Haags duet
(1998)–Frits Bolkestein, Margriet Brandsma– Auteursrechtelijk beschermdDonderdag 5 maartWij vertrekken zo gauw we kunnen naar ons Franse huis. Maar vanwege alle spullen die mee moeten - cd's, videobanden, boeken en papieren - is dat toch ongeveer halftwaalf. We lunchen aan het mooie plein van Mechelen. Het stadhuis is een fraai voorbeeld van de Brabantse gotiek. Er wapperen drie verschillende vlaggen, alle met een Vlaamse leeuw. De clauwaerts die het moesten opnemen tegen de leliaerts. Aan het einde van de middag komen wij aan. We hebben zes dagen om te lezen, te schrijven, te kijken en te luisteren. Terwijl ik dit schrijf, luister ik naar Mozarts klarinetconcert, uitgevoerd door het Orkest van de Achttiende Eeuw onder leiding van Frans Brüggen met Erich Hoeprich op de klarinet. De ochtendkrant bevestigt wat ik gisteravond vermoedde: de PvdA wint 246 raadszetels, wij 213 en het cda verliest er 93. Het is mij nog steeds een raadsel hoe iemand het cda voor winnaar van deze verkiezingen kan houden. Geen enkele vertaling naar een landelijke uitslag klopt, want er zijn te veel storende factoren. (1) De lage opkomst. (2) Aanmerkelijk succes van lokale partijen. (3) Meer dan een miljoen kiesgerechtigden die niet | |
[pagina 13]
| |
mochten stemmen, omdat ze dat net na herindelingen hadden gedaan (voornamelijk in Drenthe en Brabant). De eerste factor is slecht voor ons: 36 procent van de thuisblijvers zou landelijk vvd stemmen. De tweede factor is slecht voor alle landelijke partijen. Naar het schijnt kwam 24 procent van de lokalo's van D66, 21 procent van vvd en cda en 20 procent van de PvdA. De derde factor was (vermoed ik) vooral slecht voor PvdA en cda. Wat betreft niet-stemmers nog het volgende. Slechts tien procent daarvan zegt: ‘Mijn stem doet er niet toe.’ De anderen voeren een grote verscheidenheid van redenen aan: wist niet waarop, vergeten, geen tijd, geen belangstelling, geen speciale reden. Ik houd vol dat de meeste niet-stemmers weinig reden tot klagen hebben. Ik heb weleens geschreven: ‘Hoe saaier de politiek, des te gelukkiger het land’ (Woorden hebben hun betekenis, p. 37 en verder).Ga naar eindnoot1 Ik heb natuurlijk ook liever dat mensen gaan stemmen, afgezien van het voordeel dat de vvd ervan heeft. ‘Wie niet stemt, telt niet mee,’ heb ik herhaaldelijk in de campagne gezegd. Maar ik zie het niet als zo'n dramatische gebeurtenis, in tegenstelling tot al die columnisten en andere betweters die in het voetspoor van Hannah Ahrendt van mening zijn dat men pas ‘werkelijk burger’ wordt als men zijn stembiljet in de stembus heeft gedeponeerd.
Mark Kranenburg meent (NRC Handelsblad, 5-3-1998) dat ‘de politiek zich op het lokale vlak volledig (heeft) weten te depolitiseren’. Wat is daar eigenlijk tegen? In gemeenten hadden wij toch altijd afspiegelingscolleges? Kranenburg noemt ook de referenda in Amsterdam en Rotterdam over de stadsprovincies, waarmee de burgers het bestuur corrigeerden. Maar geven die gebeurtenissen niet aan dat referenda meestal een behoudende uitkomst hebben? Zie Zwitserland. Het is daarom merkwaardig dat een zich progressief noemende partij als D66 daar zo op hamert. Jan Terlouw zei eens: ‘Progressief is doen wat nodig is.’ Ik sluit me daarbij aan. Stadsprovincies in Amsterdam en Rotterdam zijn nodig. Elders niet. Van Mierlo zegt: de campagne van Kok en Bolkestein was on- | |
[pagina 14]
| |
zuiver ‘door nu al te gaan praten over de vraag wie er premier wordt. Ze hadden het fatsoen kunnen hebben daarmee te wachten.’ Quatsch. Hij meent ook dat Wijers de ruzie tussen Zalm en Melkert over de koopkracht heeft beslecht. Nou, dat is niemand die erbij zat opgevallen. Bovendien, wie praat er over premier worden? Niet ik, Kok een beetje, maar vooral het journaille. Het weer is slecht. Ik ga naar bed. |
|