegenheden bestempelde, mag geen spiegelbeeld krijgen in een kanonneerboot-diplomatie van de eenentwintigste eeuw. Aan welke voorwaarden moet een humanitaire interventie voldoen? Een paar elementen zijn duidelijk. Het moet gaan om een uitzonderlijke en hoogst ernstige humanitaire noodtoestand. Het moet bovendien duidelijk zijn dat gewapende interventie de enige remedie is en dat zij ook kans van slagen heeft. Ten slotte moet die interventie plaatshebben onder de vlag van de Verenigde Naties of althans in samenwerking met een afdoende aantal gelijkgestemde landen. Natuurlijk is het beter wanneer een resolutie van de Veiligheidsraad de interventie machtigt. Maar de toon in de wereldgemeenschap wordt nog steeds gezet door mogendheden die volstrekt anders denken over de internationale politiek en ook zeer verschillende belangen hebben.Ga naar eind2 Het zal dus niet vaak voorkomen dat die mogendheden dezelfde mening hebben over een bepaalde ontwikkeling. De Golfoorlog was wat dat betreft waarschijnlijk een uitzondering. Wordt de Veiligheidsraad uitgebreid met Duitsland en Japan als permanente leden, of met regionale mogendheden als India, Brazilië en Nigeria, zoals minister Pronk wil, dan neemt de kans op eenstemmigheid navenant af. Dat moet dus ook maar niet gebeuren. De voorwaarde van ‘een afdoende aantal gelijkgestemde landen’ zal in de praktijk neerkomen op deelname door de Verenigde Staten. Ronald Reagan liet in Oxford in december 1992 een klaroenstoot horen: ‘Wat ik voorstel, is niets minder dan een humanitaire fluwelen handschoen die wordt ondersteund door een stalen vuist van militaire macht,’ aldus de voormalige president.Ga naar eind3 | |
[pagina 81]
| |
De huidige Amerikaanse regering is aanmerkelijk voorzichtiger. In zijn toespraak tot de Verenigde Naties van september 1993 noemde president Clinton vier criteria waaraan moest worden voldaan: er moest sprake zijn van een duidelijke bedreiging van de internationale vrede; de operatie moest een helder doel hebben; duidelijk moest zijn wanneer de deelnemende troepen zouden kunnen worden teruggetrokken; en ook moest er duidelijkheid over de kosten zijn. President Clinton voegde hieraan toe dat de vn zich niet met alle conflicten in de wereld konden bezig houden. ‘Als het Amerikaanse volk “ja” tegen vredesoperaties van de Verenigde Naties moet zeggen, dan moeten de Verenigde Naties weten wanneer ze “nee” moeten zeggen,’ zei hij. Dat een nieuwe Amerikaanse terughoudendheid in het verschiet ligt, wordt bevestigd door de adviseur in nationale veiligheidsaangelegenheden Anthony Lake: ‘Deze criteria komen erop neer dat betrekkelijk weinig binnenlandse etnische conflicten onze militaire interventie zullen rechtvaardigen.’Ga naar eind4 Niet het minst belangrijke Amerikaanse criterium is hetgeen vraagt om een helder doel. De vn-resolutie waaronder president Bush duizenden troepen naar Somalië stuurde, beval hem een ‘veilige omgeving’ te scheppen. Die kan natuurlijk nooit door een kortstondige interventie worden teweeggebracht. In een staat als Somalië, die in feite heeft opgehouden te bestaan, gaat het om een veelomvattend probleem met diepliggende oorzaken. De voormalige Amerikaanse topdiplomaat George F. Kennan schreef terecht dat de chaos daar alleen kon worden beëindigd ‘als er een regering wordt geïnstalleerd die greep heeft op het hele gebied, en dan moet het een regering zijn die resoluut en zelfs meedogenloos kan optreden’.Ga naar eind5 Daarvoor bestaan twee mogelijkheden. De eerste is een regering, geïnstalleerd door de voormalige koloniserende mogendheid. De dekolonisatie van Afrika was voortijdig maar valt die nog terug te draaien? België, Portugal en Italië zullen er voor passen te worden opgezadeld met de verantwoordelijkheid voor Zaïre, Angola en Somalië. Het zelfvertrouwen daartoe is hun volstrekt komen te ontvallen. Zo ook is het Amerikaanse voorstel aan de Nederlandse regering om na de moorden van december 1982 in Suriname te in- | |
[pagina 82]
| |
terveniëren door ons kabinet afgewezen. De andere mogelijkheid is een vn-protectoraat. Wie daarvoor terugdeinst, kan zich maar beter in het geheel niet met een wespennest als Somalië bemoeien.Ga naar eind6 Het ziet er al met al dus somber uit voor de failed states: de staten die bestaan uit een ministerie van Buitenlandse Zaken waarachter een chaos schuilgaat. De Veiligheidsraad zal niet vaak eensgezind zijn. De Verenigde Staten willen voorrang geven aan hun binnenlandse problemen. De Europese landen hebben de moed verloren voor het nemen van meer dan halve maatregelen. Maar halve maatregelen helpen niet. |
|