Zaterdag 7 augustus
De laatste keer dat wij Minoo hebben gezien, was in Bombay, enige jaren geleden. Sheila Singh had toen een borrel voor Femke en mij georganiseerd waar the usual crowd naartoe was gekomen, zoals Nani Palkhiwalla en Freddy Mehta. Maar the old man bleef in bed - slechts een paar ogenblikken zat hij rechtop in een stoel. ‘Frits don't grow old, it's horrible,’ herinner ik mij hem te hebben horen zeggen. Ik heb hem zeer gemogen: mijn interview met hem in Modern Liberalism vind ik het beste in dat boek.
's Middags met nw Airlines naar Boston. Gelukkig een upgrade naar de eerste klasse, zodat ik de eerste tachtig bladzijden van This Blessed Plot rustig heb kunnen lezen. Interessant boek! Rod MacFarquhar haalde mij af op Logan International Airport en reed ons naar zijn huis in New Hampshire in anderhalf uur. Ik bracht zijn artikel over de overgang van Mao naar Deng ter sprake, inclusief de Lin Biao-affaire - Gang of Four. Emily is er slecht aan toe. De chemokuur heeft haar kaal gemaakt dus draagt zij een hoedje. Ze beweegt zich aarzelend. Haar (recente) geheugen is aangetast en zij praat ook moeilijk. Ik heb haar het eerst in de zomer van 1957 ontmoet. Samen zijn wij naar het bal van het Amsterdams Studenten Corps gegaan. Daarna episodes in Cambridge Mass (zij ging naar Wellesley), in de Bronx (waar haar ouders op de Grand Concourse woonden, die nu helemaal zwart is), in Parijs, Wenen en Leiden. Jaren later heb ik haar weer ontmoet op een symposium dat door The Economist was georganiseerd. Dankzij haar heb ik in juni 1982 mijn artikel over The Dutch Qualm Disease daar kunnen plaatsen. Zij heeft twintig jaar voor The Economist geschreven en tien jaar voor us News & World Report, wat haar weinig beviel. Zij heeft haar werk aan een biografie van Benazir Bhutto moeten opgeven. Ik ben van plan a.s. februari een lezing in Harvard te geven. Ik zei haar bij het afscheid dat ik haar dan wilde terugzien. ‘Full of piss and vinegar’, zoals ik haar altijd heb gekend. Zij